9/ Killige ruimtes:

14 1 0
                                    

Mijn maag zat zo hard te knorren dat ze uiteindelijk het avondmaal wat vroeger hebben opgediend doordat ik in de middag al niet gegeten had en daar tussen in alleen wat water en weer een appel.

Toen ik al aan tafel ging zat Loena naast me en langs mijn andere kant Oma en naat haar opa, maar toen zag ik dat ook de twee jongens tegen over ons kwamen zitten waardoor ik me al direct minder op mijn gemak begon te voelen.

Vooral toen de jongen met het rost haar waar ik beiden hun namen nog steeds niet wist met een vrouw aan het praten was over zijn arm dus dacht ik in het begin dat het gewoon een heler was van hier, maar toen ze dichter kwamen en naast hem kwam zitten tegenover mij moest ik geen twee keer knipperen of ik zag het al.

Dit was zijn moeder die het zelfde haar had en ogen die hij geërfd had, maar toch leken ze niet zo goed op elkaar door de verschillende gezichten wat hij van zijn vader moet mee gehad hebben.

Ons eten kwam op tafel en ik nam drie keer het dubbele van iedereen waardoor alle ogen voor een paar seconden naar mijn bord gingen, naar mij en dan terug naar hun bord met op getrokken wenkbrauwen.

Iedereen was al klaar toen ik nog bezig was, maar toch bleven ze zitten dus zag ik al snel in dat iedereen al klaar moest zijn voor ze van tafel mochten dus toen ik een grote zucht slaakte nadat de moeder van de roste jongen haar ogen draaide naar mij schoof ik mijn bord naar voor met mijn vork en mes naast elkaar langs de rechter kant om aan te tonen dat ik klaar was zodat iedereen van tafel kon en ik met een lege maag naar boven dus toen iedereen weg was ging ik gewoon weer zitten en kwam Loena na een paar seconden terug als ze zag dat ik har niet volgde.

"Ik dacht dat je klaar was?" vroeg ze beledigd wat me verbaasd liet staan dat ze dat echt dacht nadat ik niets gegeten had vanmiddag wat ze wist en een grote zucht slaakte voor ik mijn brod opzij deed met nog super veel er in.

"Dat dacht je dan want ik kan nog veel op!" met die woorden slaakt zijn een zucht en komt naast me zitten terwijl we nog praten over alles wat niet te maken heeft met dit.

Voor we naar boven gingen liep ik snel naar een persoon die mij bord aan het weg doen was.

"Dank u wel. Kunt u de koks bedanken voor het lekkere eten?" zijn ogen trokken helemaal op alsof hij dat nog nooit gehoord had wat ik zie.

"Zeker weten mijn prinses!" nog nooit had ik zo'n grote lach op iemand zijn gezicht gezien door gewoon die woorden uit te spreken.

Samen liepen ik en Loena naar mijn kamer waar we nog gingen verder praten tot we te moe waren om onze ogen open te houden of ik dan ten minste als zijn bijna niet sliep omdat ze mij bewaakte.

In het niets deed ik mijn ogen toe toen ik in bed ging gaan liggen voor te slapen terwijl Leona de deur uit is gegaan was ik  weg naar iemand anders.

In plaats van dat ik eerst in de witte kamer terecht kwam ging ik al direct door naar Peter waar hij  was want nu leek het alsof ik niet gewoon toe keek vanaf ogen in de muur, maar was ik er als een echte geest.

Elke keer wanneer ik dingen zie van hem kom ik dichter en dichter bij hem in de buur, maar nu ik echt in de dimensie ben waar hij zit en we dichter dan anders bij elkaar zijn is de connectie tussen ons veel meer versterkt ,maar dat heeft niet alleen voordelen met zich mee.

"Peter!" roep ik als ik mijn ogen open doe en hem zie.

Zijn hoofd dat helemaal naar beneden hangt alsof hij alle hoop heeft op gegeven dat zijn levens energie van het vechten waard weg is, maar met mijn woorden zie ik lichtjes beweging in hem zodat ik hem niet langer als een lijk aan de muur zie hangen.

"Peter, alsjeblief!" ik val stap naar hem toe en ga voor hem staan zodat ik hem beter kan zien en hij niet veel energie moet verbruiken.

"Geef de moed niet op!"

"Waarom?"

"Ik ben hier nu en we komen je redden, dat beloof ik je met heel mijn hart!"zijn ogen hebben die van mijn gevonden en hij bekijkt me van top tot één alsof hij niet helemaal weet wat er voor hem staat.

"Wie ben je?" maar met die woorden laat hij iets in me breken dat al zo gebroken was dat ik dacht dat mijn gouden hart een gewoon hart werd.

"Wat doe jij hier?" roept de mand die hem al heel de tijd aan het martelen is naar mij waardoor ik meteen door heb dat ik hier echt als geest sta.

Hij komt op me af lopen, maar ik ontwijk hem en probeer hem te schoppen terwijl ik hem op afstand hou van wat ik vandaag allemaal al geleerd heb.

"Ga hier weg nu!" roept Peter nog als de mand een mes achter zijn rug haalt en die in mijn zij steekt, maar door wat Peter zijn was ik mijn focus vergeten en zag ik zin mes niet aankomen.

Langzaam aan zie ik me vervagen en voel ik mijn lichaam wakker komen van de bizarre droom die ik al weer gehad heb van Peter.

Tranen voel ik lopen over mijn wangen en heb door dat de droom echt intens was, maar als ik me recht op zet voel ik een stekende pijn dus kijk ik naar mijn zij waar ik de steek wonde van in mijn droom zie met bloed dat overal op mijn lakens zit en plakkerig aan me kleeft waardoor het tot me door dringt dat wat ik droom ook echt de realiteit is wat dan gebeurd en dat ik zo juist echt naar Peter ben geweest.

"SHIT!" roep ik en probeer mijn hand op mijn wonde te leggen wat me nog meer pijn levert en ervoor zorgt dat mijn geweten weet dat dit echt is en geen droom in een droom, maar dat ik echt dood bloed en gewond ben geraakt in een droom van mijn broer.





Het hart van goudWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu