Hopeloos!

337 26 1
                                    


Ik kijk om me heen, maar er is geen enkel persoon die mij roept.
'Ja!', roep ik terug.
Al mij klasgenoten kijken me met grote ogen aan.
'Sara niet roepen door de klas!', zegt de docent boos.
'Maar ....', zonder dat ik wat kan zeggen wijst de docent naar de gang. Als hij dat doet dan weet ik hoe laat het is.
Ik pak mijn spullen en loop naar de gang.
Mijn gedachtes zijn nog steeds bij Yassin.
Ik heb eigenlijk nog nooit gekeken naar zijn uiterlijk.
Hij heeft kuiltjes, mooi witte tanden op een rij, opscheertje, volle lippen, groene ogen. Mashaallah
Hij is eigenlijk best knap.
Maar het mag niet, zeg ik tegen mezelf. Ik kan dat niet doen tegenover Karima.
En daarnaast ben ik nooit bezig met jongens.
Subhannallah wat gevoelens met je doen.
De docent haalt mij uit mijn gedachte en roept dat ik weer naar de klas mag komen.

-

Uren gaan voorbij, maar de tijd vliegt.
We zijn uit!
Ik loop naar buiten en wacht op mijn broer.
Hij zou mij komen op halen.
Na enkele minuten wachten zie ik mijn broer van een verte op zijn Vespa.
'Salamoelaikoem', groet ik netjes.
Hij groet me terug en rijd met een hoge snelheid naar huis.
Ik moet denken aan de ruzie van mij en Karima.
Ik wil het haar uitleggen.
Ik denk na en bedacht me dat ik het haar ga uitleggen.
Ik besloot om een afspraak met haar te gaan maken.

-

Na een aantal minuten zijn we thuis.
Ik loop naar huis en dank mijn broer netjes.
Na lang zoeken vind ik mijn sleutels.
Ik open de deur en sluit hem vervolgens netjes achter mij dicht.
Ik loop naar de woonkamer om mijn ouders te groeten, maar ik hoor geen geluiden.
De woonkamerdeur staat op een kiertje.
Ik loop rustig naar binnen.
Ik kijk om me heen, maar er is niemand thuis.
Ik loop naar boven en daar is het ook stil.
Mijn broer heeft mij naar huis gebracht en is daarna gaan trainen.

'Tringgg', de ringtoon van mijn telefoon verbreekt de stilte.
Ik kijk op mijn telefoon en zie dat mijn moeder belt.
'Salamoealaikoem Mama!', groet ik.
'Salam jedjie ( dochter) je bent vandaag alleen thuis, want je vader en ik zijn bij familie. Kan je voor ons boodschappen doen?', vraagt me moeder slijmend.
'Ja Mama, wat moet ik halen'p?', vraag ik lief terug.
'Ik stuur je wel een appje met wat je moet halen, let je goed op je zelf?', vraagt me moeder bezorgt.
'Ja, ja, ja, maar ik moet gaan Mama ik ga beginnen met koken', antwoord ik haastig.
'Super bedankt, Beslama!', zegt me moeder dankbaar en ze hangt op.
Ik loop naar boven om wat anders aan te trekken.
Het is best benauwd geworden.
Ik loop naar mijn kast en kies wat kleren uit.
Ik heb gekozen voor een lange, zwarte, wijde rok, met een witte Kenzo t-shirt die ik vervolgens in mijn rok doe en een lange, zwarte vest die tot mijn voeten komt.
Nadat ik ben omgekleed pak ik met trillende handen de telefoon.
Ik ga Karima een bericht sturen, zodat we het goed kunnen maken.

Hey Karima,

Ik wou wat belangrijks zegen
Kom je zo voor de Jumbo staan?😀 

Ik wacht op je Xx Hajar.

1 knopje indrukken en de bericht is verstuurd.
Ik loop naar beneden en pak mijn portemonnee en een zak.
Vervolgens bid ik de middaggebed.
Daarna loop ik naar de schoenenkast en kijk ik welke sneakers ik aan wil trekken.
Ik koos toch voor de witte Allstars.
Ik controleer of ik mijn sleutels heb meegenomen.
En loop vervolgens het huis uit.
Na een poosje lopen ben ik voor de jumbo aan het wachten op Karima.
Ik heb me twijfels ik denk niet dat ze zal komen.
Maar Hajar heeft weer geen gelijk.
Ik kijk achter mij en zie Karima al aan lopen.
Hoe moet ik haar groeten?
Wat moet ik tegen haar zeggen?
Hoe moet ik het aan haar vragen?

Zoveel vragen die door mijn hoofd heen vliegen.
'Hoi', komt er uit mijn mond.
'Hey', groet ze verdrietig terug.
'Sorry', floept er uit haar mond.
Ik geef haar en knuffel en praten nog even bij.
Nadat we het hebben uitgepraat besloten we om eerst boodschappen te doen en daarna op een bankje zitten.
Ik loop de Jumbo  in en loop vervolgens de Jumbo uit met volle handen.
We lopen lachend naar de parkje die iets verder op is.

-

Aangekomen bij de parkje, nemen we plaats op de bankjes.
Karima heeft zonnepitten gekocht, dus kunnen we lekker genieten van het zonnetje.

Er waait een frisse geur van de bloemen en planten langs mijn neus.
Mijn krullen waaien alle kanten op.
Ik en Karima praten over van alles.
Van het  onderwerp Marokko naar Nederland.

Iets verder op zijn er hangjongeren.
Nou ik noem het hangjongens.
Het zijn allemaal Marokkanen.
Maar ik let niet zo veel op hun.
Na een tijdje gepraat te hebben komen de jongens ons kant op lopen.
Ya Allah wat willen ze van ons?
Ik kijk bang naar Karima en zij naar mij.
We acteren een beetje en doen alsof wij druk aan het praten zij.
'Hey', hoor ik een herkenbaar stem.
Ik kijk achter mij en ik zie Mohammed, mijn oude buurjongen wat is hij groot geworden.
Hij is 1 jaar jonger dan mij.
'hey Mohammed, hoe gaat het? Lang niet gezien man', zeg ik verrast.
Zijn vrienden kijken ons bewonderend aan.
Mohammed en ik gaan in gesprek.
De jongens kijken toe.
'Hey Hajar', zegt iemand achter mij.
Ik draai me om en ik zie Yassin.
'Oow hoi', groet ik verlegen.
Karima kijkt raar. Ze wacht totdat hij haar groet.
Maar geen hallo die uit zijn mond komt.
Ik kijk Yassin aan en richt mijn ogen op Karima.
Na even wachten snapte hij de teken en groet hij Karima.
Anders zou ze boos worden.
Ik praat met Mohammed over de oude tijden.
Maar dan komt mijn broer.
Met een dodelijke blik kijkt hij naar mij.
Maar als hij Mohammed ziet snapt hij het.
'Ewa broer', groet mijn broer.
Ik voel nog al ongemakkelijk dus zeg ik gedag tegen mo en loop ik samen met Karima naar een andere bank.
Het was een groep van 3 jongens om ons heen.
Niet zo veel, maar zeker ongemakkelijk.
De zonnepitten zijn op, Karima en ik moeten bijna huilen.
We lopen weer naar de jumbo en kopen zonnepitten.
Bij het afreken staat er een mooie gepierde jongen, rond de achttien jaar, achter ons.
De vrouw achter de kassa rekent af.
We betalen netjes af. We lopen weer naar de speeltuin.
Maar een groep jongens volgen ons.
Ik vind het eng.
'Hello schoonheid', zegt een van de jongen.
Ik walg van hem.
Hij gooit zijn arm om mij heen.
Zijn vrienden zijn maar aan het toe kijken.
Ik zeg dat ik het niet leuk vind, maar de jongen geeft maar geen gehoor.
Ik heb altijd van mij moeder geleerd dat ik moet gillen.
Dus ik gil het uit.

Ik hoor geren van achteren, het is Yassin.
Hij rent zo snel mogelijk.
Zijn vuist staat al klaar.
Hij gunt de enge jongen een klap op zijn gezicht.
Yassin trapt en trap.
Van trap na, trap.
Het lijkt alsof dat hij de frustratie van een halfjaar er uit gooit.
Ik kijk geschrokken naar de jongen die onder het bloed ligt.

Mijn ogen sluiten langzaam dicht.
Ik zie de hopeloze jongen, liggen onder het bloed.
Wat moet ik doen Ya Allah?

Heb jij advies voor Hajar? Laat het weten in de reactie.
Sorry dat ik heel lang geen deel heb geplaatst ik hoop dat jullie het leuk vonden.
Stemmen....
Laat me ook weten wat je van mijn verhaal vind en lees natuurlijk ook mijn andere boek.
Elke keer wil ik mijn lezertjes bedanken voor hun steun.
Dit motiveert mij om meerdere boeken te schrijven.😘
Tot de volgende deel inshallah.

Eeuwige liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu