Simon is weg. Weg. Ontvoerd. Door die verdomde marsmannetjes. Mijn lichaam trilt van verdriet en woede tegelijk. Ik wil op de grond zakken en huilen tot ik niet meer kan. Ik wil op de grond slaan tot mijn vuisten bloeden.
Ik probeer te kalmeren. Adem in en uit. In en uit. Ik krijg mezelf weer in de hand maar de eenzame traan die over mijn wang rolt kan ik niet meer stoppen. Ik wrijf in mijn ogen en kijk om me heen. Ik ben alleen.'Mam!' roep ik thuis. 'Pap!' Ik zwijg en wacht op hun antwoord. Een antwoord dat nooit zal komen. Nadat ik het huis heb doorzocht weet ik dat mijn ouders ook zijn verdwenen. Ik voel de angst weer opwellen en ik ga in de zetel liggen, trek de deken tot over mijn hoofd en laat mezelf gaan. Ik huil urenlang tot de tranen op zijn. Het kussen is nat van mijn tranen maar ergens heeft het opgelucht. Ik zet me recht en droog mijn wangen met mijn handen. Wat moet ik nu beginnen?
Dan zie ik de televisie. Misschien is er een nieuwsuitzending of... Ik weet niet wat ik kan verwachten. Terwijl de televisie opstart, neem ik een glas water. Het water biedt verkoeling en ik voel me al beter. Ik hoor geruis en kijk naar de televisie. Geen ontvangst. Ik vloek binnensmonds.
Ik besluit om thuis de nacht door te brengen. Het wordt al donker en het is 's avonds te gevaarlijk om alleen op pad te gaan. Tijdens de uren die ik thuis doorbreng, probeer ik de televisie nog een paar keer aan te zetten, slaap ik een paar uurtjes en maak ik mijn rugzak. Het was eigenlijk mijn schoolboekentas, maar ik denk niet dat de school nog open is, alhoewel , ik kan het een keertje proberen.
In mijn rugzak steek ik voldoende eten; een brood, de chocopot, een pak koekjes en snoepjes, bananen en een appel. Ik prop er ook nog een fles water in en reservekleren. Hiermee zal ik het wel een tijdje uithouden, hoop ik.
Voor ik langs de achterdeur naar buiten stap, kijk ik nog eens rond. Het ziet er nog steeds hetzelfde uit, alsof alles nog normaal is. Maar dat is het niet meer.
Ik neem mijn fiets en begin te trappen, niet langs de wegel maar langs een drukke weg. In de straat staan tientallen huizen, maar geen enkel huis toont een teken van leven. Ik bereik de straat maar ook hier rijden geen auto's. Naar waar zou ik gaan, naar links of naar rechts? Links wordt het en ik draai mijn stuur.
Dan schiet het me te binnen. Waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht? Mijn oma en opa wonen slechts 1 straat verder, ik kan naar hen gaan en daar blijven tot mijn ouders en Simon weer terecht zijn. Ja, dat klinkt als een plan. Tenminste, als ze er nog zijn. Waarschijnlijk wel, ze slapen 's ochtends lang uit en komen dan niet op straat. Dus dan kunnen ze niet ontvoerd zijn. Ik word opgewonden en begin weer sneller te fietsen.
Voor ik het weet ben ik aangekomen bij het huis van mijn grootouders en bel ik aan. Niets. Misschien slapen ze nog, hoop ik. Ik bel weer aan, en nog een keer. Komaaaan. Nog een keer. Dan hoor ik de sleutel omdraaien en gaat de deur open. Ik ben nog nooit zo blij geweest om mijn oma's gezicht te zien.
Sorryyyy, het is nogal kort en er is niet zoveel gebeurd. Ik heb dit deeltje maar snel geschreven omdat ik niet veel tijd heb. Volgende week begint school weer en ik heb nu al werk! Ik probeer zo snel mogelijk weer een deel te posten.
Wat vonden jullie ervan? Laat iets achter in de comments!!
Bij 5 stemmen komt er een vervolg xx

JE LEEST
Marsmannetjes
Science FictionWat zou er gebeuren als de wereld van de ene op de andere dag overspoeld wordt met marsmannetjes? Volg het leven van Sophie deel haar avonturen! (Dit is mijn 1e verhaal dus sorry dat het niet geweldig is😳)