1. Soms is het leven gewoon ontzettend oneerlijk

755 17 3
                                    

1. Soms is het leven gewoon ontzettend oneerlijk

Dit was een typische spion –in –de –penarie -situatie. Mijn handen en voeten waren aan een stoel gebonden en ik kon niet loskomen, hij had namelijk al mijn wapens afgepakt. Er was niemand buiten, daar was ik zeker van, ik zat namelijk vast in een lege fabriek. Vroeger werd deze fabriek gebruikt voor het maken van mobieltjes, Mp3spelers, laptoppen en meer elektronica. Na een ongeval van een van de medewerkers werd de fabriek gesloten en was er nooit iemand gekomen, de mensen waren er zeker van dat er een vloek was. Stomme, naïeve dorpsroddels.

‘Zo… Sara was het toch?’ Meneer Jansen keek me spottend aan. Hij was eind in de twintig. Zijn bruine ogen namen elke centimeter van me op, alsof hij mijn hele lichaam en mijn gezicht in zijn geheugen wilde prenten. Zijn bruine haar zat warrig en toen hij zijn gezicht wat draaide zacht ik het litteken op zijn wang. Het liep vanaf naast zijn slaap naar zijn kaaklijn. Het was zijn enige aandenken aan het vreselijke ongeluk. Zijn kleding bestond uit een net jasje, een wit bloesje, een broek en zwarte, glimmende schoenen, waar hij duidelijk trots op was. Toen hij voor me stond spuugde ik vol nijd op zijn schoenen, meer kon ik eenmaal niet doen. Smit kneep zijn ogen tot spleetjes en zijn grijns verdween.

‘Enig idee wie ik ben… Sara?’ Hij zette zijn handen in zijn zij en keek me spottend aan.

Ik haalde diep adem.  ‘Ronald Elias Jansen, geboren in 1986, zesentwintig jaar. Na een ongeval in een fabriek nooit meer terug gezien,’ somde ik op. Ik had het dossier, waar trouwens bar weinig in zat, uit mijn hoofd geleerd voor deze missie. En ik was niet van plan om op te geven. Smit trok zijn wenkbrauw op. ‘Indrukwekkend,’ ik bespeurde geen sarcasme of ironie in zijn stem, dus ik nam aan dat hij het meende. Even wilde ik glimlachen van voldoening,’ Enig idee wat ik ga doen Sara?’ Oh, geweldig. Nu kwam de ik- ga- je- mijn- plan- vertellen- voordat- ik- je- vermoord- situatie. ‘Vertel eens,’ zei ik sarcastisch en wou mijn armen over elkaar slaan, maar besefte snel genoeg dat het niet kon doordat ik vastgebonden zat.

‘Weet je wat er met mij gebeurd is?’ voordat ik mijn mond open deed stak hij zijn hand uit als gebaar dat ik mijn mond moest houden,’ Ja, dat weet je,’ gromde hij. ‘Een vreselijk ongeluk in de fabriek, zes jaar geleden, ik was toen twintig.’ hij keek me schuin aan en trok zijn wenkbrauw op.  ‘Alles ging goed. Ik verdiende niet veel geld maar genoeg om van te leven,’ vervolgde hij,’ Maar er was iets wat me dwarszat; het voortrekken. De rijkere en betere werden voorgetrokken en telkens als ik er iets over zei wuifden ze het weg.’ Hij kreunde. ‘Ik werd er doodziek van! En weet je wat er van ze is gekomen?’ ik schudde mijn hoofd, het leek me beter om mijn mond te houden. ‘Ze zijn dood,’ grijnsde hij. ‘Morsdood. Dood. Dood. Dood,’ zong hij. ‘Ha, ha, ha! En dat komt door het ongeluk! Een menselijke fout.’ die man was gek. Knettergek. ‘Mijn menselijke fout. Als je de machines te snel opvoert verspreid de hitte te snel met kans op ontploffingsgevaar. Jammer genoeg kon ik niet snel genoeg wegkomen,’ even ging hij met zijn hand over zijn litteken,’ De meesten hebben het jammer genoeg,’ hij legde nadrukkelijk sarcasme op de laatste twee worden,’ niet overleefd. Maar degene die het wel hebben krijgen een kleine… Reünie.’ Hij lachte hard en ik klemde mijn kaken op elkaar. Niets doen Sara, vertelde ik mezelf, wacht op het juiste moment. ‘Maar goed,’ zei hij terwijl hij gekalmeerd was. ‘Nu over jou… Wie heeft je gestuurd? Voor wie werk je?’ toen ik niets zei stapte hij op me af. ‘Wie!’ hij gaf me een keiharde klap tegen mijn wang. Zo hard dat je een harde “pets” hoorde echoën door de hele fabriek. Tranen sprongen in mijn ogen. Een brandend, prikkend gevoel verspreidde zich over mijn wang. ‘Goed, als je me toch niets wilt vertellen kan ik je niet gebruiken’ Oh. Mijn. God. ‘Je bent maar een gewoon meisje, die gewone dingen wilt doen. Je bent niets!’ toen hij zich omdraaide greep ik mijn kans. De NGD had me namelijk goed voorbereid. Ze hadden me goed getraind, dus ook in het losmaken van knopen. Het was tijd dat ik mijn persoonlijke record eens verbrak. Ik wreef mijn handen zacht tegen elkaar aan en probeerde ze te draaien. Langzaam kwam een hand los. Het touw viel op de grond en ik liep langzaam naar Jansen toe terwijl ik zijn pistool van de tafel pakte.

Sara (ON HOLD)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu