7

247 7 2
                                    

Ik knijp mijn ogen bij elkaar van het felle licht. Wacht. Fel licht?! Mijn ogen schieten open. Hoe? Hoe ben ik hier nog? Mijn hand gaat gelijk naar mijn borstkas en gaat gelijk weer weg van de pijnlijke tik. Ik zucht. Ik leef nog. En het is een wonder. Ik sta op van het kampbed en ga op zoek naar Will. "Solace." Zeg ik als ik hem gevonden heb. "Wow!" Komt er gelijk uit zijn mond. "Wat?" Vraag ik. Will wijst naar zijn hoofd. "Wat is er met mijn hoofd?" Vraag ik verward. "Je bent blond!" Zegt Will iets te luid. "Wat!" Zeg ik en pak een pluk haar. Het was echt blond. "Waarom ben ik blond?!" Vraag ik gelijk. "Ik weet het niet." Zegt Will en gaat met zijn hand door zijn haar. "Laat maar zitten. Waar is Percy?" Vraag ik daarna. "In de cabine al een paar dagen. Hij kwam elke dag vragen hoe het met je ging." Antwoordt Will. "Bedankt." Zeg ik en loop richting de cabine.

"Percy!" Roep ik als ik voor onze cabine sta. Geen gehoor. Ik klop op de balk en kijk naar binnen. "Percy?" Herhaal ik nog een keer. Ik kijk door de cabine maar zie niemand. En al Percy's spullen zijn weg. Ik ren gelijk naar de Athena cabine. "Annabeth!" Roep ik terwijl ik de deur open gooi van de Athena cabine. Annabeth zit op een bankje en kijkt op van haar boek. "Helena?!" Vraagt Annabeth geschrokken. "Waar is Percy?!" Vraag ik gelijk. Annabeth staat op van het bankje en legt haar hand op mijn schouder. Ze slikt horend. "Percy is naar Olympus geroepen." Antwoordt Annabeth op mijn vraag. "Wat? Waarom?" Vraag ik gelijk. "Percy, heeft een soort van huisarrest van je vader. Omdat hij je niet goed heeft beschermd." Antwoordt Annabeth.

Mijn hand gaat zacht naar mijn borst. "Annabeth? Heb jij ook een litteken?" Vraag ik. "Van toen je door de *Chimera was gestoken?" Vraag ik verder. "Nee." Antwoordt Annabeth. "Oké." Zeg ik. "Maar wat wil je doen nu je wakker bent?" Vraagt Annabeth. "Eerst wil ik Percy van zijn huisarrest af helpen." Zeg ik. "En daarna wil ik graag iemand bezoeken." Ga ik verder. "Hoe gaan we naar Olympus?" Vraag ik. "Via de Empire State Building." Zegt Annabeth. "En hoe komen we daar? Ik bedoel ik kan niet rijden." Zeg ik. Annabeth draait weg en pakt een paar groene parels van haar bureau. "Cadeautje van Persephone." Zegt Annabeth en geeft er een aan mij. "Denk aan je bestemming en stamp hem fijn." Legt Annabeth kort uit. Ik knik.

Ik leg de parel op de grond. Denk aan Olympus en stamp de parel fijn. Binnen een paar seconden staan we op het dak van de Empire State Building. Ik val gelijk op de grond. "W..waar is de deur?" Vraag ik half stotterend. "Helena heb je hoogtevrees?" Vraagt Annabeth. Ik slik en knik. Annabeth steekt haar hand naar me uit en ik neem hem aan. "Het is maar een paar stappen naar de deur." Zegt Annabeth en ondersteund me een beetje. Ik loop rustig met haar naar de deur. Annabeth opent de deur en zet alle elektriciteit aan en er komt een gouden deur tevoorschijn. "Dit is de lift naar Olympus." Zegt Annabeth en laat me los. De deur gaat open en we stappen de lift in. Annabeth drukt op de knop van de bovenste verdieping waarna we met ongelofelijke snelheid omhoog gaan.

De deuren van de lift gaan weer open en ik zie een stad die bijna licht lijkt te geven. "Wauw!" Zeg ik terwijl ik mijn ogen niet kan geloven. "Dat dacht ik de eerste keer ook." Zegt Annabeth en kijkt over de stad heen. Ik loop samen met Annabeth over de straat heen terwijl ik verwonderd om me heen kijk. Na een paar minuten loop ik bijna tegen een grote gouden deur aan voor Annabeth me terug trekt. "Je liep bijna tegen de deur aan." Zegt Annabeth als ik haar vreemd aankijk. "Ik blijf de dagdromer niet waar?" Vraag ik lachend. Annabeth kijkt me aan en lacht vriendelijk naar me. "Alles komt goed Helena." Zegt Annabeth en legt een hand op mijn schouder. Ik zucht diep. "Ik weet het niet hoor." Zeg ik.

"Helena. De eerste keer in je leven je vader ontmoeten is zenuwslopend tot het voorbij is. Dan voel je je echt opgelucht. Geloof me maar." Zegt Annabeth om me de moed in te spreken. Ik zucht weer. Ik leg mijn hand op de deur en kijk Annabeth nog een laatste keer aan voor ik de deur open doe en de kamer binnen stap. De twaalf goden zijn gelijk stil en mijn vader en Percy kijken me gelijk aan. Percy wil naar me toe rennen maar wordt tegengehouden door mijn vader. "Hey, Perce." Zeg ik terwijl ik mijn tranen in probeer te houden.

Percy Jackson's Twin Sister (On Hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu