Hoofdstuk 39

413 26 0
                                    

Ze kijken geschrokken om, want ze hebben niemand aan zien komen. Ze hebben zich alleen gewaand en hebben daarom niet opgepast. Er staat een man bovenaan de poel met een jachtgeweer op hun gericht.

'Wat doen jullie hier? Dit is privéterrein!'

Atka heft zijn handen omhoog en zegt: 'Mijn excuses mijnheer. We wisten het niet, dat dit van u was. We willen hier enkel een paar nachten overnachten en dan zijn we weer weg.'

'En waarom bouwen jullie dan een oven?'

'O, dat hebben we voor de lol gedaan. We willen er een grilloven van maken, om er vlees op te braden.'

'Een hoop werk om even een stuk vlees te braden.'

'Och, we hadden er lol aan. Bovendien was het een goede oefening voor onze spieren.'

'Ik geloof er niets van. Ik verdenk jullie er van, dat jullie erop uit zijn om hier goud te vinden!'

'Goud? Wat moet ik daar nu mee? Ik heb helemaal geen interesse in goud!'

De man roept dan: 'Rodney! Kom nu eens eindelijk hier heen! Je moet me helpen deze lui hier te verjagen!'

Er komt een jongeman achter een machine vandaan, ook gewapend met een geweer. Hij loopt naar de man toe en kijkt dan naar de 4 personen in de poel. Maar zijn blik blijft hangen bij Fiona. Hij laat zijn geweer vallen en rent gewoon het water in naar Fiona toe. En Fiona rent naar hem toe. Zodra ze elkaar bereiken, vallen ze elkaar in de armen en kussen elkaar.

Iedereen staat verbluft te kijken, dit was echt het laatste wat ze verwacht hadden.

'Rodney, wat doe je nu? Laat die meid met rust!'

Rodney draait zich om en roept: 'Zie je dan niet, dat dit meisje mijn zielsverwante is, vader?'

De man laat dan zijn geweer zakken en zegt dan: 'Jullie zijn weerwolven? Ik snap het niet, want hier komen normaal nooit weerwolven, omdat er hier veel zilver in de grond zit. Maar waarom zijn jullie dan wel hier?'

Atka kijkt verbaasd en zegt: 'U bent ook een weerwolf? Hoe komt het dan, dat ik u niet kan voelen?'

De man ontspant zijn geweer en zegt: 'Dat komt door het zilver, dat beïnvloed je waarneming. Maar de meeste weerwolven komen hier niet, omdat ze er echt niet tegen kunnen. Maar dat schijnt voor jullie niet te gelden.'

Atka zegt dan: 'Ik denk dat het beter is, als we ons even voorstellen. Ik ben Atka Carlsson, en dat meisje daar is mijn tweelingzus, Elisa Carlsson. De jongen naast me, dat is haar zielsverwant, Jacob Crane, en dat meisje daar bij uw zoon, dat is Fiona Shershaw. En dan zijn er nog twee wolven, die met me mee reizen, Bright en Storm.'

De man kijkt verbaasd en zegt: 'Jullie namen komen me erg bekend voor, maar ik kan ze even niet plaatsen.'

'Misschien kent u onze vaders. Mijn vader is Mark Carlsson, Alpha van de Moonstone Wolves. De vader van Jacob Crane is de voormalige Alpha van de Moonhowlers. En Fiona is de nieuwe Alpha van de Snow Moon Wolves, nadat ze haar broer verslagen had, die toen Alpha was.'

'Zo zo, hoog bezoek. Het gebeurt niet vaak, dat de kinderen van Alpha's samen met elkaar op trekken. En zeker niet dat ik ze hier op mijn grondgebied aantref.'

Atka vraagt dan: 'Met alle respect, zou ik ook uw naam mogen weten? Dat praat wat gemakkelijker.'

'Geen probleem, ik had me ook even moeten voorstellen. Ik ben Frebec Montair en dat is mijn zoon Rodney. Ik ben hier een twintig jaar geleden naar toe verhuisd, omdat mijn toenmalige Alpha een echte tiran was. En sindsdien woon ik hier alleen met mijn vrouw en mijn zoon en dochter. Deze grond is van mij, eigenlijk alles aan deze kant van de weg is van mij.'

De MaanprinsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu