3. 'Maar hoe ken jij mij?'

0 0 0
                                    

Nadat ik de bloemen op de vleugel had gezet, begonnen we elkaar vragen te stellen.

'En, hoe is het op het Hoogvliet Lyceum?' Vraagt hij.

'Ehm.. hoe weet jij dat ik op het Hoogvliet Lyceum zit?'

'Nou ik weet dat je bij Mees in de klas zit.' Antwoordt hij.

'Oh ja dom van me.. nou gaat wel.. school is nooit super ofzo geloof ik..' Antwoordt ik.

'Ja ik ben blij dat ik van school af ben.' Vertelt hij met een zucht. 'College is zoveel beter!'

'Oh wat studeer je?'

'Ik studeer Engels. Ik wil later docent Engels worden.' Zegt hij met een grijns.

Je kan merken dat hij Engels echt leuk vindt.

'Wat wil jij later studeren?' Vraagt hij.
'Ook iets met school?'

'Nah dat weet ik niet.. ik ben denk ik allang blij als ik van school verlost ben..'

Ik hoop dat ik hem met dit antwoord niet afstoot.. ik vind hem nu al leuk..
Dus snel sla ik m'n hand voor m'n mond.

'Sorry ik bedoelde het niet naar naar jou, echt niet.. alleen ja school.. mwah.. het ligt ook aan de docenten.. mijn docent Nederlands smijt bordmarkers naar je hoofd als je niet oplet. Hij is al aangeklaagd bij de leerlingenraad.. Als jij lesgeeft zal ik een stuk beter opletten.'

'Ehm..' Brengt hij ongemakkelijk uit.

'Oh sorry floepte er zomaar uit. Sorry ik..' stamel ik. Ik meende het wel. Geloof ik.

'Geeft niks hoor.. dat soort dingen heb ik ook wel eens. Ongeveer...'

Dat heeft hij ook wel eens? Ongeveer? ONGEVEER?! Wat bedoelt hij met ongeveer? Hij bedoelt vast met ongeveer helemaal nooit.

'Maar hoe ken je mij eigenlijk?' Vraag ik aan Jason.

'Nou, ehm.. ik ehm.. ik ken je door.. door Mees! Ja door Mees! Hij had het eens over je. En je klonk heel interessant.'

Hij vindt me interessant! YAY! Interessant!

'Ehm interessant?' Vraag ik nog even. Misschien bedoelt hij wel interessant saai. Ik wil het wel zeker weten.

'Ja interessant. Ik wil meer over je weten.' Vertelt hij me.

'Maar sorry, ik moet zo gaan want ik heb nog een studentenraad-vergadering. Sorry.' Zegt hij.

Ik merk dat ik het toch jammer vind dat hij weggaat. Maar ik zeg snel:

'We zien elkaar morgen nog, toch?'

'Ehm ja. Bij café De Roos, toch?'

'J-ja.' Stamel ik.

Een beetje ongemakkelijk loop ik achter hem aan naar de deur. Hij pakt z'n fiets. Stapt op, zwaait nog, en fietst weg. Richting de stad.

Ik doe de deur dicht en ga op de bank zitten. Ik werp nog een blik op de bos bloemen, en ga naar boven. Toch maar scheikunde leren.

The real guyWhere stories live. Discover now