Een maandag

10 4 0
                                    

Het snerpende geluid van de wekker zorgt ervoor dat ik wakker word en een zonnestraal schijnt in mijn ogen. Ik druk op de knop en zie dat het half negen is. Ik draai me weer om en doe mijn ogen weer dicht. Dan schiet het me te binnen. Vandaag is maandag! Ik moet op school zitten! Ik schiet overeind en struikel over mijn schooltas. Ik trek mijn kleerkast open en trek het eerste wat ik zie aan. Ik ren naar beneden zonder mijn haar te doen en zie dat mijn tante staat te wachten. "Gaat hij wel goed slaapkop?" Ik loop naar het keukenkastje en pak een doos met muesli en een pak met yoghurt uit de koelkast zonder iets te zeggen. "Je bent anders nooit te laat", "En je ging gisteren gelijk naar bed zonder iets te zeggen." Ik kijk niet om en mijn tante kijkt me aan. " Het zal wel niets zijn als je niks zegt, schiet maar op je bent al tien minuten te laat." Terwijl ik naar buiten ren en mijn fiets pak bekijk ik nog eens de berichtjes die ik gekregen heb gisteren. Als ik mijn berichtjes open zie ik dat ze waren van Ellen. "Hey, je zou jouw deel nog doorsturen voor het werkstuk", " Hallo het begint al laat te worden en ik heb het echt nodig", " Kom op, ik kan echt geen slecht cijfer meer hebben", " Meneer Drogers gaat het niet nog een keer uitstellen hoor" en " Bedankt voor de hulp."

" Oh nee! Ik ben het werkstuk vergeten te maken! Zou ze het begrijpen? En ik ben al te laat voor meneer Drogers zijn les." denk ik. Ik stap op mijn fiets en trap zo snel mogelijk op de krakkemikkige mountainbike. Als ik aankom op school gooi ik mijn fiets weg en ren naar binnen. Een paar leerlingen kijken me verward aan en ik duw per ongeluk een eersteklasser omver. Eenmaal aangekomen bij het lokaal duw ik de deur open. Een leraar en een gehele klas kijken me raar aan. Ik kijk rond en zie dat het de verkeerde klas is. Ik draai me om, gooi de deur dicht en ren verder. Verdraaide roosterwijzigingen ook. Ik kijk online en zie in welk lokaal we zitten. Als ik bij lokaal 139 aankom zie ik de klas zitten. Op het bord staan een aantal spreekwoorden en gezegdes waardoor ik herken dat dit inderdaad de les Nederlands is van meneer Drogers. Ik open de deur en net als ik binnen kom gaat de bel. De leerlingen staan op en lopen het lokaal uit. Ik zie Ellen en wil haar tegenhouden maar ze duwt me aan de kant en loopt met een vaart weg. Iemand legt zijn hand op mijn schouder en als ik me omdraai zie ik Felix. Hij kijkt me in de ogen en zegt:" Dit keer heb je het echt verknald, meneer Drogers verwacht je." Felix is mijn beste vriend op school en afgezien van Ellen eigenlijk mijn enige echte vriend. Als Felix wegloopt naar de volgende les ga ik naar binnen. Meneer Drogers staat me al op te wachten. "Waarom was je er niet?" Voordat ik hem de situatie duidelijk kan proberen te maken gaat hij verder met:" En waar is je werkstuk?" Ik begrijp wat er vervolgens gaat gebeuren en mijn aandacht dwaalt weg. Ik sta stil en weet niet wat te doen. In het ruime lokaal zie ik verschillende posters hangen. Het is een wiskundelokaal en dat is overal wel aan te zien. Formules op papier en borden met Pythagoras en wiskundige figuren zijn verspreid door het gehele lokaal. Rekenmachines en linialen zijn te zien in lades onder de bureaus. Zulke linialen had meneer Kaiser ook. Hoe zou het met hem gaan? En wat hij zei was wel erg indrukwekkend. Een eigen zaak...kan ik dat wel aan? En hoe moet ik dat doen ik ben slechts 17. Ik zit nog op school zelfs. "Luister je wel?" Ik schrik wakker uit mijn gedachtes en meneer Drogers kijkt me in de ogen. Hij zucht. "Als je belooft dat je het morgen inlevert kun je gaan maar het hoogste cijfer wat je kan halen is een 6!" Ik schud ja met mijn hoofd en bedank hem. Hij zegt niks meer en met een gebaar van zijn hand duidt hij dat ik weg mag. Het is pauze en ik probeer Ellen te vinden. Ik ga naar Felix, omdat ze daar normaal bij zit. Felix zit alleen. "Raar, we zitten hier normaal altijd." denk ik. Ik vraag Felix waar ze heen is en hij wijst naar het vrouwentoilet. Ik kijk verbaasd naar hem. "Echt waar, ze zag er niet al te blij uit." Ik slik en begin te lopen naar het toilet. Bij de deurpost sta ik stil. De geur van luchtverfrisser dringt door en het ruikt, zoals verwacht, een stuk beter dan het herentoilet. Het zachte snikken van iemand klinkt uit een toilet hok. Ik kijk enigszins beschaamd rond en zoek naar een alternatieve oplossing. Wachten tot ze naar buiten komt? Nee, de pauze duurt nog maar enkele minuten en dit kan nog wel even duren. Ik denk geen moment aan weggaan aangezien het doel is om Ellen te spreken en ik besluit dus om het maar te doen. Ik schuifel naar het rijtje hokjes om vervolgens te luisteren uit welk hok het geluid komt. Het eerste hok staat open en er valt dus weinig te vinden. Ik kijk naar het tweede hok en het derde en die zitten alle twee op slot. Ik heb dus vijftig procent kans. Ik pak een pen en scheur een bladzijde uit mijn schrift Engels om daar vervolgens iets op te schrijven met mijn lekkende balpen. "Het spijt me." Ik denk nog even na en vouw het briefje op tot een vierkant. Ik moet snel zijn omdat ik liever niet gezien word in het vrouwentoilet. Ik besluit het briefje onder de deur van het tweede hokje te schuiven in de hoop dat Ellen in dat hokje zit. Terwijl ik mijn hand terugtrek wacht ik op een antwoord. Het is even stil. ik besluit op een van de wasbakken te leunen en verzink in mijn gedachten. Hoe ga ik dit aanpakken. Ik begin wel met een excuses. 'Hey het spijt me echt en ik zal het nooit meer'. Voordat ik verder iets kan zeggen wordt ik van achter bij de schouder gegrepen en ik kijk in de ogen van een boze conciërge. Het is de oudste van de drie en tevens ook de norste. Zijn gezicht zit nog geen 30 centimeter van het mijne vandaan en ik kan aan zijn adem ruiken dat hij net koffie op heeft. Zijn wenkbrauwen staan ontevreden en ik kan van deze afstand zien dat deze doorloopt. Hij sleurt me zonder iets te zeggen mee het toilet uit en mee naar de rector. De rector is een lange slanke man van een jaar of 40. Hij mag dan een pak dragen en rector heten, maar hij gedraagt zich er zeker niet als een. Vorige week nog, nadat we een voorlichting hadden gehad over profielwerkstukken, besloot hij mevrouw Potters (de muzieklerares) naar voren te vragen en onder begeleiding van haar op de piano te rappen. Ik word het kamertje in geduwd en de conciërge roept iets over ik die het vrouwentoilet insluip en onder deurtjes doorkijk. Mijn eerste reactie had geweest die kerel eens flink de waarheid te vertellen maar ik begrijp al snel dat de waarheid heel raar klinkt en dat de conciërge waarschijnlijk toch niet zal luisteren. Ik besluit mijn mond te houden en het met de rector uit te praten. De rector zucht en met een kort seintje van zijn hand bedaard hij de razende conciërge en beduidt hem weg te gaan. Hij wijst naar een stoel en zegt:'Ga zitten.' Ik pak de stoel en schuif hem met moeite aan, omdat de schuivertjes eronder hard nodig zijn aan vervanging. "Ik wist niet dat het alweer onze wekelijkse afspraak was." Ik kijk hem strak aan en heb de neiging met mijn ogen te rollen. " Meiden lastig vallen lijkt me niet iets voor jou, daar ben je te verlegen en stil voor." Hij gniffelt en ik moet er een beetje om lachen. Hij kent me. De man in het pak is een vriend geweest van mijn ouders en kent me al sinds ik een baby ben. Zelf heeft hij ook een dochter die van bijna dezelfde leeftijd is als ik ben. Ze is een van de "populairdere mensen". "Populair". Het woord alleen al laat me walgen. Zelf heb ik nooit de constructie van het sociale systeem op mijn school begrepen. Iedereen heeft zijn eigen groepje, en iedereen blijft binnen dat groepje. In mijn geval is dat groepje even klein als de kans dat het heeft om groter te worden. Dat ik niet zo goed ben in vrienden maken ligt aan mijn communicatie vaardigheden. "Mag ik weten waarom je in het meidentoilet zat?" Vraagt hij met een serieuze ondertoon. Ik maak hem duidelijk wat er allemaal gebeurd was. Hij knikt af en toe en friemelt met een pen uit het pennenbakje wat wel erg dichtbij de rand staat en elk moment kan vallen. Hij sluit af met een kreun, rekt zich uit, staat op en geeft me een hand. "Gefeliciteerd, je hebt jezelf er weer uit geluld." Ik kijk hem eerst verrast aan maar als ik merk dat hij het vriendelijk bedoelde glimlach ik terug en trek mijn hand terug nadat ik er even over gewreven heb. Voor een 40-jarige geeft hij wel ferme handdrukken. Hij begeleid me naar de deurpost en zegt:" Ga nu maar naar de volgende les en maak het goed met Ellen." Ik loop weg en zonder om te kijken hobbel ik met een vol en tegelijkertijd leeg hoofd naar de les Frans.

De rest van de dag heeft Ellen me genegeerd en ze was in de lunchpauze niet bij mij en Felix komen zitten. Toen ik eenmaal thuisgekomen was na weer een regenachtige oktoberdag ging ik eerst aan het werk. Het werkstuk ging zichzelf niet schrijven. Ik was gelukkig al een eind en was maar bezig tot een uur of 8. Ik besluit nog wat artikelen te lezen en te kijken op mijn blog. 2 nieuwe reacties. Niks bijzonders. Ik bekijk mijn vorige artikel over de inbraak in een warenhuis vorige week. Geen alarmen afgegaan. Geen gesloopte ramen en geforceerde sloten. Alles intact behalve 1 plek: De antiekwinkel. Het enige wat er was veranderd naast dat de antiekwinkel overhoop was gehaald, was dat er in grote, rode, slordige letters op de muur stond:"Alpha". En Alpha als in Griekse letter, niet als in alfabetisch of Alpha mannetje. Ik denk nog eens na en besluit de laptop dicht te doen. Ik stuur nog een lang persoonlijk bericht naar Ellen en ga slapen.

StomWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu