Als ik mijn ogen uiteindelijk weer open, heb ik nog steeds pijn, ben ik nog steeds vastgebonden aan deze tafel en heb ik nog steeds mijn geheugen niet terug, al weet ik nu wel dat ik blijkbaar iets heb gedaan met mijn vriendin die mijn vriendin niet bleek te zijn, maar samen bleek te werken met Snor... Niet erg duidelijk... Er is niet veel veranderd dus, alhoewel... Thomas is weg... En...Snor is gaan zitten, dat is er veranderd. De man zit op een van de twee stoelen die eerder in de hoek stonden. Hij heeft de stoel blijkbaar tegenover me tegen de muur gezet en is er op gaan zitten. Ik kijk naar hem. Hij kijkt naar mij. En hij zit daar maar.
Dat is alles wat hij doet. Hij zit.
Meer niet. Hij staart me gewoon aan. En ik staar terug.
Geen enkele emotie is meer te lezen op het gezicht van de man. Hij zit daar gewoon met zijn armen over elkaar op een stoel en staart naar me. Ik vind het behoorlijk ongemakkelijk. Waarom doet hij dat? Wat wil hij hiermee bereiken? Ik weet het niet.
Maar dit gaat zo mintens een uur door. Hij staart, ik staar terug.
Plotseling doet de man een arm omhoog. Ik schrik me dood, wat doet hij?! De hand die aan de arm vastzit gaat naar zijn schouder. Heeft hij daar een wapen verstopt?! Gaat hij me mishandelen?! Gaat hij me nu dan toch vermoorden?! Mijn hart bonst snel in mijn keel, doodsbang kijk ik naar de hand die mijn toekomst kan veranderen. De hand is aangekomen op de schouder. Nu komt het... Nu gaat er iets gebeuren... Ik houd mijn adem in en staar naar de hand. En dan gebeurt het...
Snor krabt even aan zijn schouder en slaat zijn armen dan weer over elkaar.
Opgelucht haal ik weer adem. Was dat het waar ik bang voor was? Was dat alles?!
Eerder was ik bang dat ik zou verdrinken. Ik weet het nog goed, maar nu lach ik daarom. Die angst was niets vergeleken bij de angst die ik op dit moment ervaar. De angst voor wat er komen gaat. De onwetendheid. Dat is het ergst. Deze man kan alles doen. En ik kan niks. Verdrinken lijkt nu zelfs een redding! Niet te geloven dat ik nog niet zo lang geleden gewoon voor de klas stond les te geven! Dat lijkt nu iets van een andere wereld, iets wat te mooi is om waar te kunnen zijn. Lesgeven, normaal leven... Wat dat dan ook is... Ik heb nog steeds mijn geheugen niet terug.
Ik begin me nu steeds meer af te vragen of ik mijn geheugen eigenlijk wel terug wil hebben, want blijkbaar heb ik iets ergs gedaan of tenminste meegemaakt. Dat kan niet anders, want waarom word ik hier anders vastgehouden en gemarteld?
Terwijl ik mijn gedachten de vrije loop liet gaan, had ik blijkbaar mijn ogen dicht gedaan, want als ik me weer realiseer waar ik nu ben, heb ik mijn ogen dicht. Voor Snor ziet het er nu waarschijnlijk uit alsof ik slaap. Ik denk er even over na wat nu verstandiger is om te doen, mijn ogen weer openen en misschien opnieuw gemarteld worden door Snor, of mijn ogen dichthouden, doen alsof ik slaap en het martelen nog even uitstellen? Ik heb mijn keuze snel gemaakt. Enig idee waarvoor ik gekozen heb? Juist, ik blijf nog even "slapen". Terwijl ik "slaap", hoor ik ineens weer die klik die verraadt dat de deur open gaat. Zou Snor weggaan? Ik probeer mijn nieuwsgierigheid te bedwingen en houd mijn ogen dicht. Dat bleek de beste keuze te zijn geweest.
Opeens hoor ik een stem fluisteren, ik vermoed dat het de brandstichter is.
Brandstichter: "Slaapt hij?"
Snor: "Ja, hij heeft al een tijd zijn ogen dicht." (Is hij me nou gewoon aan blijven staren zelfs toen ik mijn ogen dicht had? Creepy...)
Brandstichter: "En? Hoe deed hij het?"
Snor: "Tja, ik twijfel, eerst was hij moedig en durfde tegen me in te gaan en hij bleef ook vrij rustig toen de jongen erbij kwam, maar toen ik dreigde de jongen neer te schieten, raakte hij helemaal in paniek kon niet helder meer denken." (Wacht... Waarom zegt hij dit? Waarom zegt hij dat hij twijfelt? Waaraan dan?)
Brandstichter: "Hmm... Dat is niet goed... Helemaal niet goed zelfs...wat deed hij toen?"
Snor: "Ja, even was ik bang dat hij zo in paniek was dat hij helemaal niet meer kon nadenken, maar toen verraste hij me door op het allerlaatste moment te schreeuwen dat ik op hem moest schieten en niet op de jongen."
Brandstichter: "Hmm, interessant... Maar deed hij dat uit paniek of had hij er echt over nagedacht?" (Ja... Dat vraag ik me ook nog steeds af, dacht ik helder op dat moment? Het was meer een soort impuls...)
Snor: "Hij was erg zelfverzekerd toen hij het schreeuwde, ook al kende hij de jongen bijna niet, toch wilde hij hem beschermen." (Natuurlijk wil ik Thomas beschermen! Ik kan toch niet toelaten dat iemand hem zomaar pijn doet?!)
Brandstichter: "Heel goed, heel goed... Ik denk dat hij klaar is voor de laatste test, wat vind jij?" (Test? Waar gaat het over?)
Snor: "Wacht even, je vergeet een onderdeel..."
Brandstichter: "Oja, hoe ging het staren?" (Wat? Was dat van te voren afgesproken?)
Snor: "Slecht, heel slecht zelfs. Hij staarde de hele tijd doodsbang terug en als test krabde ik een keer aan mijn schouder. Je had zijn gezicht moeten zien! Hij dacht echt dat er iets verschrikkelijks ging gebeuren! Hij keek alsof hij terplekke flauw zou vallen van angst!"
Brandstichter: "Dat valt tegen... Ik begrijp dat je twijfelt, maar toch denk ik dat we met hem aan de laatste test moeten beginnen, misschien verrast hij ons nog!"
Snor: "Oké, laten we dat dan doen. Ik maak hem klaar als hij wakker wordt."Dan stopt het gefluister en hoor ik even later weer een klik. De deur is dicht. Wel hoor ik nog iemand zuchten. Snor is waarschijnlijk weer op zijn stoel gaan zitten...
Nu pas heb ik door hoe moe ik eigenlijk ben, dus besluit ik om nu dan eindelijk echt te gaan slapen.
Een hele tijd later word ik wakker van een zwak gezoem. Wat is dat? Ik open mijn ogen en zie de wereld draaien. En nee, het ligt niet aan mij, ik ben niet duizelig, ik voel me prima. Op de kloppende pijn in mijn been, voet en schouder na dan. Dan vraag ik me opeens iets af, kan ik aan die verwondingen overlijden? Zijn ze zo ernstig? Moet ik niet zo snel mogelijk naar het ziekenhuis? En nu ik er over nadenk... Hoelang ben ik hier al? Vrij lang toch? Al zeker een paar dagen... Maar hoe kan het dan dat ik geen honger heb? Of dorst? Oké, ik ben mijn geheugen kwijt, maar eten en drinken is menselijk toch? Of heb ik er gewoon niet aan gedacht vanwege de pijn en de angst? Tja, hier lijkt alles mogelijk. Maar nu weer terug naar het heden.
De wereld draait. Voor me zie ik de muren zakken, ik zie het plafond in zicht komen en na een klik stopt het zoemen en stopt het draaien van de wereld. Ik zie nu weer het prachtige plafond, net als toen ik hier voor het eerst wakker werd. Maar in tegenstelling tot de lelijke kop van Snor, zie ik nu een ander hoofd boven me hangen. Het eerste wat ik zie zijn twee prachtige helderblauwe ogen die me bezorgd aankijken. De prachtige ogen horen bij een jonge vrouw waarbij blonde lange lokken haar langs haar gezicht vallen. Dan zie ik haar lippen bewegen. Ze praat tegen me. Ben ik dood? Slaap ik nog? Als ik mezelf nu kon knijpen, had ik dat gedaan om erachter te komen of ik nog sliep. 'Gelukkig' voor mij, hoef ik dat niet te doen, want de pijn komt weer opzetten. Mijn been brult om aandacht en ik weet meteen dat dit alles echt is.
De ogen kijken me nog steeds bezorgd aan, een hand wordt op mijn wang gelegd.
"Hé, gaat het? Hoor je me?" Hoor ik dan een zachte warme stem vragen. Heeft ze het tegen mij? Wat doet ze hier? Hoe wist ze dat ik hier was? Ik kan geen woord uitbrengen van verbazing. Ik kan zelfs even helemaal niks, zelfs geen pijn voelen (wat ik op dit moment erg kan waarderen).Maar dan komt in een klap alles weer terug. Lesgeven, de ontvoering, mijn gebroken been, bijna verdrinken, de martelingen, Thomas, het vreemde gesprek tussen Snor en de brandstichter... Was dit echt allemaal een test? Had ik dat goed begrepen? Maar waarom dan, waarom moest ik al deze verschrikkelijke dingen meemaken? En wat was dan allemaal nep? Als alles van te voren bedacht was... Was deze vrouw dan ook een test? Ik krijg niet meer tijd om daarover na te denken, want de mooie vrouw zegt weer iets tegen me.
"Hé, Daniël, is alles goed? Ben je wakker?" Ik kijk haar aan. Hoe weet ze mijn naam?! Ik besluit het niet te vragen en eerst af te wachten wat ze hier doet. "Ja, ik ben wakker." Mompel ik dus maar. Er verschijnt zo'n grote glimlach op haar gezicht, dat ik me afvraag waar die ineens vandaan komt. Wat ik zei was toch niet zó grappig? Of was het omdat ze blij was dat ik wakker was? Dat ze had ze ook gewoon kunnen zien, ik heb mijn ogen open, dus duh... Ik ben wakker.
"Wie ben jij en wat doe je hier?" Vraag ik haar dan misschien iets te onaardig. Blijkbaar merkte ze dat niet, want ze geeft glimlachend antwoord. "Ik ben Ada. Ik word hier al een tijdje vastgehouden, maar ik ben uit mijn kamer ontsnapt en ben wat rond gaan kijken, bij toeval vond ik jou." Ik trek een wenkbrauw op, zij zit hier ook vast? Hmm... "En waarom ben je hier?" Vraag ik haar dan. "Dat is het rare! Ik heb geen idee! Ik kan me niets herinneren van voordat ik hier kwam en ze blijven me maar vragen stellen waar ik geen antwoord op weet!" Ze kijkt me wanhopig aan als ze mijn vraag beantwoordt. Naar mijn smaak iets te wanhopig... Heb je door dat ik haar nu al niet mag? Dat kan kloppen, want ik mag haar niet. Ja, ze is prachtig, ondanks de versleten vieze kleren die ze draagt, en ja, ik ben blij dat ik haar zie in plaats van Snor, maar ik mag haar gewoon niet! Ik kan alleen nog niet met zekerheid zeggen waarom...
"Echt waar?!" Zeg ik quasi-verrast, "Ik ook! Maar kun je me misschien losmaken?" "Ja natuurlijk!" Ada gaat snel bezig met het losmaken van de banden om mijn hoofd en armen. Als die eenmaal los zijn, gaat Ada bezig met mijn borstkas en benen, ondertussen beweeg ik mijn hoofd van links naar rechts en wrijf met mijn hand langzaam in mijn nek. Het valt me op hoeveel moeite het me kost mijn arm op te tillen. Shit, wat ik heb ik dit gemist zeg! Bewegen! Dan til ik ook mijn andere arm op en ik houd beide handen voor mijn gezicht. Ik bekijk ze eens goed. Mijn handen, wow, ik zie voor het eerst weer iets van mezelf! Op het puntje van mijn neus na dan, dat heb ik nu al vaak genoeg gezien. Dan geef ik een schreeuw van pijn en duw mezelf met mijn ellebogen een beetje overeind. Ada is bezig mijn gebroken been van de banden te verlossen. Meteen kijkt ze me bezorgd aan, "Gaat het? Doe ik je pijn?" Ja duh! Dom mens! Natuurlijk doe je me pijn, zie je niet dat dat been gebroken is?! Maar ik houd me in. "Ja." Is alles wat ik zeg.
JE LEEST
Vergeten herinneringen
RandomOp een dag wordt Daniël wakker naast een toilet, zonder dat hij zich iets kan herinneren. En hoe gek dit ook klinkt, dit is nog maar het begin van wat hem te wachten staat. Langzaam krijgt de jongeman steeds meer over zichzelf te weten, maar hoe mee...