Het is een grijze en koude dag. Ik ben op weg naar de voedselbank verderop in mijn dorp. Overal waar ik loop zijn kinderen aan het bedelen. Het zijn zware tijden voor mijn stad. Er is weinig drinkwater meer, en al helemaal weinig eten. Vroeger was dit een welvarende stad, er was genoeg eten, er waren weinig arme mensen en het belangrijkste, er waren geen vampiers. Twee jaar geleden besloot de hoge raad, daar zitten de machtigste vampiers in, dat ze nog niet genoeg steden van de mens hadden overgenomen. Dus ze besloten om in ons mooie stadje te komen wonen. Eerst merkte je er nog niet zo veel van. Je moest af en toe naar de voedselbank toegaan om bloed af te staan, maar dat was het. Een paar maanden later vonden ze het niet meer genoeg. Ze begonnen 's nachts mensen aan te vallen. Mensen durfden niet meer de straat op en gaven doneerden dus ook niet meer hun wekelijkse portie bloed. De vampiers werden woest. Ze vielen huizen binnen en plunderden het helemaal leeg. Dit deden totdat er geen eten meer over was. Niet veel later kwamen de mensen in opstand. Overdag wanneer de meeste vampiers slopen de mensen stiekem de huizen van de vampiers in. Ze vermoordden een groot aantal vampiers en namen veel eten mee. Zo ging het een tijd best goed met de mens. Maar daar kwam een einde aan. De vampiers lieten een muur om het gedeelte van de stad maken waar zij woonden. Zo kregen de mensen geen eten meer, en de vampiers gingen weer verder met 's nachts mensen aanvallen.
Ik stap de voedselbank in om mijn nu dagelijkse portie bloed af te staan. ''Hey Julie, hoe gaat het?'' hoor ik een vrouwelijke stem zeggen. Ik kijk om en zie dat het Lena is. Mijn beste vriendin die ik al ken sinds voor de vampiers kwamen. ''Hey Lena, het gaat wel.'' zeg ik terwijl ik Lena knuffel. ''Hier'' zegt Lena terwijl ze stiekem een blik bonen in mijn tas stopt. ''Wauw, hoe kom je daaraan Lena?'' vraag ik. ''Die heb ik gisterenmiddag gestolen uit de kelder van een vampier'' zegt Lena trots. ''Wat heb je gedaan? Dat is veel te gevaarlijk Lena. Je weet toch wat er gebeurd zou zijn als ze je hadden gezien?''. ''Ik heb geen andere keus Julie ik....''. Voor dat Lena haar zin kan afmaken komt er een lange vrouw naar mij toe en ze vraagt: ''Ben jij Julie Delis?''. ''Ja, dat ben ik mevrouw'' antwoord ik. ''Dan moet je nu naar kamer 34B gaan om bloed te doneren''. ''Oke mevrouw, ik zal gelijk gaan'' zeg ik.
Wanneer ik mijn huis binnen stap merk ik dat mijn tandvlees brandt en niet een beetje ook. Ik loop naar de spiegel toe en zie dat mijn tandvlees zwart is geworden. Dat zal wel zo zijn omdat ik al 7 maanden mijn tanden niet heb kunnen poetsen. Ik besluit maar om te gaan slapen.
JE LEEST
Peculair (Dutch)
VampireWat als je ontdekt dat je een vampier bent. En ook nog een speciale. Julie maakt dit mee. Ze woont in een klein huisje en ze is arm. Maar wanneer ze een vampier wordt verandert alles. Ze ontmoet andere vampiers en wordt verlieft. Dit verhaal zit vol...