Jay's perspectief
-
''Dit kan je niet aan me vragen.''
''En toch doe ik het.''
''Je kan alles van me afpakken, maar niet haar. Je blijft van haar af.''
''Dat zullen we nog wel eens zien.''
''Je blijft uit haar buurt.''
Er wordt gelachen.
''Nee Jay, jij blijft uit haar buurt.''
Happend naar adem word ik wakker. Ik zou willen dat ik kon zeggen dat het een nachtmerrie was. Dat ik me nergens zorgen om hoefde te maken, maar dat kan ik niet. Dit is mijn realiteit. Dit dialoog heeft zich daadwerkelijk afgespeeld. Ik wilde het niet, echt niet. Ik wilde haar niet laten gaan, ze betekende alles voor mij. Ze dwongen me dit de doen, ik had echt geen andere keus.
Misschien is het beter zo. Misschien moet ik haar inderdaad gewoon vergeten. Het is niet veilig voor haar om in mijn buurt te zijn. Maar nu haar onschuldige gezichtje en haar schattige lachje weer in mijn hoofd springen, weet ik dat ik haar nooit kan en zal vergeten. Ik glimlach. Natuurlijk kan ik haar nooit vergeten, ze zal altijd in mijn gedachten rondzweven. Zij en haar sprankelende ogen. Ze was een meisje dat er was. Een meisje waar je niet zomaar omheen kon lopen. Haar goudblonde lokken in combinatie met haar iconische dieporanje jas grepen je ogen vast en lieten ze niet meer gaan. Ze was een meisje dat naar hel gestuurd kon worden, en er met een glimlach weer uit zou lopen. Ze was mijn meisje. Was.
Als ik haar alles uit had kunnen leggen, was alles zo veel makkelijker geweest.
YOU ARE READING
Hoe we mensen laten gaan.
RomansaHij sleurde me mee door hel en ik noemde het liefde.