~9~

28 2 0
                                    

Ik fiets naar school. Als ik aankom gooi ik mijn fiets in de stalling. Ik wil meer weten over deze onbekende jongen. Ik ren naar de bibliotheek. Hij is er weer. Net zoals altijd. Altijd bij de boekenkast. Met de verboden boeken.

De boekenkast ~2~ VOLTOOIDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu