Eden | Gestrand '10

45 5 1
                                    

Ik kijk om me heen en zie wrakstukken, paniekerige mensen en doden. Ik zie mensen langzaam naar achter lopen, weg van het wrakstuk. Mijn instinct zegt dat ik eerst moet kijken naar bruikbare dingen, voordat andere dat doen. Al snel zie ik een groep mensen ontstaan, met toch nog een aantal buitenstaanders. In mijn linker ooghoek zie ik iets glinsteren. Al snel zie ik een klein blauw zakmes. 'Dat kan nog van pas komen' denk ik bij mijzelf. Snel stop ik het zakmes in mijn zak en kijk nogmaals om mij heen. Ik zie munitie en batterijen op de grond liggen. Wat die hier doen, vraag het niet aan mij. Ook deze stop ik in mijn zak. Ik voel ogen op mij gericht en doe snel alsof ik een beetje verward ben. Snel wankel ik naar achter en plof neer op het strand. Ik doe mijn hoofd tussen mijn benen en kijk stiekem nogmaals om me heen. Waarschijnlijk komen de andere overlevenden met het idee om het wrakstuk nogmaals door te zoeken. Ik heb tenminste al een zakmes en wat levensmiddelen, ook dit komt goed van pas.

Ik hoor rechts van mij geschuif en zie dat een gewonde naar mij toe probeert te kruipen. Hulpeloos kijkt hij mij aan. Rustig sta ik op en loop naar de groep overlevenden. Ik kijk iedereen een voor een aan, terwijl iedereen angstig om zich heen kijkt. In mijn hoofd tel ik het aantal overlevenden. Zeven personen hebben deze vliegtuigcrash overleeft. Ik kijk ze nogmaals aan en zie dat ze allemaal reddingsvesten dragen. 'Die hadden zeker zin om te zwemmen' denk ik bij mezelf. Ik kijk naar het vliegtuig en zie een klein vuurtje bij het vliegtuig. 'Laten we weg van hier' zeg ik tegen de zeven overlevenden. We lopen een eindje weg van het vliegtuig en bekijken het vliegtuig van een afstand.

Al snel neem ik de leiding en iedereen volgt mij, zonder vragen te stellen. 'Laten we hier zitten' zeg ik. 'Hoi, ik ben Gary. Kan ik ergens mee helpen?' zegt een te blije jongen tegen mij. 'Hier wordt ik al meteen chagrijnig van' denk ik bij mezelf. Ik kijk nog eens om me heen en zie een stille jongen. 'Jeremy' zegt hij zacht en knikt. 'Beter stil, dan irritant' denk ik. Ik kijk naar het vliegtuig en zie het vuur groter worden. Ik hoor zacht geknetter en vervolgens hoor ik een harde knal. De harde knal wordt gevolgd door een grote vuur bom. 'Daar gaan alle spullen' denk ik bij mezelf. Ik zie andere verschrikt kijken. Ik hoor een meisje zacht huilen. 'Alsof je daar nog mee kan wegvliegen' zeg ik sarcastisch.

'Als het vliegtuig is uitgebrand, gaan we op zoek naar dingen om te gebruiken' zeg ik tegen de groep. De enige die knikt is een meisje genaamd Selly. Ik begrijp dat iedereen overstuur en gestrest is, maar we moeten tenminste wel proberen om er het beste van te maken. Het geluk bestaat uit het ongeluk waar men nu tevreden mee is. Dat geldt voor mij tenminste. Als we allemaal maar bij de pakken neer gaan zitten en niet eens meer grapjes kunnen maken, dan kun je beter maar meteen sterven. Je hebt een vliegtuigcrash overleefd en je gaat er meteen aan onderdoor? Dat is wel heel zwak. Ik begrijp dat het allemaal hartstikke erg is dat we gestrand zijn op een onbewoond eiland, maar we zijn tenminste nog met elkaar. Het zou nog veel erger zijn als je bent weg gerukt van de hele bewoonde wereld.

Trapped | SoB2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu