Hoofdstuk 1: hoe het begon

21 4 0
                                    

Het gedoe begon op een gewone dag, een dag die uiteindelijk mijn laatste gewone dag bleek. Ik ging naar school. Goden, wat haatte ik die school. Er waren een soort klassen: je had de populairen, de knappe meisjes en de jongens die gelijk stonden aan topsporters. Daarna had je de middenmoot. Dat waren vooral de nerds, de slimsten van de klas. Niet goed genoeg voor de hoogste klasse, maar onmisbaar voor ze. Want hoe moesten ze anders overgaan, als je elke dag doorbrengt in de H&M of op het sportveld?
Daarna kwam mijn klasse. Eigenlijk was ik de enige in mijn klasse. Op misschien tien anderen na. Dat weet ik eigenlijk niet eens. In ieder geval, ik was de sukkel. Ik haalde prima cijfers, maar niet geweldig, ik vond kleren best leuk, maar het was niet mijn leven. Ik hoorde er gewoon niet bij.
Ik had één vriendin. Rebecka. Ik heb nooit begrepen waarom ze met me omging. Zij hoorde immers bij de populairen. Ze was knap, met haar rode haar en felgroene ogen. Ze had veel vriendinnen, en een vriendje. Maar die mochten mij niet. Absoluut niet.

Het gedoe begon op vrijdag. Ik kwam op school, opgewekt. Rebecka zou namelijk met me mee naar huis komen. Een meidenfeestje. Dus ik ging zitten in de aula, met een boek. Langzaam druppelde alles vol. Ik zag Rebecka en haar vriendinnen en zwaaide naar haar. Ze zwaaide terug, en praatte verder met haar vriendinnen. Om acht uur ging de bel, en ik kwam terecht in mijn gebruikelijke sleur van dagdromen, aantekeningen maken en wat in mijn schrift krabbelen.

Om elf uur begon de pauze, en ik ging naar de aula, want daar zou Rebecka komen, zodat we even konden praten. Ze zat al op ons plekje. Ik ging bij haar zitten. 'Hoi' zei ik opgewekt tegen haar. 'Heb je zin in vanavond?'
Ik weet nog hoe ze me aankeek. Een soort blik met een mengeling van spijt, tegenzin en verdriet. 'Ja' zei ze. 'Alleen niet met jou.'
Mijn wereld stortte in. 'W-wat bedoel je?' haperde ik.
'Kevin geeft vanavond een feest omdat hij jarig is geweest.' Wie in vredesnaam is Kevin, vroeg ik me af.
'Oh' zei ik onnozel. 'Maar... Wij hadden dit al zolang afgesproken! Waarom zeg je het nu ineens af?'
Ze antwoordde niet. 'Ik kom vanmiddag gewoon niet mee, oke? Ik ga naar Kevin.'
'Maar waarom?' vroeg ik smekend. 'Is hij... leuker dan ik?'
'Jezus Viola, doe eens gewoon. Stel je niet zo aan. Hij hoort bij ons, snap je? Bij mij en de rest.'
Ik had al gezegd dat mijn wereld instortte? Nou, ik viel nu met die wereld mee. 'Je schaamt je voor me!' roep ik uit. Iedereen kijkt naar ons.
'Is dat wat je wil horen? Ja, ik schaam me voor je! Je stelt je aan! Je hoort niet bij ons! Moet je jou nou zien! Je bent een zielig hoopje mens, dat in zelfmedelijden zwelgt! Daar wil ik dus niet mee omgaan' schreeuwt ze tegen me
Elk woord voelde als een messteek. Overal om me heen hoor ik mensen fluisteren en zacht lachen. 'Go Becka!' hoor ik iemand roepen. Ik kijk haar alleen maar aan.
'Val dood' zeg ik tegen haar, en ren weg.

OnschuldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu