Percy Jackson's Twin Sister (On Hold)

8

Ares achtervolgt me naar mijn cabine en ik draai om. "Wat wil je van me Ares?!" Vraag ik. Ares pakt mijn hand vast. "Trouw met me." Zegt Ares zacht. Ik kijk hem verbaasd aan. "Ik heb je gister gezien. Je bent perfect." Zegt Ares daarna. Ik trek mijn hand terug. "Je bent me gevolgd vanaf Olympus?!" Vraag ik verbaasd. Ares knikt. "Ik heb gezien hoe je die Athan in elkaar sloeg. Je bent echt perfect." Zegt Ares. "Dat ik iemand in elkaar sla omdat ik boos ben op die persoon betekend nog niet dat ik gelijk met je moet trouwen." Zeg ik. "Er zijn nog genoeg anderen vrouwen in de wereld die goed kunnen vechten." Ga ik verder.

Oké, even terugspoelen naar het begin van de dag. Ik denk dat dit niet zo snel helder is.
Het begon al toen ik vanochtend opstond en het meer in dook.

Ik kijk naar het heldere water dat opeens voor mijn ogen donker wordt. Ik kom boven het water uit als er iemand voor me staat. Ik kijk omhoog en zie dat er een eclipse bezig is. "Prachtig he?" Vraagt iemand. Ik kijk om naar waar het geluid vandaan komt. Er staat een man ongeveer net zo oud als mijn vader qua uiterlijk. Ik bekijk hem vlug en kijk dan weer weg. "Kun je alsjeblieft iets van een broek aantrekken. Dit is echt ranzig." Zeg ik en loop naar de kant. Ik hoor de man achter me aan lopen. "Een eclipse is mooi ja. Maar ze zijn ook heel zeldzaam." Zeg ik. "Net zoals wereldoorlogen." Zegt de man.  Toen drong het al heel snel tot me door. "Ares, god van de oorlog." Zeg ik.

Ik loop terug naar mijn cabine terwijl ik alles uit wring. Ik draai me om maar daarna weer snel terug. "Trek een broek aan!" Roep ik tegen Ares. "Ik ben bezig oké!" Hoor ik Percy schreeuwen. Mijn hand beland op mijn gezicht. "Ik ben omringd door domme mensen, behalve Annabeth natuurlijk." Het laatste zeg ik heel zacht. Percy rent naar buiten en stopt als hij Ares ziet. "Helena, wie is dit?" Vraagt Percy aan me. Ik adem diep in. "Percy, dit is Ares. Clarisse's vader." Zeg ik. Percy trekt een wenkbrauw op. "Waarom is hij dan zo. Kalm?" Zegt Percy. "Dat is omdat Clarisse weinig zelfcontrole heeft. De anderen moeten haar altijd tegenhouden anders zou het halve kamp al bij de ziekenboeg liggen." Zeg ik.

"Clarisse heeft nooit zelfcontrole gehad." Zegt Ares. "Dat had haar moeder ook nooit." Gaat hij verder. Ik kijk Ares aan. "Ares. Alsjeblieft. Je moet echt weer terug naar Olympus." Zeg ik en draai om. Een hand komt op mijn schouder terecht. Ik kijk om. En zie dat Ares hand op mijn schouder ligt. Ik veeg zijn hand weg en trek Percy mee. Ik kan niet nog een god in mijn leven aan. Ik loop naar het trainingsveld toe en trek een zwaard uit het rek en een harnas. Ik trek snel het harnas aan en ga tegenover Percy staan. Eens kijken of hij me deze keer kon verslaan. Het was elke keer als ik me goed genoeg focuste dat ik Percy's bewegingen kon lezen. En hij vond het absurd dat ik dat kon. Daardoor verloor hij ook steeds. Hij focuste meer op zijn bewegingen dan die van mij.

Maar vandaag raakte ik afgeleid. Waardoor Percy me in mijn wang snee. Hij stond weer verborgen achter de bomen. In de schaduw. Terwijl hij naar me keek. Ik was zo afgeleid dat ik de snee niet eens voelde tot ik mijn ogen van de zijne weg trok. Het was alsof zijn grijze ogen die van mij naar hem toe trokken als hij dicht bij genoeg was. Ze straalde wel iets van verdriet uit. "Helena!" Hoor ik Percy opeens. Ik kijk naar Percy en voel wat over mijn wang druppelen. Ik ga met mijn vinger langs mijn wang en voel de snee. "Wat gebeurde er?" Vraagt Annabeth die er vlug bij was gekomen. Ik schud met mijn hoofd. "Ik raakte afgeleid. Sorry." Zeg ik en schud nog een keer met mijn hoofd.

"Dat is niets voor jou Helena." Zegt Annabeth. Ik kijk weg. Ik dagdroomde wel eens maar ik was nooit afgeleid. "Helena, moet ik mee gaan om een pleister te halen?" Vraagt Percy. Ik schud mijn hoofd. "Nee, maar toch bedankt." Zeg ik en zet het zwaard terug in het rek. Ik loop naar de ziekenboeg waar ik bijna gelijk tegen Will op loop. "Solace, mag ik voor de verandering eens een pleister?" Vraag ik. "Voor de verandering Carpenter?" Zegt Will terwijl hij een wenkbrauw optrekt. Ik rol met mijn ogen. "Ik raakte afgeleid." Zeg ik en loop achter Will aan die naar binnen liep. "En wie heeft je te pakken gekregen?" Vraagt Will.