/|Hoofdstuk 3|\

42 4 11
                                    

Underneath -- Hoofdstuk 3 -- Lydia

De L.E.E.V.; Levensbelangrijke Educatie voor Eeuwige Vooruitgang. Het is gericht op het inbrengen van kennis bij jongeren, zodat zij later het land kunnen besturen en "vooruitgang" door kunnen zetten.

Dat was het in ieder geval, nu is het een manier om jongeren bezig te houden. Als we ooit hier uit komen, nooit dus, zullen we genoeg kennis hebben de vooruitgang in gang te zetten, volgens de docenten. Puck heeft L.E.E.V omgezet naar Levenslang En Eeuwig Vervelend. Ook heeft ze me er al duizend keer op gewezen dat L.E.E.F een betere naam zou zijn geweest, omdat het een correcte spelling heeft.

Vroeger ging alles met boeken, tegenwoordig met chips. Ze zijn meegenomen naar beneden en werken nog prima. De chip geeft je een hoop informatie over een onderwerp, die je moet categoriseren en samenvatten. Voor stomme onderwerpen lang en saai werk, maar als het je interesseert valt er echt nog plezier uit te halen.
Nu niet, dus wissel ik met Puck briefjes uit. Puck weet helaas geen ander onderwerp te verzinnen dan Karl, dus geeft ze me hele preken over hoe ik mijn relatie met hem moet aanpakken. Ik zet er af en toe onzinnige commentaren tussen, maar laat haar uiteindelijk haar gang gaan.

Je moet een matras gaan halen voor hem.

Ik zucht.

Misschien.

Puck kijkt me even met een duivelsachtige grijns aan en begint met dezelfde grijns te schrijven.

Ik help wel met halen. Als je het niet doet laat ik hem in jouw bed slapen.

Nu kan ik er niet meer onderuit. Ik verfrommel het propje en gooi het tegen Pucks hoofd aan. Ze grinnikt en begint weer met schrijven, waarschijnlijk een nieuwe preek. Ik begin toch maar met de informatie opschrijven, misschien dat Puck dat dan ook gaat doen. Dan heb ik eventjes rust van haar Karl-manie.

"Waarom doe ik dit eigenlijk?", vraag ik aan Puck. We lopen met een matras door de gangen. Puck loopt voorop en bepaalt waar we heen gaan. Volgens mij neemt ze expres een omweg om mij te pesten.
"Om de eerste stap in je relatie met Karl te zetten; aardig zijn", Puck kijkt bij het woord 'aardig' met een strenge blik achterom.
"Waarom zou ik extreem aardig zijn? Hij mag bij me slapen, dat vind ik al genoeg."
Puck snuift. "Het is totaal niet genoeg. Waarom vonden zijn ouders het eigenlijk goed dat je hem op de grond liet slapen? Zijn het eigenlijk wel zijn ouders?"
Ik haal mijn schouders op, "Geen idee, zo leek het. Wat maakt het uit? Nu heeft hij zijn matras."
Puck knikt, "Inderdaad. Je lijkt al wat meer uit de ontkenningsfase te komen, gaat de goede kant op!" Puck kijkt met een grijns achterom, waardoor ze de Ordehouder niet ziet. Voor ik iets kan doen, botsen we tegen hem op. "Zo zo jongedames, wat zijn jullie aan het doen?"
Geschrokken probeer ik me achter Puck te verschuilen, die me echter naar voren duwt. "We brengen een matras naar de kamer van deze dame hier. Ze heeft drie nieuwe kamergenoten en er zijn te weinig slaapplekken." Puck glimlacht naar de Ordehouder en grijpt het matras, dat we hadden laten vallen, alweer vast.
"Welke kamer heb jij, jongedame?", vraagt de Ordehouder.
"Kamer 217, meneer", zeg ik terwijl ik naar mijn voeten kijk. De Ordehouder begint verwoed in zijn walkietalkie te praten en ik snap er helemaal niks van.
Na wat een half uur lijkt te duren, is hij eindelijk klaar. "In kamer 217 is alleen Karl Larsson opgedeeld, de andere twee moeten naar kamer 271. Ik loop wel even mee. Dat matras mag je vriendin terugbrengen."
Ik kijk ontzet de Ordehouder aan. Die twee oude mensen hebben voor niks aan mijn deur geklopt.
De Ordehouder loopt weg en vlug ga ik erachteraan, nadat ik naar Pucks vreugdedansje heb gekeken. "Nu is er niks dat jullie liefde kan tegenhouden!", hoor ik haar nog door de gang schreeuwen.

De oude man en vrouw hebben me duizend excuses aangeboden, die ik wat nors in ontvangst heb genomen. Karl zat intussen op de grond, waar hij die nacht had geslapen.
Dat deur klapt dicht en opgelucht ga ik naast Karl liggen. Karl zegt niets en ik ook niet, dus het is eindelijk stil. Doodstil, zelfs Puck is er niet. Genietend sluit ik mijn ogen.
"Dus, waar ga ik nu slapen? Als je hier gaat slapen klim ik in jouw bed, even dat je weet." Karls stem herinnert me dat hij er ook nog is en ik ga overeind zitten. "Eigenlijk was ik met Puck een matras aan het halen, maar die moest weer terug van een Ordebewaker. Jij kunt op de bank slapen, en waag het niet in mijn bed te slapen, of het te proberen." Karl haalt grijnzend zijn schouders op, "Het was te proberen. Wat ging je vanochtend eigenlijk doen?"
Geschokt probeer ik een antwoord te vinden. Zou hij het weten? "Gewoon, wat rondlopen", antwoord ik, maar kijk hem niet aan. Karl trekt een wenkbrauw op en staat op. Ik sta ook op en veeg wat stof van mijn kleren, donkergroen shirt en broek. Zwijgend loop ik naar mijn afgescheiden hoekje. Doordat Karl over vanochtend begon, moet ik weer denken aan de zon. Hoe gelukkig ik me vroeger voelde toen de zon scheen. Hoe graag ik weer naar boven wil.
Maar hoe ga ik dat ooit ongemerkt doen? Ga ik het überhaupt doen? Ja, dat staat vast. Het is sowieso eens tijd dat iemand poolshoogte neemt daarboven, misschien dat we allemaal daar weer kunnen leven. Dat zou geweldig zijn.

Tijdens het avondeten weet Puck zich in te houden en in plaats van over Karl hebben we het over het eten, wat vandaag niet te vreten is. "Ik zweer het je Puck, dit is gewoon een gepureerde inhoud van de vuilnisbak van vorige week. Het kan niks anders zijn." Puck schudt haar hoofd. "Ik ben er zeker van dat het geen vuilnis is. Dat kun je niet eens pureren. Ik denk dat dit een mix is van alle restjes die ze nog hadden en peterselie. Die peterselie maakt het alleen maar nog erger." Puck trekt een gezicht en schuift haar bord naar de andere kant van de tafel, waar Karl net gaat zitten. Ik trek m'n wenkbrauwen op. "Karl, heb je dan echt geen vrienden? Hoe heb je het hier dan ooit volgehouden?" Karl werkt zonder moeite de drab naar binnen. Verbaasd neem ik een klein hapje. "Nee, behalve als jullie dat nu zijn. En trouwens, jullie kijken me allebei aan alsof ik gek ben."
"Ben je ook" antwoord ik. Ik neem nog een hap, groter dit keer, en eigenlijk is het nog niet zo slecht. Ik neem nog wat en kijk naar Puck, die haar hoofd wegdraait. "Ik steek nog wel wat brood uit de keuken." Ik haal m'n schouders op. Karl buigt zich naar me toe. "Ik denk dat ze nog liever een kikker zou eten dan dit." Ik grinnik. "Ze heeft al eens een kikker gegeten. Ik denk dat het andersom is." Karl grinnikt ook. Puck draait haar hoofd even en ik zie dat ze glimlacht. Ik glimlach terug. Op de terugweg naar mijn kamer neem ik een omweg, langs de gang met de scheur. Een warm gevoel bekruipt me als ik denk aan de zon en de sterren die nu misschien te zien zijn. Dan denk ik aan Karl. Ik denk dat ik er een vriend bij heb.

Terug van weggeweest! Ik heb geen idee waar dit heen gaat, dus ik ga dit verhaal denk ik eens ga uitwerken😆

Lied bovenaan: Counting stars -- OneRepublic

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Aug 29, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Underneath [geen updates]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu