chapter 11

10.1K 274 8
                                    

Herschreven op 03/06/2016

Ik kleed me snel om in de pyama die ik heb gekregen van hem. Trouwens niet alleen dat, een héle grote zak met kleren, met prijskaartjes er nog aan! Én schoenen. Het is gelukkig een lange pyjama. Ik ga op het bed zitten. Ik mis thuis.. Zouden ze nog aan het zoeken zijn? Of zijn ze al gestopt? Vast niet toch? Ik ben hier nu al bijna een week. Jake komt de kamer weer binnen. Hij kijkt verrast als hij ziet dat ik al omgekleed op bed zit. Gisteravond moest hij me zowat het bed inslepen, maar ik heb echt even mijn nachtrust nodig. Shit, de meiden wachten nog op me. Ik kijk opzij en zie Jake op zijn telefoon scrollen. Ik kan pas weg als hij slaapt. Maar iets eerder dan ik had gepland, val ik in slaap.

~

"Vera... Sta op." hoor ik een mannenstem zeggen. Huh? Wie is dat? Ik open voorzichtig mijn ogen en zie David. Ik zucht opgelucht."Wat is er?" vraag ik geërgerd. "We gaan weg." zegt hij kalm. "Waarheen?" Hij twijfelt volgens mij of hij het moet zeggen. "Spanje.". What the hell? Nee, ik ga niet mee. In Spanje gaan ze me al helemaal nooit meer vinden. Ik ben verdoemd. Ik ga hier nooit meer wegkomen. "Waar is Jake?" Vraag ik paniekerig. "Die komt zo weer terug.". Tranen beginnen naar beneden te stromen. "Ik wil niet." huil ik. "Ik wil gewoon naar huis. Ik mis mijn ouders en mijn vrienden." huil ik verder. Hij kijkt me spijtig aan. "Sorry Vera, maar het is niet anders. Kleed je om, we vertrekken zo." zegt hij nog voordat hij de kamer uitloopt. De deur doet hij van buitenaf op slot. Ik trek mijn benen op en sla mijn armen eromheen. Ik moet naar huis. Ik voel de brok in mijn keel alweer opkomen maar ik bedwing de tranen. Al lopende, naar de badkamer (Jake's kamer heeft een eigen badkamer), verman ik me. Ik plens ijskoud water in mijn gezicht en slik de brok weg. Ik moet sterk zijn nu, niet zwak. Daarna poets ik mijn tanden en ga ik naar de wc.

Ik pak een highwaist spijkerbroek, een korte warme trui, en zwarte enkellaarsjes. Mijn haar doe ik in een rommelige knot. Ik ga weer op het bed zitten en leg mijn hoofd in mijn handen. Ik ben diep in mijn gedachten verzonken als Jake de kamer opeens binnenstormt. Ik spring zowat een halve meter op. "Jezus, Jake." zeg ik mijn hand op m'n hart houdend. Jake vind het blijkbaar ontzettend grappig. Hij komt niet meer bij van het lachen. Dit is niet eens grappig.. "Sorry schoonheid." zegt hij als hij eindelijk uitgelachen is. Ik mompel iets wat op een "geeft niet." moet lijken. "Klaar om te gaan?" Vraagt hij. "Nee." zeg ik kortaf. "We moeten nu echt gaan, Jake." zegt Dennis die opeens de kamer binnen komt lopen. Ik ga zitten op het bed, sla als een klein kind mijn armen over elkaar en kijk ze boos aan. Ze grinniken om mijn houding. "Komop kleintje, we moeten gaan." zegt Dennis. "Ik ben niet klein!" sis ik naar hem. "Jaja, wat jij wilt kleintje." grinnikt hij. Ik word alleen maar bozer en bozer. "Doe haar de boeien om bro." zegt Dennis nog voordat hij de kamer uitloopt. Jake pakt iets uit het nachtkastje, de handboeien. Hij pakt mijn handen vast, maar ik trek me los en ren de kamer uit. Niet eens wetend waarheen, ren ik de gangen door. En ja hoor, raad een wie er aan het eind van de gang staat? Adam. Hij is aan het bellen met iemand. Hij heeft me nog niet gezien dus ik draai me om en ren weer weg.

"Staan blijven jij!" buldert opeens een vervelende mannenstem. Het is de óh, zó geliefde Mike. Oh god, help me alsjeblieft. Ik draai me om, maar hij pakt mijn arm vast en trekt me terug. Hij kijkt me woedend aan en verkoopt me dan een keiharde klap op mijn slaap. Ik heb het gevoel dat ik flauw ga vallen, maar houd me net op tijd beet aan de muur. Ik verwissel de pijn voor woede en duw hem keihard tegen de muur. Dan begin ik dan wéér te rennen. Dit keer richting de voordeur. Ik probeer hem open te krijgen, maar hij zit op slot. Ik begin tegen de deur aan te slaan terwijl tranen naar beneden blijven stromen. "Help me! Alsjeblieft, iemand!" schreeuw ik op mijn hardst. Ik voel ogen in mijn rug prikken maar laat me niet afleiden. Ik sla met mijn knokkels en vuisten tegen de deur aan terwijl ik blijf roepen om hulp, zo hopeloos heb ik me nog nooit gevoeld. "Help me!" schreeuw ik nu nóg harder. Mijn knokkel beginnen te bloeden, maar ik stop niet. "Zo is het genoeg." hoor ik Jake achter me zeggen. Zijn voetstappen komen mijn richting op. Als ik voel dat hij té dichtbij staat, draai ik me in een reflex om. "Raak me niet aan!" roep ik naar hem, maar hij verbreekt de kleine afstand die nog tussen ons in staat. Opeens bedenk ik me dat ik een stukje glas in mijn broekzak heb zitten, die heb ik daarnet uit de spiegel gebroken. Razendsnel trek ik het stuk glas uit mijn zak. Hij is niet erg groot maar toch beter dan niks. Zijn blik gaat van verbaasd naar boos, en dan naar kalm. "Schoonheid, geef dat is hier." zegt hij rustig. Ik schud wild nee en houd het verdedigend voor me. "Ga weg!" roep ik aangezien hij steeds ietsjes dichterbij komt. Opeens tilt iemand me op van achteren. Mijn armen worden stevig vastgehouden en op dat moment rukt Jake, die nu voor me staat, het glas uit mijn handen. Ik probeer me los te worstelen uit de greep van... Wie is het eigenlijk? Ik spartel flink in de stalen armen."Doe is rustig, kleintje." hoor ik een kalme stem zeggen. Dennis dus. Jake doet de handboeien weer om. "Ik ga niet mee!" roep ik woedend. "'Het lijkt me van wel." antwoordt hij. Jake neemt me over van Dennis en tilt me naar de badkamer. Hij zet mijn handen onder de kraan, die nu volzitten met bloed van mijn knokkels en het glas. "Zo, zo, schoonheid. Die zag ik niet aankomen." grijns hij. Ik kijk hem boos aan.

Hij zet de kraan uit en droogt mijn handen. Zijn hand legt hij op mijn rug en we lopen richting de woonkamer. Waar nu niet alleen de jongens staan, maar ook Fabienne en Merlé. Volgens mij stonden ze daarnet allemaal toe te kijken hoe hopeloos ik was. Iedereen staat klaar bij de deur en als wij er ook zijn opent Brad de deur. "Waag het niet." zegt Jake die me nog steeds stevig vast heeft. Er staan zoals gewoonlijk weer zwarte auto's klaar. Brad, Mike en Fabienne lopen richting één van de auto's. Adam, Dennis en Merlé richting een andere. En david, Jake en ik lopen richting weér een andere. Ik kijk om heen en probeer nog snel een plan te bedenken maar Jake duwt me al de auto in. Er zit een donker geklede chauffeur in de passagier stoel. Ik probeer nog de auto uit te rennen maar David houdt me tegen. Het is klaar. Nu kan ik niks meer doen.Wetend dat er toch niks meer te redden valt, doe ik mijn ogen dicht en probeer in slaap te vallen. Want na een paar minuten al lukt.

Weer een update jongenss :) We zijn opweg naar de 300 lezers! Bij elk honderdtal, krijgen jullie een extra lang hoofdstuk. Het is al vrij laat en ik heb morgen school, dus ik ga maar slapen💋 Slaaplekker iedereen! X

Kidnapped & brokenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu