H4

20 1 1
                                    

Toen het kleine bootje strande aan de oever van het meer stapte de jongens snel uit en keken om naar de boom. Lorien keek er eventjes naar en wende daarna zijn blik. 'Kom! We moeten niet dralen' en hij liep noordwaarts het bos weer in. De jongens liepen achter hem aan. Het was nog steeds donker en Berend kon met zijn mensenogen bijna niks zien en struikelde af en toe over een tak of liep een struik in. Lorien zette flink de pas maar dat maakte Galan en Berend niet uit. 'Hoe verder we daar weg zijn hoe beter' mompelde Berend. Na een tijdje gelopen te hebben verschenen de eerste stralen zonlicht die door het dak van bladeren heen braken en begonnen de vogels een lied op te dragen aan de ochtend. De jongenmannen kwamen aan bij een grote open plek waar tot hun grootte verbazing honderden vrouwen, kinderen en oude elven bewaakt door soldaten stonden. Ze waren uitgeput en waren blijkbaar meteen gaan rennen nadat hun bootjes , die eerder vertrokken dan die van de jongens, waren gestrand. De oudere elven zagen er niet zo heel moe uit en waren blijkbaar gedragen door de soldaten die op dit moment hijgend en vermoeid hun blik richte op de bomen. Lorien liep naar een van de soldaten die stond te rusten op een heuvel om naar informatie te vragen. 'Waar gaan jullie naartoe?' vroeg Lorien. De wachter wende zijn blik van de takken naar de jonge elf die gehuld was in pantser. 'Jongeheer Lorien? Goddank u hebt het gered. Net zoals deze elven hier' en hij wenkte naar de honderden elven achter zich. 'We gaan naar Daal om daar te schuilen voor de donkere tijden. Het is een veilige stad. Ze hebben ook noodvuurwerk dus als we het slechte nieuws brengen zal dit snel verspreiden'. Lorien pakte een kaart en zocht de stad Daal op. Het was een elvenstad in een groot dal in noord oostelijke richting vanaf hier. Lorien wenkte Galan om te komen en wees naar het stipje op de kaart. 'Dit is de stad Daal. Het ligt in noord oostelijke richting. Waar wenste je eigenlijk naar toe te gaan?' Galan wees naar een puntje helemaal in de noordwestelijke hoek van de kaart. 'Longwood, daar gaan we heen'. Lorien knikte en richte zich weer tot de soldaat. 'We lopen voor 3 dagen mee en dan zullen onze paden zich scheiden. De soldaat knikte. 'We hebben 2 pauzes per dag. Ontbijt eten we uit de vuist en we stoppen voor de lunch en het avondeten wat erg simpel zal zijn. 'Hopenlijk niet simpeler dan jouw water en brood' fluisterde Berend tegen Galan. 'Hoe lang blijven we hier nog?' 'We moeten nog alle voorraden checken en uitrusten. We hadden gerend dus ik denk ongeveer nog een groot kwartier'. Lorien knikte dankbaar. 'Dank u voor de informatie'. De soldaat knikte vriendelijk terug. 'Als u ooit nog iets nodig heeft wenkt u maar'. Galan en Berend maakte het zich gemakkelijk op het zachte, lichtgroene gras. Ze openden hun rugzak en troffen er allemaal lekkernijen in. Blijkbaar was alles bijgevuld door de elven en zaten er nu appels, gedroogd vlees, vruchten en koeken die verukkelijk geurden in. Hun flessen waren gevuld met het lekkere groene spul dat ze gisterenavond gedronken hadden. 'Laten we er maar zuinig mee zijn' stelde Galan voor en hij liep naar een klein zijriviertje 20 meter verderop om daar uit te drinken. Het riviertje was een vertakking van het grote meer dat midden door het bos stroomde samen met zijn 50 andere familieleden. Galan vormde zijn handen tot een kom van huid en vulde die met water. Wat hij trof was een paars, donkerrood achtig water. Galan gooide het geschrokken terug. Hij volgde met zijn ogen het water en zag 2 lange slierten van paars en donkerrood bloed. Hij voelde zich verdrietig en keerde terug. Hij vertelde die ochtend niemand wat hij had gezien. Hij ging naast Berend zitten die al gulzig was begonnen met eten. Lorien was naast paar soldaten gaan staan en zat te praten. Galan nam een hap van een stuk brood dat hij opving. 'Die is verukkelijk' zei Berend met volle mond. 'Je moet echt stoppen met eten en bewaren voor later' zei Galan boos. Hij stopte een stuk van het brood in zijn mond. Het was nog warm en knapperig. Alsof het vers van het vuur kwam. Hij proefde ook zachte stukjes fruit die in het brood waren verwerkt. 'Ik noem het fruitbrood' lachte Berend. Galan nam een klein slokje van het groene drinken en ging nog 5 minuten liggen om te rusten. Een lange elf in een paars gewaad blies op een hoorn die zacht maar goed verstaanbaar klonk. Iedereen stond op en liep noordwaarts het bos door. Het was een stille stoet. Het leek wel alsof iedereen aan het rouwen was, wat eigenlijk wel in een enkele zin klopte. Maar Galan en Berend hadden er nog hoop in dat de boom nog gered was. 'Als dat niet zo is, zijn wij het volgende doelwit van de Klums' zei Lorien koel. Berend hield automatisch bij deze zin zijn hand bij zijn zwaard en voelde het staal even waarna hij het weer losliet. De grote groep ging alsmaar noordwaarts via een breed zandpad. De wegen waren rustig. Af en toe kwam er een groep mensen of elven voorbij die de troep nakeken of naar gebeurtenissen vroegen. Lorien was stil en staarde bijna de hele tijd voor zich uit. 'Welke andere wezens van duistere afkomst zullen hier nog rondzwerven?' vroeg Berend. 'Klums zijn altijd al een van de favorieten spionnen geweest van de duistere heer. Hij stuurde ze alleen naar gebieden met veel bomen en groen. Voor grasvlaktes gebruikt hij waarschijnlijk gamuls'. 'Gamuls? vroeg Galan. 'Wat zijn dat?' 'Een gemaakt ras, speciaal ontworpen als boogschutter. Het is een combinatie tussen een elf en een ork. Ákur heeft zijn Razul, zijn orkmagiër dit schepsel laten maken'. 'Hoe zien ze er uit?' vroeg Berend die een beeld er bij probeerde te denken. 'Orken met lang, smerig haar en elven oren. Ze lopen recht inplaats van krom en zijn slimmer dan orken. Ze hebben een extreem goede focus en scherp zicht en gehoor. Ze sluipen meestal de grasvlaktes af waar je hopenloos verloren bent zonder dekking'. Galan en Berend huiverde. 'En in de pasbergen? Zijn daar ook orken?' Lorien schudde zijn hoofd. 'Aardstammen hebben vestingen diep onder  de pasbergen gebouwd. In grote grotten staan aardman forten. Lange tunnels omhoog geven hun toegang tot de bergtoppen maar niemand heeft ze sinds de oorlog ooit nog gezien'. Het bleef een tijdje stil. Galan pakte zijn kaart erbij en volgde de donkergroene lijn, Highwood uit en over de lange heuvels en grasvlaktes, over de pasbergen, langs de grootse stad godref* om vervolgens naar het westen te keren om in Longwood te eindigen. 'We komen er allemaal langs' zei Galan met een zenuwachtig lachje.                                                                                                                                                 * elfs voor stand together.

the journey (dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu