‘Robert, ik heb spijt.’
‘Je hebt spijt?’
‘Ja. Ik heb je niets laten horen al die weken. Ik had een vriend, en hij was zo stom bezig. Hij steunde me niet, hij was alleen maar bezig met andere meisjes!’
Mijn hart verscheurde bij het horen van deze woorden. Ze had een vriend? Had? Of heeft? Ik staarde haar aan zonder wat te zeggen.
‘Robert, je bent mijn beste vriend. Kun je mij vergeven?’
'Ja natuurlijk.’ Zei ik kil.
Ik staarde naar buiten terwijl ze mij verhalen vertelde. Ze zei dat ze een pruik had, en dat ze haar haren had afgeknipt voor deze pruik. Het was mij niet eens opgevallen. Ik bleef naar buiten staren terwijl zij haar pruik afdeed.
‘Kijk dan!’ Zei ze vrolijk.
Mijn blik ging naar haar en ik glimlachte. Ze was nog altijd het vrolijke mooie meisje, alleen dan met een kaal hoofd.
‘Je bent nog steeds mooi.’ Zei ik zacht
‘Haha, het maakt mij niet uit. Ik vind het wel goed zo. Ik hoef nog maar een paar kuren.’
Ik keek zonder te reageren weer weg. Ik kon het nog niet geloven. Ze had een ander. Een andere man in haar leven! Hoe kon ze! Ik deed alles voor haar en nog doe ik alles voor haar. Ik voelde mij misselijk bij het idee dat mijn meisje met een andere jongen zoende. Een andere jongen knuffelde, zoals ze mij knuffelde. Ik balde mijn vuist, en op dat moment keek ze mij bezorgd aan.
‘Robert..? Wat is er? Ben je boos op me?’ vroeg ze geschrokken.
Ik liet mijn hand weer kalm liggen op mijn been en keek naar haar met een glimlach.
‘Natuurlijk niet, ik ben een beetje bang. Wat als je het niet overleefd?’
‘Ik overleef het wel. Want ik kan alles aan. Ik wil niet dat je daar aan denkt. Denk je dat ik het niet aankan?’
‘Nee.. dat bedoel ik niet.’
‘Goed, dan zijn we daarover uitgepraat.’ Zei ze met een glimlach.
En weet loog ik tegen haar. Weer loog ik tegen haar hoe ik me werkelijk voelde. Hoelang kon ik dit nog volhouden? Hoeveel leugens zouden er nog uit mijn mond komen? Mijn gedachten werden onderbroken door de conducteur die om mijn ov-kaart vroeg.
Ik gaf hem mijn kaart terwijl hij mij lachend aankeek. Ik lachte niet terug en pakte mijn kaart ruw terug.
‘Ik ben moe.’
‘Hoe komt dat?’ Zei ik.
Ze gaf geen antwoord. Ik wist waar het van kwam, natuurlijk is ze moe. Het ziekenhuis gedoe. Al die kuren die ze krijgt. Ik keek haar zwijgend aan en zij keek naar mij. Ze glimlachte naar me.
‘Ik heb ontslag genomen.’ Zei ze.
‘Dat snap ik. En je school?’
‘Ik ga niet meer naar school, ik heb het niet nodig. Hoe is het met jouw opleiding?’
‘Ik moet een jaar over doen.
‘Komt dat door mij?’
‘Nee natuurlijk niet, ik vind het gewoon lastig.’
Ze knikte. ‘Soms moet je een stapje terug nemen.’
Ik zei niks terug. Ik wou eigenlijk stoppen. Ik wou er elke dag voor haar zijn. Ik zou alles voor haar opgeven. Mijn liefde voor haar was onbeschrijfelijk.
‘Waar gaan we heen?’ vroeg ik.
‘Winkelen in Amsterdam.’
‘Helemaal daar?’
JE LEEST
Obsessie
RomanceHaar blauwe glinsterende ogen, blonde lange haren en haar mooie glimlach. Dat was het eerste dat ik voor me zag, als ik aan haar dacht. Haar lange reis, de lange dagen en al haar pijn. Ik heb het samen met haar doorstaan. Als ik terug denk aan alle...