Mijn toverstok drukt tegen zijn keel. Die vieze vuile smerige...
"Scorpius?" Hoorde ik iemand vanuit de gang roepen.
Met mijn toverstok nog steeds tegen zijn keel gedrukt siste ik tegen hem "andwoord haar" "ja!?" Schreeuwt Scorpius naar de gang alsof er niet op het moment een meisje voor zijn neus staat dat hem bedreigd met zijn leven. "Ik kom je even koekjes en thee brengen lieverd, mag ik binnen komen?" Ze stelt het als een vraag, maar mevrouw Malfidus doet de deur al open voordat ze haar zin afgemaakt heeft. Ik handel snel. Ik trek mijn toverstok terug, rol op de grond en ging onder het bed liggen. Daar transformeer ik. Een vleermuis zit onder het bed. En ik? Ik ben verdwenen. Mevrouw malfidus loopt naar het kleine eikenhouten tafeltje dat in het midden van de kamer staat en zet het dienblad neer. Toen liep ze naar haar zoon. Die staat nog steeds verstijfd van angst tegen de muur. De suffeling.~flashback~
Mijn hart klopt in mijn keel. Zweet duipt van mijn voorhoofd en rug. Ik voel bij mijn voeten iets kronkelen. Maar ik kijk niet. Ik wist dat als ik zou kijken of een stap zou zetten het zou aanvallen.Daar staat hij. Rodolphus van Detta. Jeweetwie.
De herborene.
Ik kijk hem aan. Recht in zijn ogen. Die ogen. Ze zitten vol met... met wat..? haat?
Nee... leegte. Ze zijn leeg. Duister. Meedogenloos. Gevoelloos.
Ik wacht tot hij iets zegt. Maar hij zegt niets.
Dan tilt hij zijn stok op.
"Crucio!"
Een steek in mijn hoofd. Maar ik verzet me.
Even zie ik zwarte vlekken voor mijn ogen dansen. Dan trekt het weg.
De beelden om me heen zijn weer scherp.
Van Detta kijkt me aan.
Zonder emotie, maar toch is er iests in zijn gezicht dat verraad dat mijn verzet is gelukt.
Weer rich hij zijn stok op me.
Dit keer is hij sneller dan ik.
Duizende naalden doorboren in een rap tempo mijn lichaam.
Tenminste.. zo voelt het.
De heer van het duister lacht.
Ik gil, krijs, en roep zo hard als ik kan.
"Niemand kan je horen lieve kind"
Zegt van detta.
"Schreeuw zo hard als je wilt"
Weer laat hij zijn duistere lach horen.
Dat is het laatste wat ik hoor.
Dan is er alleen nog maar zwart.
~einde flachback~Ik zit weer onder het bed.
Nog steeds eigenlijk. Ik ben nooit weg geweest.
Ik kruip onder het bed vandaan. Dat ging gemakkelijker dan er onder in de gedaante van een vleermuis. Mijn vleugels vouwen zich uit en ik probeer naar buiten te vliegen. 'Tok!' Glas. Het raam stond dus níét open. Ik stijg weer op. Opzoek naar een nieuwe uitweg. Maar scorpius heeft me gezien. Hij pakt het houte tafeltje, en zonder aandacht te schenken aan het dienblad dat kletterend op de grond valt, gooid hij het tafeltje naar mijn hoofd. Ik duik weg. Net optijd. Maar een regen van glas klettert door de kamer. Ik duik door het open raam naar buiten. Net iets te laat ontdek ik dat ik niet meer kan vliegen. Ik stort neer. Ik moet. Ik moet trug zien te veranderen. Anders ben ik straks misschien voor altijd een vleermuis. De grond komt steeds dichterbij. En dan.. 'kchggggsjjj...' een tak is mijn redding geweest. Ik bungel aan een tak. Mijn gewaad is gescheurd, maar ik leef nog. Ik probeer mijn toverstok uit mijn gewaad te halen, maar mijn schouder werkt tegen. Mijn schouder kraakt misselijkmaakend en een heeleboel witte vlekken verschijnen voor mijn ogen. Ik schud mijn hoofd. Ik mag niet flauw vallen!! Niet nu!
Met mijn andere hand pak ik mijn toverstok. Dat lukt wel. Mijn toverstok richtte ik op het raam waar scorpius nog steeds stond. Hij speurde de grond af. Opzoek naar mij. Ik richt mijn toverstok op hem en mijn lippen vormen geluidloos het woord "Amnesia"Ik hoop maar dat zijn geheugen op een goeie manier gewist was en hij alleen was vergeten wat er zonet was gebeurt en niet alles. Of niks! Nu weg hier! Ik klom met heel wat kreunen krakken en pijn in mijn schouder uit de boom. Ik loop, nou eigenlijk schuifel naar het hek dat de tuin omsluit. Een grote ijzeren poort met dikke zwarte spijlen staat dreigend voor me. Ik hoop dat ik tussen de spijlen door kan kruipen. Toen ik hier heen kwam was ik een vleermuis en kon ik dus gemakkelijk over het hek heen vliegen.
Waarom was ik ook zo dom geweest om wraak te willen nemen op Scorpius. Alleen maar omdat hij mij heeft verraden aan van Detta.
Ik ben door het hek heen.
Ik moet iets doen. Ik moest hier weg zien te komen.
Ik begon te lopen. Mijn goede hand omklemde mijn gewonde schouder. Het lopen doet pijn maar het gaat. Aan de horizon zie ik een dun streepje oranje. De zon begint op te komen. Ik moet opschieten. Als het dag werd zou iedereen mij kunnen zien! Over 3 dagen zou mijn 4e jaar op Zweinstein beginnen.
Ik loop tot de zon helemaal op is. Ik kan niet meer. Er verschijnen weer witte vlekken voor mijn ogen. Ik zak tegen een muurtje. Dan begint alles pas echt te draaien. De muur lijk te vervormen en ik word er in gezogen. Ik word er in gezogen! De muur was een poort. Mijn rug komt los van de muur en ik zie een steen die anders is dan de andere. Net had ik er tegenaan geleund en hem dus niet gezien. Er staat een soort teken op. Een doodshoofd met een slang in zijn mond. Ik belande weer op de grond naast het muurtje. Ik zat in hetzelfde bos, maar toch was er iets anders. Het teken dat ik net op het muurtje had gezien hangt in de lucht. Ik ril en mijn knieën trillen.
JE LEEST
Tune {harry potter fanfic}
Fanfictionhoi ! dit boek is oorspronkelijk geschreven voor een schrijfwedstrijd maar je kan het gewoon lezen:) [GESTOPT]