16.

9 1 0
                                    

'You better come on strong, you can't stay here long' - Johnny Cash.

Hoofdstuk 13

Een zonnestraal van de felle winterzon dringt zich door het glas van het gebroken raam en valt langs mijn gezicht.
Als ik mijn ogen open doe zie ik dat ik in de keuken in slaap gevallen ben, bijna bovenop Sebastian.
Ik hijs mezelf overeind en loop rechtstreeks de woonkamer in.
Timotei is nergens te bekennen, maar Ciprian is op de bank in slaap gevallen.
Eerst wil ik straal langs hem heen lopen - ik wil hem niet zien.

Dan draai ik me toch om, terwijl ik weet dat ik het niet moet doen, want dan weet ik dat ik verliefd op hem wordt, dat mijn verlangen naar hem de realiteit overtreft en ik hem diep van binnen weer vergeef omdat ik het toch heerlijk vindt als hij mij een keer aandacht geeft.
Maar dan aandacht uit liefde, zoals liefde hoort te zijn.

Op de bank ligt een jongen die de perfecte vriend zou kunnen zijn als hij zijn leven niet had verknald en mij in zijn val had meegenomen.

Op de bank ligt een jongen met prachtige gitzwarte haren, een ietwat te mager maar goddelijk lichaam, een prachtig slank gezicht met een kaaklijn waar je bijna je vingers aan snijd, ogen die zo donker bruin zijn dat ze zwart lijken, een borsttatoeage die hij in een verleden vrij impulsief heeft laten zetten maar die hem verdomd goed staat en een karakter waar je als buitenstaander voor zou vallen.

Nee, ik mag dit niet denken. Ik kan in de spiegel zien wat hij heeft aangericht, en dat mag ik, dat kán ik hem niet vergeven.

Ik sta op, loop de kamer uit. Als ik weg kan, ben ik hem kwijt. Voorgoed, en dat is het vooruitzicht dat mij op de been houdt.

Dan gaat er ergens een deur open en zie ik in de spiegel in de keuken dat Timotei met een ontbloot bovenlijf in de kamer staat.
Van binnen glimlach ik. Die durft Ciprian niet wakker te maken - want iedereen weet dat je echt een probleem hebt als je Ciprian wakker maakt. Ik draai me weg van de spiegel en loop de keuken weer in waar ik tegen de muur ga zitten.

Tegen die muur val ik weer in slaap, en ik wordt wakker door Ciprian die in een wit shirt - hij doet het erom - de keuken binnenkomt omdat hij mij zoekt.
Als hij me tegen de muur zit zitten kijkt hij me aan met een blik die ik niet kan plaatsen en draait hij zich weer om. Een doodse stilte blijft hangen.

Marius gaat tegenover me staan.
'Moet ik u even overeind helpen mevrouw?'
Ik steek mijn hand uit. 'Als u dat toch voor mij zou willen doen.'
'Altijd.' Hij pakt mijn hand en zet mij recht overeind.
'Ga je weg?' vraagt hij.
'Hoe kom je daar dan bij?' vraag ik.
'Ik hoorde het gesprek tussen jou en Vali.' zegt hij.
'Ik laat hem nadenken over een plan.' zeg ik. 'Misschien is het niet het beste voor jullie, maar ik moet ook aan mezelf denken.' zeg ik. 'Ik heb een kind bij me, en als het blijft leven kan het hier niet opgroeien, met of zonder Ciprian.'
'Je hoeft hier niet te blijven voor ons.' zegt Marius stellig.
'Zonder mij waren jullie net zo beschadigd en gehavend als ik nu ben.' zeg ik. 'Ik draag de lasten voor jullie allemaal.'
Hij is even stil. 'Dat is wel zo.'
'Vali zal jullie proberen te beschermen.' zeg ik. 'En hij kan vechten, en ik niet.'
'En als je weggaat-'
'Als ik weg ga mag jij weten dat ik zielsveel om jullie geef.'
Hij knikt. 'En wij om jou.'

Ik blijf wat doelloos in de keuken staan, omdat ik niet naar de woonkamer wil gaan.
'Waar ga je dan heen?' vraagt Marius weer.
'Dat weet ik niet.' zeg ik. 'Dat moet Vali bedenken.'
'Ik ga je wel missen.' zegt hij dan. 'En ik ben vast niet de enige.'
'Ik ga jullie ook missen.' zeg ik. 'Maar ik kan niet meer terugkomen als ik eenmaal weg ben.'
Marius knikt. 'Dat snap ik.'

Sandu komt binnen en pakt de radio van de keukenkast af. Die draagt hij naar de kamer waar hij hem op de tafel zet.
'Die zijn allemaal doodsbang voor Corneliu.' zegt Sebastian bijdehand.
'Yeah sure.' reageert Mihail. 'Zij en bang voor Corneliu.'
'Corneliu kan hen en ons ook in de problemen werken als hij bekent.' zegt Sebastian. 'Dus het is wel echt bloedserieus nu.'
'Kom, wij gaan ook naar de kamer.' zegt Sonia met een vals grijnsje. 'Ik wil hun reactie wel van dichtbij zien.'
Sebastian glimlacht. 'Ik ook, sowieso.'
Mihail leunt tegen de stoelleuning. 'Ik blijf wel hier, voor het geval ze een woedeaanval krijgen daar.'
'Nee, kom op nou.' zegt Marius. 'Jij gaat ook mee.'
Mihail zucht. 'Nou, vooruit dan maar weer.'

HaiducWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu