Timo | De afgezonderde '17

8 3 0
                                    

Ik voel me een beetje het afzonderlijke deel in de groep. Ik zit er maar. Iedereen praat, en ik kijk toe. Ik ben me volgens mij nog niet bewust wat er de afgelopen uren gebeurde. Een paar uur terug zat ik nog in het vliegtuig met mijn twee beste vrienden. Ik ben ze verloren, ik heb niemand meer. Ik kan mijn broer niet bereiken, mijn ouders zullen vast ongerust zijn. Het wordt me teveel. Zonder dat iemand het doorheeft wandel ik de bossen in. Ik zie overal wrakstukken, koffers, tassen, zwemvesten. Zelfs een dode. Ik open de koffers en tassen om te kijken of er wat bruikbaars in zit. Kleren.. Dat is wel interessant. In de verte hoor ik de groep. Zij hebben ook dingen gevonden. Misschien ook wel kleren. Ik weet het niet. Ik kleed me om, in de hoop dat niemand me ziet, en zoek verder. Een appel, een oplader, een drinkfles, een telefoon die net als die van mij geen bereik heeft, zakdoekjes, een portemonnee,... De eet- en drinkbare dingen neem ik mee in een rugzak die ik zonet heb leeggemaakt en de rest blijft liggen. Dan maak ik een terugkeer naar de groep.

Een oplettende vrouw die duidelijk ouder is als mij staat op en spreekt tegen me. "Hee jij, ik dacht al dat ik iemand miste. Waar was je heen?". Ik grinnik. "Noem me maar Timo. Ik was een beetje gaan wandelen, omdat ik niet het idee had dat ik gemist werd". De vrouw keek me aan. "Wat heb je daar op je rug?", vroeg ze, zonder verder wat te vragen. "Een rugzak, lijkt me vrij duidelijk, toch?". Dat antwoord stond haar niet zo aan, maar ze zei er niets van. Ze nam alleen de rugzak af en keek erin. "Zozo...", sprak ze. "Dus jij gaat eten zoeken en wilt het nog verbergen ook?". Oke, ze heeft totaal geen idee waar ze over praat. "Nee. Ik had het inderdaad gevonden maar was van plan om er wat van te zeggen. Fijne groep zijn jullie.", zeg ik, terwijl ik naar haar loop en de rugzak terug pak. "Als het zo zit...". Ik wil haar naam uitspreken maar ik weet niet hoe ze heet. "Eden.", precies alsof ze mijn gedachten kan lezen. "Als het zo zit, Eden, dan ga ik wel voor mezelf op pad.". Ik wil me net omdraaien maar ik hoor Eden. "Nee. We hebben iedereen nodig. Ook jou, Timo.". Verrassende wending. Ik draai me terug om. "Waarvoor, heb je een plan uitgestippeld?", zeg ik met een grijns op mijn gezicht. "Ja, eigenlijk wel.", zegt ze terug. "Maar eerst moeten we allemaal terug op adem komen, dat vind ik toch, en ik denk jij ook.". Eigenlijk heeft ze gelijk. Ik heb teveel aan mijn hoofd nu, en ik zou even moeten afkoelen. Zodoende wandel ik naar de groep en zet me erbij, naast Eden. Ik tel hoeveel mensen er zitten. 6. "Waren we niet met 8 in totaal?", vraag ik uit het niets. De seconde erna hoor ik iemand, een meisje, die blijkbaar Selly heet. "Selly, waar is Finn?", vraagt Eden aan haar. "Geen idee... Ik dacht dat hij al terug hier was, dus hij is hier niet?". Iedereen in de groep schudt allemaal tegelijk nee. Sommigen lijken zich al heel snel zorgen te maken, staan op en maken zich klaar voor een zoektocht. Ik blijf zitten, net als nog drie anderen. Ik heb geen idee hoe ze heten maar het zijn een meisje en twee jongens. We kijken allemaal de groep na, om een ongemakkelijke stilte te vermijden, waarschijnlijk. "Dus, zijn wij nu gepromoveerd tot hutbewakers?", probeer ik met een lach te brengen. Een van de meisjes kijkt me aan zonder wat te zeggen.

Trapped | SoB2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu