Wanhoop

111 17 0
                                    


Drie jaar na die bewuste 24 december, voelde ik mij rotlucht. 

Ik voelde me eenzamer dan ooit en hoopte dat dit nooit was gebeurd. De laatste jaren waren een hel voor deze eenzame ziel. Na een maand beseften mijn ouders dat ze beter eventjes uit elkaar gingen om hun verdriet beter te kunnen verwerken. Mijn moeder ging terug bij haar ouders wonen, met Rose-Anna bij zich. Mijn vader huurde een klein appartementje dat dichter bij zijn werk lag. Hij werkte harder dan ooit en zijn job leidde langzamerhand zijn volledige leven. 

Mijn moeder was ondertussen ontslagen en liep nog steeds als een zombie door het huis. Soms lag ze dagen aan een stuk in bed, waardoor Rose-Anna opgroeide bij haar grootouders, die haar behandelden als hun eigen kind. 

Het werd nog erger toen ons huis verkocht werd en de huidige eigenaars al mijn spullen weggooiden. Mijn moeder raakte depressief en verslaafd aan antidepressiva. Ze werd opgenomen in een psychiatrische instelling doordat ze waanideeën kreeg en zichzelf van kant wou maken. Mijn grootouders konden de zorg van de kleine Rose-Anna niet meer aan en stuurden haar tijdelijk naar een tehuis. Mijn vader werkte zoveel dat hij een burn-out kreeg en wekenlang, voor zich uit starend, op de versleten blauwe zetel zat. 

Ik zwerfde wat rond met een gebogen hoofd. Ik had het gevoel dat ik hun hele leven verpest had, en een slecht gevoel maakte zich steeds duidelijker. Ik wou nog maar eens dat dit nooit was gebeurd. 

Misschien... Dat was de laatste keuze, de laatste kans. Ik moest er maar niet aan denken. De laatste keuze tussen rust en onrust. 

Dood en leven.

Mijn twintigjarig bestaanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu