De eerste actie

19 3 6
                                    

De volgende morgen word ik gewekt door de wekker. 6:30, tijd om op te staan en alles te herhalen. Wat zal ik blij zijn dat hierna de examens gedaan zijn...

Om half 8 ga ik de 16 trappen naar beneden om te ontbijten. Papa is de krant aan het lezen, mama doet de afwas en Simon is een boterham met choco (zijn lievelingsontbijt) aan het binnenschrokken. 'Ik hoop maar dat die wezens snel vertrekken. Er zijn nu al mensen op de vlucht en waarom? Wie weet of ze echt iets van plan zijn. Wie weet zijn ze gewoon fout gevlogen en nu verdwaald' zegt papa die opkijkt uit de krant. 'Hmm' antwoordt mama en ik hoor heel stil Simon opgelucht zuchten.

Als het 8u is haal ik mijn fiets uit het tuinhuis en vertrek ik naar school. Op mijn weg naar school moet ik altijd door een smal wegeltje zonder verlichting. Best wel eng in de winter als het donker is... Ik rijd zo snel als ik kan maar de bomen die schaduwen werpen op het pad beangstigen me toch een beetje. Dan hoor ik takjes kraken uit het bosje en word ik echt bang. Ik hoor mijn hart razendsnel kloppen en ik hijg van vermoeidheid. Plots hoor ik een haan kraaien, dat hoor ik elke ochtend als ik hier voorbij rij, maar vandaag verschiet ik er nog meer van. Nog een tiental meter en dan kom ik uit in een straatje, blijf ik tegen mezelf zeggen. Een grote schaduw valt over het pad en ik kijk naar boven. Ik val bijna flauw. Een groot grijsachtig ruimteschip vliegt boven me.

Het verdween even snel als het kwam en voor ik het weet ben ik in het straatje. Ik ben buiten adem en fiets heel traag om mijn adem te sparen. Wat had ik zonet gezien? Een heus ruimteschip? Dat kan toch niet? Het moet mijn verbeelding zijn geweest. Maar zoiets kan ik me toch helemaal niet inbeelden?

'He!' roept een fietser. 'Kijk uit!' Ik kan nog net op tijd aan mijn stuur draaien om een botsing te voorkomen. Ik wil me verontschuldigen maar als ik achter me kijk is de fietser weg. Huh? Hoe kan dat nou? Dan zie ik in een flits het ruimteschip weer wegvliegen. Wat? Hebben die marsmannetjes nou een man ontvoerd? Enkele meters voor mij gebeurt hetzelfde. Een vrouw en haar kind die naar het nabijgelegen schooltje stappen, worden 'weggeflitst' door een ruimteschip. Ik begin in paniek te raken, elk moment kan hetzelfde met mij gebeuren. De adrenaline gutst door mijn lichaam. Ik moet iets verzinnen, en snel.

Ik bel aan bij een huis. Enkele seconden gaan voorbij, het lijken wel uren. Ik word meer en meer opgehitst door de geluiden die ik achter me hoor. Sneller, sneller!! Ik hoor voetstappen en niet veel later gaat de deur open. Een oude man in een badjas staart me aan. 'Wat moet je?' vraagt hij, duidelijk nog niet goed wakker. 'Meneer, zou ik even naar binnen mogen?' probeer ik beleefd te vragen en ik probeer me te bedwingen dat ik het huis binnenstorm. De man hoort een vrouw gillen en zijn ogen schieten open. 'Snel' zegt hij en hij trekt aan mijn schouder. De deur valt weer in het slot.

DIT WAS HET TWEEDE DEEL. IK WEET DAT HET NIET ZO LANG IS MAAR HER VOLGENDE WORDT NOG LANGER😉 FEEDBACK IS ALTIJD WELKOM IN DE COMMENTS!!

EN MERRY CHRISTMAS!🎄

MarsmannetjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu