hoofdstuk 12: de reding

28 3 1
                                    

Pof mel

Ik ga vanavond maan bevrijden. Ik vind wel iemand die mee gaat.

B: Mel het is al laat je moet echt gaan slapen.

M: Bart Ik denk aan maan we kunnen hem daar niet laten zitten.

B: We regelen dit morge wel.

M: Oke. Slaap wel.

B: Slaap wel mel.

Dan doe Ik alsof Ik slaap.

Een half uur laten hoor ik iets buiten.

R: Mel ben je wakker.

M: Raoyo wat doe jij hier en wees stil bart slaapt.

R: Ik wil maan gaan bevrijden maar dat kan ik niet alleen dus kwam ik vraagen of Jij mee wou.

M: Tuurlijk maar ik laat wel een briefje achter.

Beste bart
Ik en raoyo gaan maan bevrijden
Kom niet naar jenava voor het midag is. En vertel niets tegen ragftagar.
Generaal van kanta
Mel

M: Klaar we vertrekken.

R: Oke Kom maar.

M: Ik hoop dat hij luisterd.

R: Dat zal hij wel doen.

M: Ik hoop het maar.

Aangekomen in jenava en ik zie bewakers staan. Ik doe het teken naar raoyo en hij ziet hem ook.

R: Wat nu.

M: We lijden hem af.

R: Het mag niet te luid zijn of heel jenava word wakker.

M: Je hebt gelijk. Jij laat je zien en ik sluip naar binnen.

R: Zeker?

M: Ja heel Zeker.

En raoyo trekt de aandacht van de bewaakers. Dan loop ik naar binnen en sla ze KO. Dan komt raoyo binnen.

M: Er zijn een soort van cellen achter de toon.

R: Hoe weet je dat.

M: Ik heb hier ook gezeten als bewaker.

R: Vergeten.

M: Maakt niet uit.

We sluipen naar de troonzaal en loopen dan naar binnen. Als we voor de Troon staan ga ik er langs naar de achter kant en hoor dan bewakers praten met maan.

R: Je had gelijk.

M: Waneer niet.

R: Geen idee maar wat nu.

M: Geen idee.

R: Ik doe alsof ik ontsapt ben en jij bevrijd maan.

M: Oke.

Raoyo gaat naar beneden en zegt 'ik ben vrij en klimt dan rap naar boven'. De bewakers lopen achter hem aan en ik bevrijd maan.

Ma: Mel ik wist dat jullie mij zouden bevrijden.

M: Nu niet het is al bijna ochten en we moeten hier echt weg of we worden nog gevonden.

Ma: Das waar maar met wie ben je hier?

M: Juist raoyo we moeten hem gaan zoeken.

Ma: Raoyo het watje.

M: Hij wou jou wel komen redden he vergeet dat niet.

Ma: Hij wouw dat had ik niet verwacht.

M: Kom op dan gaan we hem zoeken.

Als we de bewaakers zien die achter raoyo aan het rennen waren slaag ik ze KO en dan zien we raoyo lichen met een pijl door zijn been.

M: Raoyo gaat het.

R: Ja hoor ik kan aleen niet meer stappen.

M: We moeten een schuilplaats zoeken we geraaken zowizo niet meer weg.

R: We moeten naar kanta anders komen ze ons zoeken weet je nog.

Pof bart

Ik word wakker en zie mel niet dan zie ik een briefje lichen en lees het. Ik wacht tot tien uur en dan ga ik het zechen.

Hj: Bart heb je raoyo gezien.

B: Nee sorry joris.

Hj: Waar is hij naar toe.

Pof mel

We zijn aan de grens het was moeilijk om hier te komen maar we moeten verder.

M: Kom op we zijn er bijna.

Op het punt als we er aankomen is ragftagar woedend zou bart het gezecht hebben.

M: Ragftagar wat is er.

Ragf: Wat er is dat jij ongehoorsaamt bent.

R: Ik wou gaan en heb mel mee gevraagt.

En raoyo probeerd recht te staan.

M: Nu niet ragftagar raoyo is gewond.

Ragf: Nu niet nu niet hij kan me niets scheelen.

M: Mij wel hij is en blijft een kantaan net als maan. Als hij zijn mede mensen wil helpen is hij de held. Maan breng hem naar een dockter.

Ma: Zoals u wil.

Zo dit was weer een hoofdstuk het heeft lang gediluurd maar ik heb nu examens dus sorry daarvoor maar het is wel een spannend einde. Als jij een personage in mijn boek wil laat jou karakter en een naam achter.

cas veroverd entropiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu