H3

18 1 0
                                    

Lefyr schoof wat papieren wat naar de zijkanten van zijn tafel zodat er wat ruimte bestond. Hij vouwde zijn handen in elkaar en leunde met zijn ellenbogen op de marmeren tafel. 'Wat brengt jullie hier mijn jongens?' vroeg hij met een vriendelijke blik in zijn ogen. 'Wij zijn op reis mijn hoogheid. We zijn op weg naar Longwood zodat ik mijn stad en ouders weer kan zien' antwoorde Galan. Lefyr's vrolijke blik nam een plaats voor een verdrietige. Hij schuifelde zenuwachtig heen en weer. 'Weet je waarom je naar dit dorp bent gegaan? Waarom je ouders je hebben laten adopteren?' 'Niet precies maar mijn ouders hadden vast een goede reden' zei Galan zelfverzekerd. 'Mijn ouders waren druk met belangrijke zaken. Waarschijnlijk belangrijker dan mij'. 'Er is geen zaak belangrijker dan je kind. Geen probleem bestand tegen je liefde voor hem of haar' zei Lefyr. De man was door zijn levensjaren wijs erg wijs geworden. 'Grijsheid neemt wijsheid met zich mee' zoals hij altijd zei. Nu was het Galan die zenuwachtig werd. Hij slikte moeilijk en hield niet meer automatisch adem maar lette daar zelf op. 'Waarom ben ik dan hier en niet daar?' Lefyr zuchtte en keek bedroefd. 'Het is ingewikkeld. Hebben jullie ooit gehoord over Ákur, de duister heer?' De jongens knikten. 'Ooit smeedde Ákur met Ethril dat diep uit de kern van de noorderberg was gehaald een harnas zo sterk dat het alleen kon worden gebroken door hetzelfde materiaal. Hij verklaarde heel The West de oorlog. Ook aan Longwood wat erg dichtbij de Noorderberg licht. Je vader liet je adopteren omdat het te gevaarlijk werd. Uiteindelijk versloeg een tovenaar genaamd Walkul, de duister heer. Hij kwam vanuit het zuiden en rukte op naar het noorden met iedereen die hem vergezelde op zijn reis. Hij doorboorde het harnas met zijn zwaard dat van hetzelfde materiaal was. Hij had voordat al het Ethril uit de berg was gehaald genoeg genomen voor een zwaard. Ákur trok zich zwaargewond met al zijn troepen terug. Ákur was verslagen. Maar te laat voor je ouders en stad. Ze... ze kwamen om in de oorlog'. Galan staarde verslagen naar de elf. Zijn ogen vulde zich met zoute tranen die prikte in zijn ogen. 'Gaat het?' vroeg een bezorgde Berend. Hij sloeg zijn arm om Galan heen. 'Het komt goed. Ik ben er voor je man'. Lefyr reek Galan een doek aan. Het was van een hele zachte stof en Galan veegde zijn tranen weg die meteen in de zachte, witte doek oploste en verdween. 'Het spijt me' zei Lefyr medelevend. 'Ik vind het erg dat ik je dit moest vertellen. Maar liever de waarheid dan later een leugen. Je bent hier altijd welkom. Ik zal voor je zorgen alsof je mijn zoon bent. En dat geld ook voor je jongeman Ijzerbundel. Het bleef een tijdje stil. 'Danku voor het aanbod. Ik stel het zeer op prijs maar ik ga verder met mijn reis'. Berend knikte. 'Ik ook'. Lefyr knikte lachend maar keek daarna ernstig. 'In dat geval moeten jullie iets meer weten dan alleen de geschiedenis van de oorlog van The West. Nadat de oorlog voorbij was verdween de tovenaar in het niets en is nooit meer teruggezien. Het zwaard nam hij met zich mee. De geruchten gaan dat hij zich ergens schuil houd in het zuiden. Hier in de buurt dus. De laatste tijd gaan de geruchten dat Walkul stervende is en dat Ákur dit kan voelen. Er wordt gezegd dat Ákur reserve Ethril heeft en hiermee zijn harnas heeft laten repareren. Ik ga ervan uit dat wat ik nu gezegd heb geen leugens waren. Ik heb geen andere verklaring waarom wezens die hier niet horen, de boel verstoren. Ik heb daarom ook maatregelen genomen zoals jullie al gemerkt hadden. Ik ben nu ook bezig te informeren en te waarschuwen' en Elfyr gebaarde naar de stapel brieven die op de tafel lagen. Sommigen waren bestempeld met het zegel van Highwood dat om de ringvinger van Lefyr zat. Het zegel was een boom met water eromheen met een kroon erboven. 'Mijn verkenners zijn op zoek naar de oude tovenaar maar hij is niet te vinden'. Galan en Berend luisterden geboeid naar de woorden die de oude elf sprak. 'Dus als ik het goed begrijp zijn we zonder dat zwaard verdoemd?' vroeg Berend. Lefyr keek verdrietig. 'Ik zou willen zeggen dat het niet zo is maar dan zouden deze woorden vergif zijn'. 'Kunnen we niks anders doen?' vroeg Galan. 'Hebben we geen legers?' Lefyr stond op. 'Volg me' en de jongens stonden op. Ze liepen om het cirkelvormige vertrek wel 90 graden totdat Lefyr naar een van de vele balkons ging. Hij leunde op de wortels van de boom die de rand van de balkon vormde. De 2 jongens volgden zijn voorbeeld en keken omlaag. Daar hing een grote tak. Hij was wel 10 meter breed en 40 meter lang. Op de tak stonden paar figuren. Ze droegen een harnas met groene kleding eronder. In hun hand hadden ze een boog en op hun rug een koker. Gefocust mikten ze op een doelwit aan het eind van de tak. Het waren appels die aan een tak boven hun hingen. Tegelijkertijd lieten de elven los en zoefde de pijlen als snelle zwarte vogels naar hun doelwit om ze daarna vol te doorboren en te blijven steken in een grote houten plank die er achter was gespijkerd. Galan en Berend keken vol bewondering naar de pijlen die in de plank staken.  'Indrukwekkend niet? 300 man, klaar voor de strijd. Maar wat heb je eraan tegen een harnas wat ondoordringbaar is?' Galan en Berend knikte. 'Ja dat is waar'. 'Daarbij. De vijand is met veel groter en gevaarlijker dan je je kunt voorstellen'. 'We hebben wel een aardig goed idee van hoe gevaarlijk de vijand is' zie Berend droogjes. Elfyr keek Berend nu ernstig aan. 'Wat bedoel je'. 'Ik bedoel de lijken van uw krijgers die we in de rivier hadden gevonden' zei Berend nu ook ernstig. 'Waarschijnlijk een aanval van Klums' voegde Galan er aan toe. 'Klums zei je?' De koning fronste zijn strakke witte wenkbrauwen. 'Dat kan best. Klums zijn jarenlang Ákurs topspionnen geweest, getraind om te spioneren en te doden.' De koning trok aan een bel die aan de boomstam vast zat bij elk balkon. De bel klonk zacht maar na enkele seconden verscheen er een soldaat. Hij had een lange bruine paardenstaart en diepe bruine ogen. Hij was aardig gespierd en ook zo rond de 18. 'Waar kan ik u mee van dienst zijn oom?' 'Vertel aan Galdor extra troepen bij de boomtoppen te laten staan en aan de oever van de boom'. De jongen knikte en was in enkele seconden weer weg. Berend gaapte lang en luid, 'Het is tijd dat jullie je nachtrust nemen. Het is belangrijk dat jullie goed uitgerust zijn'. Lefyr liep naar de stam toe en liep weer een halve cirkel totdat hij uitkwam bij een mooi versierde houten deur. Er stonden figuren van elfen ingekerfd en de klink was mooi gebogen en eindigde in een krul. Lefyr opende de deur en weer rees een trap op, De 3 liepen de trap op en kwamen bij een zelfde deur als waar ze net doorheen gingen. Eenmaal deze deur geopend verscheen een prachtige kamer. Er waren tientallen kaarsen aangestoken waarvan wit licht de kamer deed verlichten. De muren waren wit, net zoals het plafond. Uit een van de muren was een prachtig waterspuwertje waaruit water uit de bek van een stenen drakenkop klaterde in een schaal met schoon, koel drinkwater. Er was een balkon met een prachtig uitzicht over het bos en 2 bedden. 'Maak het jezelf gemakkelijk. In de kast liggen schone nachtkleren en normale kleren voor de dag. Men beweert dat deze bedden de zachtste matrassen hebben in de wijde omgeving'. Met deze woorden verliet Lefyr de kamer. Berend en Galan plofte ieder op een apart bed. Lefyr had geen woord teveel gesproken. De matrassen waren zo zacht als een veertje. De kussens waren gevuld met veren van de lafel , een zeldzame vogel die leefd in de hoge bomen van High Wood. Hij staat bekend om zijn zachte veren en scherpe snavel en klauwen. De wind woei en de donkergroene gordijnen gingen langzaam dicht. De kaarsen gaven uit zichzelf een zwakker licht en de kamer werd iets donkerder.

the journey (dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu