Met gesloten ogen

6. Eerste bladzijde

De zon schijnt door mijn lichtblauwe gordijnen, waardoor mijn hele kamer blauw gekleurd word. Het is pas half negen en ik ben nu al wakker. Elke zaterdagochtend gaat mijn moeder om kwart over acht naar het bejaardentehuis om vrijwilligerswerk te doen en bij mijn oma op bezoek te gaan. Zo is ze nog elke week bij mijn oma en heeft ze wat te doen.  Ik lig een lange tijd op mijn zij in mijn kamer rond te kijken. Dan besluit ik om naar beneden te gaan en televisie te kijken.

Als ik beneden ben is het stil. Er ligt een briefje op tafel, waar mijn ouders allebei wat op geschreven hebben. Ik leun met beide handen op de tafel en begin te lezen.

'Goedemorgen Marlytje van me, ik ga naar mijn werk. Ik ga met collega's iets leuks doen dus ben ik pas vanavond thuis. Als er iets ben ik altijd bereikbaar. Doei ik hou van je! Papa

Ik draai het blaadje om en begin verder te lezen.

Hoi,

Ik ben naar het bejaardentehuis. Ik ben weer rond twee uur thuis. Als er iets is ben in heel snel thuis!!! Veel plezier. Love you

Ik loop naar de keuken en begin mijn ontbijt te maken. Ik heb niet heel erg veel zin in eten dus giet ik maar yoghurt met cornflakes in een schaaltje en ga op de bank zitten met de televisie aan.

Als er niets op televisie is en ik mijn yoghurt op heb ga ik maar weer naar boven. Ik plof op mijn bed en pak mijn mobieltje. Na een tijdje kijk ik weer mijn kamer in. Dan zie ik de tassen van gisteren staan. Ik stond op en liep ernaar toe. Ik draaide alle kledingtassen om zodat alles op de grond lag. Ik stond op en liep naar mijn radio. Ik zette muziek op en danste weer terug naar de kleding. Ik maakte setjes en legde het op volgorde. Ik zette de muziek harder en trok het eerste setje aan. Ik liep modieus op mijn spiegel af en ging poseren op de muziek. Als ik stil stond maakte ik een foto met mijn telefoon.

Na een tijdje had ik al mijn kleding geshowed aan mezelf en hield het laatste setje aan. Het was een lange donkerblauwe spijkerbroek en een witte blouse. Ik ging weer zitten op de grond. Toen draaide ik de overige tassen leeg over de grond en begon alles goed te bekijken.

Als laaste kwam ik het dagboekje weer tegen. Ik dacht even na. Ik ruimde alles op in mijn kamer en ging met mijn dagboek aan mijn bureau zitten met een pen in mijn hand.

Een klein probleempje was dat ik niet wist hoe ik moest beginnen. Ik ben erg slecht in schrijven ookal is het voor mezelf en hoeft niemand anders het te lezen, want het is mijn dagboek.

Ik begon een beetje kinderachtig. Ik voelde me ook kinderlijker omdat ik sowieso een dagboek had. 'Hallo, ik heb een dagboek gekocht omdat mijn moeder zei dat ik misschien alles beter kon opschrijven.  Dus dat ga ik ook doen.' Ik was er eigenlijk erg ontevreden over en wilde het eruit scheuren, maar dat vond ik zonde. Ik dacht even na en begon verder te schrijven.