Nog een groene lichtflits werd naar me toe geschoten. Ik dook weg. Opnieuw en op nieuw werden er flitsen op me afgeschoten. Er kwam nog een man met een zwarte kap binnen gerend. "Stoppp! Stoppp! De baas zei dat we alle jongens en meisjes met lang zwart haar mee moesten nemen! Niet om ze te doden!" Even keken alle mannen verbaasd naar de man die zo net binnengekomen was, maar al snel waren ze weer bij hun positieven. Rode lamstralen werden op me afgeschoten. Iemand sprong voor me. Een van de stralen raakte hem en hij viel stijf op de grond. Het was een jongen met lang zwart haar. Waarom zou hij mij willen beschermen? hij had weg kunnen rennen, dan hadden ze hem niet te pakken kunnen krijgen. Nu hebben ze hem, én mij.
Een straal raakte mijn borst. Ik voelde me verstijven en ik viel achterover. Iedereen had gezien waar deze mannen toe in staat waren, dus niemand verzette zich toen wij het kasteel uitgedragen werden.
Toen we buiten stonden werd er ruw een zak over mijn hoofd getrokken. "zo! Kan je niet spieken waar we heen gaan poppie!" zei een akelige mannen stem, en er werd vanaf verschillende kanten gegrinnikt. Ik voelde hoe de hand om mijn arm mij steviger vast keep en we verdwijnselden. Dat had ik nog nooit gedaan, mijn longen werden helemaal platgedrukt en we tolden in het rond. Ik had de neiging om te braaken, maar ik hield me in. We werden in een wagen geduwd en de deuren van de wagen werden gesloten. De zakken werden van ons hoofd gerukt, en ik haalde diep adem. Frisse lucht! Alhoewel het een bedompte ruimte was, was het al een hele verbetering. Er zaten geen ramen in de wagen en we zaten met 36 kinderen én een man in die kleine ruimte. langzaam voelde ik dat ik mijn ledematen weer kon bewegen. We zaten teen elkaar aangedrukt en ik voelde het langzaam steeds warmer worden in de kleine ruimte. Daarbij maakte de kar waar we in zaten veel te veel vaart voor zo'n hobbelige weg. Mijn hoofd bonkte tegen de wand van de kar en ik sloot mijn ogen en ik moest mijn adem inhouden om niet alsnog over mijn nek te gaan.
We worden alle 36 meegenomen naar een grote zaal met allemaal palen. Allemaal worden we aan die palen vast gebonden.
Helemaal aan het eind van de zaal stond en stoel met de leuning naar ons gedraait. Zodra we allemaal vast zaten werd de stoel omgedraaid. De man in de stoel had een masker op, maar toch herkende ik hem. Het zijn zijn ogen die hem verraadden. Die klille lege ogen. Het was Rudolphus van Detta, de heborenen, jeweetwelwie.
Hij begon te spreken; "op mijn besprekingen toloreren wij geen pottenkijkers. Toch was er op een van mijn besprekingen iemand. Een leerling van zweinstein met lang, zwart haar. Diegene heeft ook een stukje stof achtergelaten in het bos, misschien dat iemand deze stof herkent?" Rudolphus van Detta hielt een stukje van mijn zwarte cape in de lucht. "niemand..? nou, dan zal ik magie moeten gaan gebruiken. Wat jammer dat we nou niet eerlijk kunnen zijn en het zo moet gaan." Met een nep teleurgestelde uitdrukking op zijn gezicht dwalden zijn ogen de zaal rond. Eventjes blijven ze hangen bij mij.
Rudolphus van Detta trokt zijn toverstok en mompelde een spreuk uit over het stukje stof. "nu maar afwachten. De stof zal vanzelf naar zijn eigenaar toevliegen." Rudolphus van Detta grinnikte en keek toe hoe het stukje stof langzaam door de zaal zweeft, opzoek naar zijn eigenaar.
Het stukje stof leek steeds een ander gebied door te zoeken. Alsof de zaal in vakken was verdeeld en hij steeds een ander vak doorzocht. Ik zag hoe het stukje stof langzaam mijn kant op vloog. Mijn handen trillden. Ik was er bij. Het stukje stof zal mij herkennen.
Mijn handen trilden en ik wachtte af tot er iets gebeurde, maar er gebeurde niets! Het stukje stof vloog gewoon langs me heen en ging rustig verder met snuffelen in het volgende vak.
Toen het stukje stof stof de hele zaal gehad had keek Rudolphus van Detta kwaad naar de mannen, die de hele tijd stil ik de hoek van de zaal hadden gestaan. "weten jullie zeker dat jullie íédereen hebben!? Dit stukje stof is namelijk van niemand!" De mannen knikten heftig. Het was duidelijk dat de mannen bang waren voor Rudolphus van Detta.
JE LEEST
Tune {harry potter fanfic}
Fanfictionhoi ! dit boek is oorspronkelijk geschreven voor een schrijfwedstrijd maar je kan het gewoon lezen:) [GESTOPT]