Galan en Walkul zaten aan een tafeltje. Ze waren naar boven gelopen via een klein houten trappetje waar een klein tafeltje stond op een klein kleedje. Het plafond liep een beetje gebogen en er was een groot vierkant raam dat uitzicht gaf over het dal met een mooie sterrenhemel. Walkul was naar een balk tegen de muur gelopen waar allemaal kaarsen opstonden. Hij blies tegen de kaarsen wanaar ze vlamden en de kleine ruimte verlichten. Tegen de houten muren hingen allemaal tekening van grote trollen, bepanserde dwergen en vuurspuwende draken. Er stonden bijna overal kisten en nog wat flesjes en zakjes met een poeder in verschillende kleuren. Wolkul dekte de tafel erg snel. Zo snel dat Galan het nauwelijks kon bijhouden. Nadat de tafel was gedekt ging Walkul naar beneden om terug te keren met dampende borden. Galan rook een lekkere geur en ontvermde zich over zijn bord. Wat hij aantrof was een soort vlees. Het was dun en lang. En wat groenten. Sla, wortelen en tomaten. Er lagen nog wat zoete besjes en aardappels en alles was overgoten met sju. 'Eet smakkelijk' zei Walkul vrolijk en hij begon te eten. Nadat het eten op was verwijderde Walkul vliegensvlug de borden. Toe hij boven kwam had hij paar schalen bij zich. Er zaten 2 bolletjes in met een roze achtige kleur. 'Wat is dit?' vroeg Galan. 'Ik noem dit ijs' grinnikte Walkul. Walkul legte een houten lepel voor Galan die daarna voorzichtig een hapje proefde. Het smaakte lekker zoet en hij begon nu met grote happen te eten tot hij verzadigd was. Walkul ruimde de tafel en ging op een schommelstoel in de hoek zitten voor het grote, vierkante raam. Galan merkte nu pas op dat de kaarsen van hun natuurlijke kleur naar een gele vlam veranderde. 'Hoe kan dat? Dat de kaarsen van kleur veranderen?' Walkul glimlachde. 'Je bent nieuwsgierig he? Dat vind ik wel leuk. 'Dit zijn emotie kaarsen. Ze passen zich aan op iemands stemming. Op dit moment op die van mij'. Galan knikte maar hij had nog een veel grotere vraag.
'Heeft u echt de duistere heer verslagen'. De vlammen achter walkul werden donkerblauw en walkul's lippen vormde een strakke lijn op zijn gezicht. 'Het was lang geleden. Ik dacht dat hij voorgoed was verdwenen. gestorven aan zijn wonden, maar zijn beste magiër en raadsheer heeft hem er boven op gebracht'. 'En dat is merkbaar. De scouts dwalen hier door het bos en hebben de elvenvesting waarschijnlijk al in beslag genomen'. 'Dat had ik als vernomen van de dieren ja'. 'Van de dieren?' Walkul stapte uit zijn stoel en liep naar een van de vele kisten en maakte die open. Hij haalde er een rode kleine flinkerende steen uit. Hij was plat en glansde. 'Een talensteen. Als je deze vasthoud kun je de taal spreken en verstaan die de steen bevat. Ik heb er paar gekregen van elven en een paar van dwergen en waterfomen. Ik verzamel ze, haha'. Hij legde de steen op de vensterbank en plofte weer in zijn stoel. 'De spionnen van Ákur zijn al ver het land in getrokken en houden alles in de gaten. Ze waren zelfs in de buurt van mijn huisje'. 'Hoe komt het dat uw huisje nooit is gevonden?' Walkul lachte weer. 'Je bent wel heel nieuwsgierig hè? Nouja wat maakt het uit?'. Het kleine mannetje sprong weer uit zijn stoel en liep naar de houten muur. Er stak een stalen buis uit. als je tegen de andere kant van de muur aankeek zag je het uiteinde van de buis die leek op een grote stalen hoorn. Walkul pakte een grote fles water en goot dit in de buis. 