Hoofdstuk 25

812 45 13
                                    

De koffietafel was bezig, maar ik en Nathan waren niet binnen. We zaten aan de achterkant van het zaaltje, in het gras. Voor hoever je het gras kon noemen dan, want er groeide veel mos tussen. 

"Ik voel me echt zo schuldig", bekende ik terwijl ik een beetje pulkte in het gras naast mij. "Zijn laatste uur dat hij kon leven, en dat heb ik verpest."

"Je hoeft je echt niet schuldig te voelen", zei Nathan. "Hij heeft je verlaten toen je klein was, zoiets kan je hem niet gewoon vergeven, toch?"

"Ik had het hem moeten vergeven. Hij had kanker en nog steeds was ik zo gemeen tegen hem, waarschijnlijk haatte hij mij daardoor, en sowieso haten die Sofie en Helène me ook. Iedereen haat me, Britt haat me ook. Wie haat me nou niet?" 

"Ik haat je niet", zei hij en hij keek me doordringend aan. "Het enige wat jij doet is je zorgen maken over die mensen die toch niet om je geven, maar ik geef wel om je."

"Dat zeg je nu wel, maar waarschijnlijk haat je me ook", mompelde ik zachtjes. Het was gewoon de waarheid, iedereen haatte me. Ik was helemaal alleen. 

"Hou nu toch eens op met jezelf naar beneden te halen", zuchtte Nathan. "Britt heeft super lang gelogen tegen je, je had het recht om boos te zijn. En het was ook maar een klootstreek van je vader om je te verlaten en naar Amerika te vertrekken."

Ergens vond ik het niet leuk dat Nathan zei dat het een klootstreek was van hem, maar hij had ook wel een beetje gelijk. "Ik had niet zo boos moeten worden op hen. Zij hebben alle redenen om me te haten."

"Stop met te zeggen dat iedereen je haat, jezus", mompelde Nathan en hij keek een beetje nors voor zich uit. "Wíl je misschien dat ik je vertel dat niet iedereen je haat? Net zoals al die stomme meiden die roepen dat ze dik zijn, zodat iemand hen verteld dat ze slank zijn?"

"Ik ben niet zo'n dom wijf dat zichzelf dik noemt terwijl ze maar twee kilo weegt!" riep ik een beetje boos uit. Dacht hij echt zo over me? "Ik ben wel degelijk onzeker, en ik heb ook alle redenen om onzeker te zijn, want jij haat me blijkbaar ook."

"Aimée, verdomme, stop met dat te zeggen", zei hij . "Ik haat je niet, maar ik vind dat je je belachelijk gedraagt."

"Nou, bedankt", antwoordde ik sarcastisch en ik stond op. "Ik ga terug naar binnen."

"Ga je nou gewoon weglopen?" Nathan stond ook op en keek me vragend aan. 

"Ja." Nog even keek ik hem aan en zag ik dat zijn helderblauwe ogen me nors aankeken, maar daarna draaide ik me om. 

"Ga maar lekker koffiekoeken eten met Britt of zo", hoorde ik hem nog zeggen terwijl ik wegliep. Het deed best pijn om dat te horen, alsof hij het er nog eens extra wou inwrijven dat ik mijn vriendschap met haar had verpest. Ik voelde tranen opwellen in mijn ogen en besloot in de plaats van terug binnen te gaan, naar huis te gaan. Niemand zou zich toch zorgen maken om me omdat ik weg was. 

Eenzaam & Alleen | Nathan VandergunstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu