♡Chapter 6: Breakdown

1.2K 89 83
                                    

Hierna loop ik de kamer uit, terwijl Hermione, Ron en Harry al op me wachten.

"Waar is Sophia?" vraag ik verbaasd.

"Fred en George hebben haar ontvoerd, iets met Peeves en meneer Filch." Antwoord Ron en ik schiet in de lach.

"Dus die zal vanavond de vloeren schrobben als straf?"

"Hoogstwaarschijnlijk."

"Wat zullen we doen voordat we moeten avondeten?" zeg ik en ik kan zien hoe Harry een blik wisselt met Ron.

"Nou, we wilde eigenlijk opzoek gaan naar informatie over mijn familie," zegt Harry voorzichtig, "Met dat tweelingzus gedoe. Misschien kan jij je ouders vragen."

"Ehm... Nou eigenlijk ligt dat onderwerp gevoelig bij mijn ouders dus..." lieg ik.

"Oke. Maar misschien kunnen we dus in de bibliotheek kijken."

"Kan je niet gewoon naar Dumbledore?" zeg ik, wetend dat Dumbledore een goed verhaal weet om het te verbergen.

"Ik wil Dumbledore niet storen hierover." Zegt Harry

"Maar..." stotter ik.

"Nee, Lena. Snap dit dan. Als Dumbledore had gewild dat ik dit wist, had hij het allang verteld. Dus, je kan helpen, of je kan tegen werken!" sist Harry boos en geschokt stap ik naar achteren.

"Nee... oke, ik ga mee. Jij Hermione?" smekend kijk ik haar aan.

"Ik heb enorm veel huiswerk, dus ik kan niet." Zegt ze terwijl ze me verontschuldigend aankijkt. Ze loopt weg, terwijl wij drieën de andere kant op lopen. We lopen richting de bibliotheek, waar een aantal leerlingen huiswerk aan het maken zijn.

"Dus, we moeten zoeken naar boeken waarin geschiedenis in staat, over die halloweennacht, en misschien boeken over stambomen." Dreun ik op, terwijl ik naar de geschiedenisboeken loop. De geschiedenisboeken kunnen veel meer informatie bevatten, de stambomen zijn waarschijnlijk maar alleen mijn naam, niets meer. Ik begin te zoeken tussen de geschiedenisboeken, en al snel vind ik een boek over de Donkere Dagen. Ik pak het boek op en ga in een rustige tafel zitten, terwijl ik doorblader naar de laatste dagen. Terwijl ik doorblader valt mijn oog op één plaatje, waarop een foto staat van een gezinnetje. Een man met zwart, warrig haar en een bril, die bijna Harry's oudere broer had kunnen zijn, een vrouw met rood, golvend haar en de groenste ogen die je ooit zult zien. In hun armen hebben ze twee peuters. Beide met de ogen van de moeder, maar de een met rode haartjes, en de andere met zwarte haren. Mijn ogen worden groot als het me doordringt dat ik het jongere peutertje ben met rode haren. Snel lees ik het stukje wat erbij staat.

"Op 31 Oktober, 1981, wist Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden waar de Potter familie ondergedoken was. Hij stormde die avond het huis binnen in Godric's Hallow. Bij aankomst vermoorde hij eerst James Potter, die hem tevergeefs tegen probeerde te houden. Zijn vrouw, Lilly Potter-Evans, was met de kinderen naar boven gevlucht. Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden stormde de babykamer binnen, nadat hij uit had gevonden waar ze zaten. Naar schijn zou Lily Potter gesmeekt hebben om de levens van haar kinderen, maar ook deze redpoging was tevergeefs. Ook Lily Potter vond hierna de dood. Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden richtte zich hierna op de tweeling, Harry James Potter en Lena Lily Potter. Hij sprak de doodsspreuk uit op de tweeling, die terugkaatste en ervoor zorgde dat Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden verdween. Het liet een bliksemschicht achter op hun lichaam. Bij Harry Potter kwam hij op zijn voorhoofd, en bij Lena Potter op haar rechterpols. Helaas viel het huis uit elkaar door de enorme klap van de weerkaatste doodsspreuk. Hierdoor kwam een enorme blok steen op het lichaampje van Lena Potter. Ze is nooit over deze klap heengegaan, en ze is een dag later overleden. Harry Potter leeft nog op de dag van vandaag, en wordt daarom 'The Boy Who Lived' genoemd.

I'm A Potter ~ Book 3Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu