Als aan de grond genageld blijf ik doodstil staan. Ik knijp in Thomas' hand. Waarom eigenlijk? Om hem gerust te stellen? Want daar ben ik op dit moment niet echt de juiste persoon voor... Ik ben zelf doodsbang. "Wat doen we nu?" Fluistert Thomas naar mij. Ik denk snel na, wat is verstandig? Nu gaan wegrennen terwijl die twee mannen op dit moment waarschijnlijk een veel betere conditie hebben dan wij, waardoor we snel gepakt worden... Of blijven staan en eerst afwachten wat die twee gaan doen? "We wachten eerst af..." Fluister ik dan terug. Thomas zegt niets meer maar blijft gewoon naast me staan.Snor neemt het woord. Nog steeds staan hij en de brandstichter een eind verderop in de gang, ze lijken niet van plan te zijn naar ons toe te lopen... "Wat doe jij hier zover van je eigen kamer, Daniël?" Grinnikt Snor vrolijk. Het kan hem blijkbaar niet veel schelen. "Wilde je ontsnappen samen met dat kleine snotjoch?" Snor en de brandstichter beginnen te bulderen van het lachen. Ik kijk er wat ongemakkelijk naar. Ja... Ik wil ontsnappen, maar waarom is dat grappig? Dan kijkt Snor me weer aan. Meteen moet hij weer lachen. "Wat kijk je, kerel? Denk je nou echt dat je zomaar naar de uitgang kunt lopen, de deur open kunt zwaaien en naar buiten kunt stappen?" Woede begint bij me op te borrelen. Wat denkt die vent wel niet? "Ja, dat was ik wel van plan, problemen mee? Ik heb lang genoeg van jullie gastvrijheid mogen genieten, ik ga maar weer eens naar huis." De beide mannen beginnen weer te lachen en de tranen springen in hun ogen. Snel kijk ik even naar Thomas, maar die lijkt al net zo verbaasd. Waarom lachen ze toch? Ik had op zijn minst een zure opmerking verwacht, niet dit...
Als de mannen zijn uitgelachen, neemt Snor weer het woord. "Je zult niet zomaar kunnen ontsnappen, je zit hier onder water." Ik schrik, onder water?! Maar... Hoe kom ik hier dan ooit weg? "Ik zei het toch, ontsnappen is niet zomaar mogelijk, al zou je de lift vinden, de enige uitgang hier, dan nog kom je niet weg. Die lift wordt continu bewaakt!" O handig, weet ik in ieder geval waar ik naar moet zoeken, bedankt Snor. Ik zeg niets, misschien kan de man me nog iets nuttigs vertellen. Ik zie Snor en de brandstichter elkaar even aankijken, "Hij is slim, maar niet slim genoeg..." Fluistert de brandstichter zacht. Ik kijk ze verbaasd aan, slim genoeg voor wat? Als Snor mijn reactie ziet, geeft hij de brandstichter een duw. "Kop dicht, hij hoorde je!" Snauwt hij zacht naar de andere man.
Die opmerking maakt me rustig. De mannen zijn bang voor me, bang dat ik iets te weten kom. De vraag is alleen, wat? Wat mag ik niet weten? En waarom? Ik staar Snor aan. "Maakt het iets uit? Je zei het net zelf, ik kom hier niet weg. Dus waarom vertel je me niet gewoon wat ik hier doe?" Beiden zijn ze even stil. Voor even is het enige geluid de snelle ademhaling van Thomas. Dan begint Snor weer te spreken. "Je hebt gelijk, maar dat kunnen we niet doen." De brandstichter geeft zijn collega geïrriteerd een por. "Je hebt al te veel gezegd, kop dicht!" Gromt hij dan.
Glimlachend kijk ik de twee aan. Ik snap er geen hol van, maar dat ze het niet helemaal met elkaar eens zijn, bevalt me wel.
Voordat er verder nog iets gezegd kan worden, komt er nog een persoon bij ons. Het is Ada. De vrouw kwam als uit het niets achter de mannen tevoorschijn en kijkt me nu emotieloos aan. "Dag Daniël." Zegt ze tegen mij voordat ze zich tot de twee mannen wendt. Snor begint druk tegen Ada te fluisteren. "Waarom was je niet bij hem in de kamer? Hij had niet op de gang mogen komen! Had je de deur niet op slot gedaan? Ik heb je toch niet voor niets een sleutel gegeven?!" Gromde Snor woedend, maar ondertussen bleef Ada rustig. "Je hebt me inderdaad niet voor niets een sleutel gegeven." Meer heeft ze niet te zeggen.
Plotseling draait ze Snors armen op zijn rug en grijpt het pistool. Direct daarna richt ze zich tot de brandstichter die sprakeloos toekijkt hoe zijn collega met gemak wordt overmeesterd. Vervolgens doet ze hetzelfde bij de brandstichter en dan staat ze opeens met twee wapens tegenover twee ongewapende criminelen.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik verbaasd ben, ik heb Ada vanaf het begin nooit gemogen en verdachte haar ervan een onderdeel van een test te zijn, maar waar is ze mee bezig?! Keert ze zich tegen haar collega's? Ik snap er helemaal niets meer van en staar haar met open mond aan. Ik merk dat Thomas in mijn hand knijpt en geschrokken achter me gaat staan.
JE LEEST
Vergeten herinneringen
De TodoOp een dag wordt Daniël wakker naast een toilet, zonder dat hij zich iets kan herinneren. En hoe gek dit ook klinkt, dit is nog maar het begin van wat hem te wachten staat. Langzaam krijgt de jongeman steeds meer over zichzelf te weten, maar hoe mee...