'Een heel klein beetje want zoveel heb ik niet nodig'. Hij legde de fles terug en blies door de buis. Hij liep weer terug naar zijn stoel en ging weer zitten. Hij keek door het grote raam naar buiten. Galan volgde zijn voorbeeld en merkte dat de weggetrokken mist van paar uur geleden terugkeerde. De emotiekaarsen werden een beetje rood. 'Ben je boos?' vroeg Walkul. 'Door u ben ik verdwaald geraakt!'. 'Nou nou, leg nou niet de schuld bij mij. Ik moet mijn huisje verbergen voor duivelse ogen. Maar waar waren we? Oja de spionnen! Ik denk dat het niet zo lang zal duren voordat Ákurs troepen de noorderberg verlaten'. 'Hebben wij geen troepen?' 'Wie is wij tegenwoordig? De elven, mensen en dwergen hebben zo hun problemen over land en politiek waarbij ik moet zeggen dat de dwergen op politiek gebied erg slecht zijn. Ja er zijn troepen met een goedaardige wil, maar het is niet genoeg om de grootse kracht van Ákur te overtreffen'. 'Maar wij hebben u toch?' Walkul liet een harde schaterlach weerklinken in de ruimte. 'Mijn beste jongen. Heb je me eens goed bekeken? Ik heb geen honderden levens zoals een tovenaar. Ik ben een stervelijk mens. Een mens die bijna elke dag door zijn rug gaat haha'. Galan zag wat Walkuk bedoelde. Hij had tussen zijn gele haren al veek grijze en rimpels tekenden zijn gezicht. 'Daarbij voel ik me de laatste tijd niet fit en sterk. Alsof een duistere kracht zich over me heeft ontfermd'. Galan voelde zich een beetje verslagen maar gaf de moed niet op. 'En het zwaard dan?' 'Ach dat ding kan ik geeneens mee tillen'. 'Maar hoe moeten we dan Ákur verslaan?' Walkul glimlachde. Zijn hand stak hij voor zich uit en hij stak een wijsvinger uit in de richting van Galan. 'Jij kan het doen'. 'Ik?!' vroeg Galan helemaal verbaasd. 'Ja jij' lachte Walkul en zijn ogen flonkerden. De emotie kaarsen werden paars. De kleur van angst. 'Da.. da.. dat kan ik niet. Waarom ik?' ' Omdat je het kunt. Ik voel dat je veel moed hebt en je hebt een goed hart. Je bent nieuwsgierig. Dingen die een goede tovenaar zoals jullie het noemen, bezit'. 'Maar ik kan geeneens een zwaard hanteren. Mijn vriend kan het beter'. 'Je moet het leren. En het zal zwaar zijn. Je vriend kan je deels helpen maar hij is niet geschikt'. 'Hoe weet u dat?' 'Oh ik weet heel veel jonge heer Longwood. En ik wist vanaf dat ik je vader ontmoette dat de lijn van longwood uit het beste hout is gesneden voor dit soort klusjes'. 'U kende mijn vader?' 'Oh zeer goed. Het was een geweldige krijger en een aardige man. Hij hielp me mee'. Galan begon weer een prikkend gevoel in zijn ogen te krijgen. Walkul keek bedroefd. 'Hij was een groots man. Erg geliefd door zijn volk en een goede vriend'. 'Danku'. Galan vermande zichzelf. Hij stond op en liep naar een grote kist die was versierd met grote felblauwe stenen. Hij opende hem en pakte een stoffige, oude schede eruit. Met een zwaai trok hij er een prachtig lang zwaard eruit. Het glimde en was nog heel scherp. Het voelde licht aan en Galan zwaaide het heen en weer.
'Ik doe het' antwoorde hij.
JE LEEST
the journey (dutch)
FantasyAls Nadat Galan en zijn vriend Berend door The West trekken woed er een oorlog. Galan en Berend zullen snel genoeg daarin terecht komen. (slechte omschrijving, maar geef t een kans :) )