Castle

20 1 0
                                    


Ik loop achter Elijah aan. We lopen uit de stad. Er zijn hier alleen wat boerderijtjes. Elijah heeft de hele weg nog niks tegen me gezegd. Opeens stopt Elijah met lopen. Hij zegt:'' Les 1, als je niet naar me luistert help ik je niet meer, ik wil je sowieso al niet helpen dus je moet niet moeilijk gaan doen. Zonder hulp red je het niet''. Ik knik. Hoe verder we lopen hoe minder gebouwen er zijn. Elijah loopt stevig door. Normaal zou ik wel moe worden maar dat ben ik nu niet. 

Na nog een dikke twee uur lopen zie ik in de verte een kasteel. Elijah zegt dat het kasteel van hem en Talin is. Het kasteel ziet eruit als een middeleeuws kasteel. Het kasteel heeft een hoge muur om zich heen. In de muur zitten gaten voor kanonnen. Het kasteel heeft hoge torens. We lopen door de poort van de kasteelmuur. We komen uit in een soort van binnenplaats met een standbeeld van een man in het midden. Op het standbeeld staat Archelaos Delis. Mijn achternaam is ook Delis. Wat betekent dat? Is die man misschien familie? ''Doorlopen'' zegt Elijah. We lopen naar binnen. Het is donker binnen. Er zijn geen ramen maar ik kan toch zien. Ik volg Elijah door de gangen vol met spinnenwebben tot dat hij een deur open doet. ''Dit is je kamer'' zegt Elijah. ''Je blijft hier tot ik zeg dat je eruit mag''. Elijah loopt weg en doet de deur achter zich dicht. De kamer lijkt niet op de andere delen van het kasteel. De kamer is wit. In het midden hangt een grote kroonluchter met brandende kaarsen erin. Er is een open haard. Nu ik daar naar kijk merk ik dat ik het koud heb. Ik steek wat hout aan met lucifers. Aan beide kanten van het hemelbed is een deur. Ik doe de rechter deur open. Ik ben in een badkamer. In het midden van de badkamer staat een groot bad. Ik ben al weken niet in bad geweest dus ik laat het bad vollopen. Ik doe mijn kleren uit en stap het hete bad in. Ik neem alles wat er gebeurt is door in mijn hoofd. Ik hoop dat Elijah me kan helpen om mijn bloedlust onder controle te houden. Ik wil niet nog meer mensen pijn doen. Of erger, vermoorden. Ik stap uit het bad en droog mezelf af. Ik sla mijn handoek om me heen en loop mijn slaapkamer in om mijn pyjama te pakken want ik ben moe. Ik ben toch wel heel nieuwschierig wat er achter de andere deur zit. Ik doe de deur open en loop naar binnen. Ik zie overal jurken, jassen en schoenen. Ik heb nog nooit zoveel kleding bij elkaar gezien. Ik pak een jurk. Hij is precies mijn maat. Ik merk dat alles in mijn maat is. Ik pak een wit, lang nachthemd. Ik loop weer terug naar mijn kamer en trek het nachthemd aan. Hij zit heel lekker en is zacht. Ik kruip het hemelbed in en val gelijk in slaap.


Peculair (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu