2.4

47 14 13
                                    

Word alsjeblieft wakker, Vicky.

De stem, die ik ken en waar ik zo van hou, komt uit het niets.

Alsjeblieft, Vicky. Word wakker en drink.

 

Ik zoek naar de smekende stem, maar ik vind niks in de verstikkende duisternis. De stem vraagt mij wakker te worden en geloof me dat wil ik ook, maar de duisternis lijkt mij niet los te willen laten. Ik raap al mijn wilskracht bij elkaar en dwing mijn ogen om zich te openen. Ik ruk mezelf los van de duisternis en langzaam wordt de wereld weer lichter. Ik knipper met mijn ogen en probeer me bewust te worden van mijn omgeving en toestand. Langzaam komt alles weer terug: mijn gehoor, mijn zicht, mijn… gevoel. Meteen wil ik weer terug naar die alles omhullende duisternis. Ik krimp ineen van de plotseling opzettende pijn. Mijn lichaam voelt compleet gebroken. Ik snak naar adem en knijp mijn ogen stijf dicht. Laat de duisternis me mee terug nemen, smeek ik in gedachten. Dan hoor ik weer die stem. Ondanks de pijn slaat mijn hart over. Ik weet van wie die stem is. ‘Ik weet dat je pijn hebt, Vicky, maar drink, alsjeblieft. Daarna zul je je beter voelen, dat beloof ik,’ fluistert Flynn. Hij legt zijn hand op mijn schouder en draait me naar hem toe. Ik open voorzichtig mijn ogen en kijk in zijn blauwe, smekende ogen. Flynn heeft zijn lippen op elkaar geperst in een bezorgde, strakke streep. In zijn handen heeft hij een kommetje met een heldere vloeistof en brengt die nu voorzichtig naar mijn mond. ‘Hier, drink.’ Ik open mijn mond en langzaam vult het zich met de vloeistof. Ik slik en slaak een zucht van verlichting. Het verspreidt zich meteen door mijn lichaam en ik voel de pijn langzaam afnemen. Mijn ademhaling wordt rustiger en mijn omgeving wordt duidelijker. Ik merk dat ik op een grasveld lig. Het lange gras is nog nat van de ochtenddauw. Ik ga rechtop zitten en kijk om me heen. We bevinden ons op een open plek met aan de ene kant de rotswand, die nu helemaal begroeid is met een wilde klimop, en aan de andere kant de rand van het bos. Op de open plek staan kleine, ronde hutjes, gemaakt van sterke, flexibele takken, die aan de bovenkant aan elkaar zijn gebonden. Flynn zit nog steeds over mij heen gebogen, maar nu pas merk ik de twee figuren achter hem op. Door de perfectie van hun lichaam en de lichte gloed om hen heen weet ik meteen dat dit ook Boodschappers zijn, maar in tegenstelling tot Flynn kijken ze met afstandelijke, afkeurende blik toe. Ik wend mijn blik af en zie dat er nog een stuk of vijf andere Boodschappers zich op de open plek hebben verzameld. Allemaal hebben ze die afkeurende blik in hun ogen. Als een klap in mijn gezicht komt het allemaal weer terug. Het gevecht met Cosmo, de ontsnapping en toen de botsing in de lucht, waardoor ik in een eindeloze val terecht kwam. Waarschijnlijk ben ik door de klap van de landing buitenwesten geraakt. Ik wil me net tot Flynn richten om opheldering te vragen als een van de Boodschappers achter hem zijn mond open doet. Hij ziet er ouder uit dan Flynn en boven een van zijn schouders glinstert het bronzen gevest van een zwaard. ‘Nu het meisje wakker is, kunnen we verder met waar we mee bezig waren.’ Hij grijpt Flynn bij zijn schouder en trekt hem omhoog tot hij tussen hem en de andere Boodschapper in staat. Er trekt een gepijnigde uitdrukking over Flynn’s gezicht. De andere Boodschapper haalt een stuk touw tevoorschijn en knoopt deze met veel kracht om Flynns polsen. Flynn krimpt in elkaar en even schiet er ook een steek van pijn door mijn polsen. Ik grijp naar de huid waar de schurende pijn opeens komt opzetten, maar het voelt nog even glad als daarvoor. Voordat er zich vragen in mijn hoofd kunnen vormen voel ik hoe twee sterke handen zich om mijn armen sluiten en mij omhoog trekken. Ondanks het effect van het helende water voel ik mijn benen protesteren als ik er op probeer te staan. Mijn handen worden op mijn rug gebonden en het touw wordt ook nu met meer kracht dan nodig is aangetrokken. Met een ruk draai ik mijn hoofd om en moet dan even slikken. Ik kijk recht in de sluwe ogen van Boodschapper Cosmo. Er trekt een spottende grijns over zijn gezicht. ‘Dag schone slaapster. We waren al bang dat je nooit meer wakker zou worden. Welkom in het Centrum. Gelukkig dat je er weer bent, anders zou je alle pret missen.’ Ik hoor Flynn een grommend geluid maken en vraag me af wat Cosmo daarmee bedoelt. Voordat ik er verder op door kan gaan wordt mijn aandacht getrokken door een felle lichtflits vlak voor de begroeide rotswand. Iedereen op het open grasveld wordt stil. Dan wordt het licht zo fel dat ik even mijn ogen dicht moet knijpen, als ik ze weer open doe zweeft er een man, die straalt als de zon, boven het gras. Hij is zo perfect dat het bijna pijn doet om naar hem te kijken. Hij heeft zijn vleugels uitgeslagen en die zijn nog groter en mooier dan die van Flynn en Cosmo samen. Om hem heen heerst een gouden gloed met verschillende tinten, die tot een paar meter om hem heen reikt. Ik weet meteen wie het is. De Boodschappers, ook Flynn, buigen eerbiedig hun hoofd. Ik kijk even verdwaasd om me heen, tot Cosmo me een knietje geeft. ‘Buig voor Opperboodschapper Raphael, mens.’ Snel buig ik ook mijn hoofd en als ik weer opkijk zie ik dat Raphael me recht aankijkt. Het kost me moeite om terug te kijken omdat het licht bijna te fel is voor mijn ogen. Met mijn ogen tot kleine spleetjes geknepen staar ik terug. Ik weiger te laten zien hoe zeer ik onder de indruk ben van hem en dus recht ik mijn rug en steek mijn kin in de lucht. Raphael glimlacht. Het is een koele, zelfverzekerde glimlach. ‘Dus dit is het meisje waar jij zo veel moeite voor doet, Boodschapper Flynn?’ Zijn donkere stem komt me vaag bekend voor. ‘Vicky, toch? Zelfs van dichtbij ben je mooi. Je zou zo als Boodschapper door kunnen gaan, jammer dat je maar een nietszeggend mens bent.’ Dat laatste brengt me toch even van mijn stuk, maar ik blijf met een ijzige blik terug staren. Wat wil die man? Gelukkig wendt Raphael zijn blik af, maar nu richt hij zich tot Flynn. Die staat een stukje verderop met de twee Boodschappers aan zijn zijde. Ook Flynn heeft een masker over zijn gezicht geschoven. Hij heeft een stalen blik in zijn ogen en hij staat er zelfverzekerd bij. Ik moet even slikken, want zo had hij ook gekeken toen hij me probeerde weg te jagen van dit eiland. ‘Boodschapper Flynn, mijn jongen. Zo treffen we elkaar weer, alleen beschouw ik dit niet als een goed teken. Je weet wat ik vorige keer tegen je heb gezegd?’ Flynn knikt. ‘Dat ben ik niet vergeten, Opperboodschapper.’ ‘Kan jij dan verklaren waarom het meisje hier nog steeds is?’ Daarop volgt een stilte. Alle aanwezige Boodschappers houden hun adem in. Ook ik voel de druk op mijn borst toenemen. ‘Dat kan ik niet, Opperboodschapper.’ Met open mond staar ik Flynn aan. Wat doet hij? Wilt hij gestraft worden? Flynn staat er nog steeds onverschrokken bij. Het enige wat wijst op zenuwen is een trillend spiertje bij zijn kaak. Raphael zwijgt een paar momenten. Dan doorbreekt zijn donkere stem de stilte. ‘Mooi, dan hoeven we daar geen energie aan te verspillen. Ik denk dat het duidelijk is waarom je het meisje nog niet weggestuurd hebt. Je houdt van haar en je denkt dat je niet zonder haar kunt. Jammer dat het bij ons niet zo werkt. Dat zou je toch… ‘ De Opperboodschapper wordt abrupt onderbroken door Flynn. ‘Ik hou niet van haar.’ Mijn hart stopt. Hij… Wat? Met een ruk draai ik mijn hoofd naar hem toe. Dit kan hij niet gezegd hebben. Ik zak bijna door mijn benen als ik de blik op zijn gezicht zie. Niks wijst erop dat hij liegt. Met een harde, kille blik in zijn ogen staart hij naar Raphael. Hij kijkt me niet eens aan. Het is niet waar, denk ik. Ik denk aan alles wat gebeurd is de afgelopen dagen. Hoe Flynn me redde van de wolf, hoe hij mij naar het meer heeft gedragen, hoe hij me warm heeft gehouden terwijl ik sliep... Maar dan denk ik ook aan hoe hij er opeens vandoor ging, de kille blik waarmee hij me aankeek die eerste keer bij het meer, dat hij me niet wilde kussen… De moed zakt me meteen in de schoenen. Zonder dat ik het doorheb leun ik verslagen tegen Cosmo aan. Ik voel zijn warme adem in mijn nek. ‘Dat komt hard aan hè, mensenkind.’ Ik verstijf als ik zijn stem zo dicht bij mijn oor hoor. Meteen ruk ik me los en kijk woedend over mijn schouder. Raphaels stem dreunt weer over de vlakte. ‘O, is dat zo, Boodschapper Flynn? Hopelijk begrijp je dat ik dat niet zo van je kan aannemen. Ik wil bewijs.’ Flynn trekt alleen zijn wenkbrauwen op. ‘Natuurlijk Opperboodschapper. Wat heeft u in gedachten?’ Raphaels mondhoeken krullen zich in een sluwe glimlach. ‘O, het enige wat jij hoeft te doen is rustig toekijken zonder in te grijpen. Boodschapper Romeus?’ Uit het groepje zwijgende Boodschappers stapt iemand naar voren. De jongen is redelijk klein in vergelijking tot de andere Boodschappers, al zou hij alsnog boven mij uitkomen. Zijn zwarte haar vormt kleine krulletjes en zijn gezicht is het toonbeeld van iemand die de liefde overdraagt. ‘Ja, Opperboodschapper?’ Zijn lichte, zangerige stem vormt een groot contrast vergeleken met de zware stem van Raphael. ‘Je weet wat je te doen staat.’ Romeus knikt als antwoord. Ik houd mijn adem in en tot mijn grote verschrikking draait hij zich naar mij. Zijn gezicht staat nog steeds vriendelijk, maar zijn donkere ogen boren zich diep in de mijne. Ik merk dat Cosmo een paar stappen terug doet, maar ik durf niet te bewegen. De ogen van Romeus houden mijn blik vast en hoe hard ik het ook probeer, ik kán gewoon niet wegkijken. De glimlach op zijn gezicht verdwijnt en dan begint het. Een lichtflits, zo fel dat het op bliksem lijkt, vult mijn zicht. Het dringt mijn hoofd binnen en die lijkt wel uit elkaar te knappen. Het bonkt en het klopt. Ik grijp mijn haar vast en probeer te schreeuwen, maar er komt geen geluid uit mijn keel. Ik val op mijn knieën en druk mijn hoofd tegen de grond. De pijn wordt ondraaglijk en net als ik denk dat ik ga flauw vallen, dringt er iets anders mijn hoofd binnen.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jan 12, 2014 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Boodschappers van de liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu