Steekvlam XIIX

23 4 4
                                    

'Ik ben weggelopen van mijn huis, met de nodige spullen. Om de armen te helpen, me aan te sluiten bij het verzet. Sorry dat ik het niet zei, Dahl. Maar je had me gelijk het huis uitgegooid.'

Om een of andere domme reden begon hij te huilen en hij vervloekte zichzelf erom. Hij was boos, heel boos, op Phoebe.

'Verdomme, Phoebe! Ik vertrouwde je! En dan blijk je een van de rijken te zijn!'

'Het spijt me echt, Dahl. Maar ik wilde afscheid nemen, en je had het recht om het te weten. Ik ga het verzet versterken.' Tot zijn en Phoebe's verbazing vroeg hij het volgende.

'Kan ik mee?'

Zijn vuur was aangesterkt door zijn woede.

Vonken Gevuld Met HoopWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu