Het begin

35 9 6
                                    

Niemand had het verwacht.

'De buitenaardse wezens, of marsmannetjes zoals ze door vele mensen worden genoemd, hebben nog geen contact met ons opgenomen. Niemand weet wat hun bedoelingen zijn. Momenteel vliegen ze rond de aarde in de reusachtige ufo's die ze meebrachten van hun planeet. Enkele mensen beweren een glimp van hen opgevangen te hebben maar niemand weet wat hun bedoelingen zijn. We gaan over naar Sven, onze reporter in Amerika. Sven, hoe is de situatie daar? Hoe vatten de Amerikanen dit op? Wat zijn...'

Mama zet de televisie uit en de stilte dringt de huiskamer binnen. 'Hé!' roept mijn broertje. 'Ik was aan het kijken!' Ach, mijn broertje, hij is toch zo'n schat en een ettertje tegelijk. Hij is amper 7 jaar oud maar heeft toch een uitgesproken mening en weet wat hij wil. Ik hou van hem. 'Simon,' begint mijn moeder, 'je wordt nog een echt kasplantje. Kom uit de zetel en ga buiten spelen ofzoiets'. Mijn broer zucht diep en trekt zijn schoenen aan. 'Soof, ga je mee?' vraagt hij poeslief aan mij. 'Sorry Siem, ik heb morgen examen Frans en ik moet nog veel leren. Maar ik ben er zeker van dat je je ook flink amuseert zonder mij.' Ik knipoog naar hem en ik geef hem een snelle kus op zijn kruin. 'Goed dan' antwoordt hij.

Ik hoor de deur dichtslaan en concentreer me verder op de vervoeging van de regelmatige werkwoorden. Hoeveel ik mijn best ook doe, het lukt me niet. De beelden van daarnet blijven door mijn hoofd spoken. Marsmannetjes? Op de aarde? Dat kan toch niet? Of wel? Hoe kan ik me nu in hemelsnaam concentreren op Franse werkwoorden als misschien straks de aarde wordt overgenomen door marsmannetjes?

Om 22.30u ga ik naar boven, poets mijn tanden en trek ik mijn pyjama aan. 'Slaapwel!' roep ik naar beneden. 'Slaapwel schat' hoor ik mijn moeder zeggen. 'Slaapwel Soof' zegt mijn vader. Ik kruip in mijn bed en trek de deken tot over mijn hoofd. Mijn hoofd zit vol met Franse woorden en het voelt net alsof het zou barsten als ik nog maar één Frans woord zie. Ik kreun. 'Soof' hoor ik mijn broer aarzelend zeggen. Ik draai mijn hoofd naar de deur en zie Simon in de deuropening staan. 'Wat is er?' vraag ik. 'Hmpf, geloof jij in Marsmannetjes?' vraagt hij stilletjes. Ik zucht en begrijp waarom hij zo stil was vandaag. 'Kom eens hier jij' zeg ik. Ik zie een klein glimlachje op zijn gezicht verschijnen. Wat is hij toch schattig als hij lacht.

'Siem,' zeg ik als hij bij mij kruipt 'ik snap hoe je je voelt, maar er is echt niks om bang voor te zijn. We zijn toch allemaal bij elkaar en zolang dat is kan er ons niets overkomen'. Zijn lichaam voelt koud aan tegen het mijne. Ik geef hem een knuffel. 'Maar nu is het toch tijd om te gaan slapen hoor. Slaapwel schat' knipoog ik. 'Slaapwel Soof' zegt hij als hij de deur uitloopt.

DIT IS HET EERSTE DEEL VAN HET VERHAAL. WAT VONDEN JULLIE ERVAN?? LAAT IETS WETEN IN DE REACTIES! TIPS ZIJN ALTIJD WELKOM😉

Bij 5 stemmen komt er een vervolg!!!

MarsmannetjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu