Glasscherven en pijn

24 4 0
                                    

Regendruppels vallen uit de lucht. Het is net begonnen met regenen en de druppels tikken op de daken. Plassen op straat staan op het punt over te lopen waarna het water in de goot zal komen en zo het riool in zal stromen. De voetstappen zorgen voor kringen in de poelen als ik door de regen loop. Ik ben mijn paraplu vergeten en zal het dus zonder moeten doen. Mijn blauwe vest wordt steeds donkerder naarmate ik dichter bij mijn bestemming kom. Ik ben uitgenodigd door de familie Kaiser voor het avondeten en om over wat zaken te praten. Voor het geval dat je het nog niet wist: Meneer Kaiser of ook wel Hans Kaiser genoemd is mijn werkgever. Het is een zeer energieke man met een gouden hart. Hij is nu al 2 jaar mijn baas en hij is altijd vriendelijk tegen me geweest. Het ongeveer 1 meter 60 grote persoontje is nu al 84 jaar maar het ziet er nog niet naar uit dat hij het snel zal opgeven. Ook heeft hij een handel in antieke en authentieke artikelen. Eigenlijk is nog niet eens de helft een van die twee maar ik houd mijn mond er maar over. De 17 jarige jongen die werknemer of beter gezegd caissière is in het Antiekparadijs Kaiser' ben ik dus. Ook al is het niet het beste baantje het valt goed te verdragen. Omdat ik de afgelopen tijd extra behulpzaam ben geweest, zoals meneer Kaiser het zelf zei, ben ik dus uitgenodigd voor een diner met hem en zijn vrouw.

De regen is ondertussen gestopt en ik ben nog maar een paar straten verwijderd van het huis van familie Kaiser. De straten zijn al een tijdje leeg en bij het enkele huis waar ik naar binnen kan kijken zie ik weinig interessants. Behalve een rottweiler die voor het raam staat te blaffen en een kindje dat uit het raam zwaait naar me is er niet veel te zien. Ik zwaai terug naar het kind en loop rustig door. Nog een paar stappen en ik sta op de drempel van de oprit. Het huis van familie Kaiser is niets bijzonders vergeleken met de buurt. Een rijtjeshuis met 2 verdiepingen en een kleine oprit. Verder nog een achtertuintje van slechts enkele vierkante meters met een schuurtje dat waarschijnlijk nooit meer gebruikt wordt gezien de staat van de achtertuin. Als ik op de deurbel druk hoor ik eerst niks. Na een tweede keer drukken zie ik een silhouet verschijnen achter het matte glas in de deur. Het slot kraakt en ik word begroet door de man des huizes met een grote glimlach en een stevige handdruk. "Hoe gaat het met je?!" is het eerste wat er gezegd wordt en ik vertel hem door middel van een knikje en een lachje dat het prima gaat. Uit de keuken komt de stem van een vrouw die vraagt wie er aan de deur staat. "Dat zou je zelf toch ook wel moeten weten, voor wie sta je anders te koken" zegt hij. De vrouw antwoord met een kleine grom en wat gemompel. "Kom toch binnen", "Het was vast en zeker koud buiten." Ik zeg dat het wel meevalt en hang mijn jas op aan de kapstok. De inmiddels nieuwsgierig geworden dame komt ondertussen uit de keuken gelopen om te kijken wie het nu is. Ze weet waarschijnlijk wel dat ik het zou zijn maar ze is nog niet oud genoeg om te wantrouwen. De rare fratsen die haar man uithaalt hebben dat haar wel geleerd. Als ze ziet dat ik het echt ben kijkt ze me even van top tot teen aan en zegt daarna:"Jongen van me, je bent helemaal nat geregend." en vervolgens:" Moet je een broek lenen?" Ik schud mijn hoofd. Ze lacht en zegt:"Spraakzaam zoals altijd zie ik?"

Eenmaal aan tafel wordt er wat over zaken gepraat, voor zover dat gaat, maar vooral over koetjes en kalfjes. Een van de onderwerpen was welk schoonmaakmiddel je het beste kon gebruiken. Uiteraard was iedereen weer van een andere partij behalve ik. Ik vind het niet zo belangrijk en vind het leuker om te luisteren dan om deze conversatie te voeren met de twee ouderen die helemaal zijn toegewijd aan hun schoonmaakmiddel. Met een knikje of eens de schouders ophalen op zijn tijd kom je aardig snel door het gesprek heen zonder enige moeite. Nadat er eindelijk besloten is dat mevrouw Kaiser gelijk heeft, met tegenzin van meneer Kaiser, word het toetje geserveerd. Een redelijk simpel bakje vla met een drankje na. Er word nog steeds gepraat maar meneer Kaiser ziet er nogal bedachtzaam uit. Opeens is het stil. Zijn vrouw geeft hem een seintje en na wat een uur lijkt te zijn begint hij met:" Ik heb wat te vertellen", hij likt zijn lippen en kijkt gestrest op naar me:" Ik ben ziek." Ik denk gelijk aan een griepje of zoiets dergelijks. Dat kan iedereen overkomen maar voordat ik bezwaar kan maken gaat hij verder. "En voordat je iets zegt...ik bedoel...hoe moet je dit nu brengen..." Ik kijk hem aan en in zijn bruine kraaloogjes valt wanhoop te zien. De oude man trilt en bij zijn vrouw rolt een traan over de wang. "Ik heb kanker." zegt hij uiteindelijk. Geschokt pak ik mijn glas iets strakker vast. "En het kan niet meer verholpen worden, de dokters zeggen dat ik nog 3 maanden te leven heb." Ik voel mijn hart stoppen voor enkele seconden lang. Mijn maag gaat tekeer en het zweet breekt me uit. Mijn hoofd zit vol gedachten en ik weet niet wat te doen. Mijn hand dat om het glas heen zit gaat nog strakker staan en mijn spieren kramperen. Ik heb geen controle meer over mijn hand en het glas spat kapot. Ik kan de scherven in mijn hand niet voelen. Te veel is aan de hand om het enigszins te kunnen begrijpen. Opeens schiet ik terug naar de realiteit en ik zie de twee senioren verschrikt zitten. Het gevoel komt terug in mijn handen en ik voel de scherven. Ik grijp naar mijn pols en mevrouw Kaiser gaat op zoek naar een pincet, alcohol en verband.

We hebben inmiddels plaatsgenomen op de bank en meneer Kaiser trekt met de pincet de scherven uit mijn handpalm. Hij legt de situatie verder uit. "Ik heb longkanker." is het eerste wat hij zegt. "Ik snap dat nogal plotseling is maar ik wou het je toch graag vertellen", "Je bent belangrijk voor me." Ik probeer begrip te tonen desondanks hoe beduusd ik ben. "Ik wil daarom ook graag mijn zaak aan jou nalaten." Ik schrik weer en knijp in mijn hand waarop ik weer het stekende gevoel in mijn hand voel. "Ik weet dat het misschien niet het slimste is maar het is wat ik wil en zit stil wil je?" Nadat ik bekomen ben van alles en al het glas uit mijn hand is "praten" we nog wat en ik probeer hem over te halen om het aan iemand anders te geven. De oude man weigert en hij geeft duidelijk aan dat hij per se het bedrijf aan mij wil nalaten. "Mijn vrouw is al oud en ik heb weinig tot geen familie meer zoals je weet." Het bejaarde koppel was bewezen onvruchtbaar te zijn in hun twintiger jaren. Doordat ze toch bij elkaar wilden blijven wilden beide families niks meer van ze weten.

"Jij bent het dichtste bij een zoon dat ik ooit zal hebben en daarom ben jij de aangewezen persoon."

Terwijl ik terugloop naar huis loop denk ik na. Ik ben nog niet eens klaar met school! Hoe ga ik dit doen? Ik kan het aanbod niet afwijzen maar het aannemen geeft al evenveel problemen als het er al niet meer zijn. Verdiept in mijn gedachten doe ik de deur open en loop naar binnen zonder mijn schoenen uit te doen en mijn oom en tante te groeten. Mijn tante roept nog wat over mijn vieze schoenen en mijn oom mompelt wat maar ik trek me er niks van aan. Ik ga de trap op naar mijn kamer en denk na over de situatie. Als ik op bed ga liggen gaat mijn telefoon en ik kijk naar mijn berichten. 7 berichten van 2 personen. Ik kijk en zie een bericht van mijn tante: "Kom je naar huis?" en "Is er wat?" Ik ben te moe om te reageren. Ik draai me om zonder te kijken naar de andere berichten en val in slaap.

StomWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu