Hoofdstuk 1

892 8 9
                                    

De eerste keer dat ik haar zag, keek ze naar mij in de trein. Ik keek naar haar terug, waarna ik glimlachte. Zij glimlachte ook naar mij. Uit verlegenheid keek ik steeds weg. Ik hoorde haar dan zachtjes grinniken in haarzelf als ik weg keek. Ik ging richting Apeldoorn, net als zij. Ik kwam er achter omdat we tegelijkertijd opstonden en een blik naar elkaar toe wendde.  Toen we uitstapten keek ik hoe ze wegliep richting haar school die naast het station stond.

Eerst dacht ik dat ik haar nooit meer zou zien. Maar een week later, op precies hetzelfde tijdstip, zag ik haar weer in de trein. Ze had een rood jurkje aan en een zwart tasje om haar schouder hangen, zo liep ze naar mij toe en ging tegenover mij zitten. Ze begroette mij, haar stem was hoog maar zuiver.

‘Goedemorgen.’

‘Eh.. Goedemorgen.. Ja morgen.. niet middag.. het is nog elf uur.’ Stamelde ik terug. Ik had al meteen spijt van mijn woorden en  natuurlijk als een zenuwachtige idioot liet ik mijn koffie vallen over haar rode jurk. Uit schaamte stond ik snel op en liep ik weg met een rood hoofd.

 ‘Stomkop..’ mompelde ik onverstaanbaar tegen mijzelf. Bij de volgende halte, Klarenbeek, stapte ik uit om haar niet meer tegen te komen. Ik wachtte op de volgende trein die een half uur later zou komen. Ik dacht na. ‘Hoe zou ze heten? Hoe zou het zijn als ik haar nog eens zag? Nee niet aan denken Robert.. Ze is gewoon een meisje, en je hebt je weer eens belachelijk gedragen. Hoe kon je nou je koffie over haar heen laten vallen. Hoe stom ben je!’

Ik trapte een steentje van mij weg en stapte in de volgende trein toen hij aankwam. Op Apeldoorn aangekomen liep ik stug door.

‘Hé ! Hé wacht even!’

Ik keek om, en daar stond ze. Het meisje met de lange blonde haren, in haar mooie rode jurk, met een koffievlek erop. Snel draaide ik me om en versnelde mijn pas. Maar ik hoorde haar tikkende hakken al snel dichterbij mij komen.

‘Wacht nou!’ Zei ze nog eens.

Tegen mijn zin in stopte ik en draaide mij naar haar toe.

‘Het spijt me echt van je jurk ik-… ja eh..-‘ Ik kon mijn zin niet afmaken of ze pakte mij bij mijn hand vast.

‘Kom. Het maakt niet uit, zal ik je een nieuw kopje koffie aanbieden?’ Zei ze vrolijk.

Met een mond vol tanden staarde ik haar aan. Ik dacht bij mijzelf dat het een droom was, en dat ik zo wakker zou worden. Hoe kan zij nou een jongen zoals ik vragen om iets te gaan drinken.

Ik werd wakker van het getril van mijn mobiel.‘Verdorie waarom zo vroeg!’ mompelde ik terwijl ik mijn bril pakte en opzette met een diepe zucht. Ik keek opzij naar mijn mobiel. Wie WhatsAppt mij om 8 uur ’s morgens. Dacht ik bij mijzelf.Ik pakte mijn mobiel en ontgrendelde het scherm. Natuurlijk.. Ik had het kunnen weten. Ik ging overeind zitten en las haar berichtje.

Goedemorgen Robert ! Lekker geslapen? Ik ben alweer vroeg wakker. Moet weer werken. Wanneer zie ik je weer? J

Ik glimlachte en wist het al bijna zeker. Ik werd verliefd op een meisje die ik nog geen dag kende. Dagen verstreken, en het contact tussen mij en haar werd steeds meer. Ik begon van haar te houden en naar haar te verlangen. Elke morgen zette ik mijn wekker om haar eerder een berichtje te kunnen sturen dan zij naar mij. Na elke keer dat ik haar zag voelde ik me van top tot teen gelukkig. Vlinders in mijn buik. Met dit meisje, zou ik de wereld willen verkennen, oud willen worden en mee willen trouwen. Ik zou mijn hele leven met haar willen delen. Ik wist alleen nog niet of zij dat ook met mij wou. Ik besloot toch een grote stap met haar te zetten. Ik ging haar vragen voor een relatie, misschien zou ik wel mijn eerste kus van haar krijgen. Zou mijn verlangende nachten door haar gevuld worden. Al mijn liefde aan haar kunnen schenken. Nachten lang dacht ik na over wat ik tegen haar zou zeggen. Ik zou een roos kopen en haar meenemen naar het mooiste en duurste restaurantje in Apeldoorn.

ObsessieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu