de blonde jongen

5 1 0
                                    



Heden, 25 juli

Ik word wakker door een vreemd geluid. Loopt er iemand in mijn slaapkamer? Midden in de nacht? Ik draai me om en schrik me rot. Er staat iemand naar me te kijken! Een spook? Een dief? Ik hap naar adem. Mijn hart bonst als een gek in mijn keel. Maar dan herken ik hem.

Het is die blonde jongen. Hij staat aan het voeteneinde van mijn bed.

'Niet bang zijn, Shenna,' zegt hij zacht. 'Ik doe je niks.'

Ik hijs mezelf overeind. In mijn hoofd voelt het duizelig. Wanhopig probeer ik speeksel in mijn kurkdroge mond te krijgen. Is hij echt? Heb ik het me niet al die tijd verbeeld?

Merkwaardig genoeg zie ik ieder detail van zijn gespierde lichaam haarscherp, omdat hij licht uitstraalt. Niemand straalt licht uit. Tenminste niemand die ik ken.

'Wie ben jij? Wat wil je van me? Hoe weet jij mijn naam?' vraag ik met een bibber in mijn stem.

Nerveus friemelend zoek ik naar het knopje van mijn leeslamp terwijl ik mijn ogen op de blonde jongen gericht houd.

Hij doet een paar stappen opzij, zodat hij naast mijn bed komt te staan.

'Ik kan het uitleggen,' zegt hij langzaam. Hij knielt neer en laat zijn hand naast mijn voeten op het laken rusten.

Ik voel zijn lichaamswarmte door de dunne stof mijn been instromen. Het tintelt een beetje en opeens word ik kalm van binnen.

'Leg dan me dan alsjeblieft uit,' zeg ik een stuk heldhaftiger dan eerst. 'Waarom je steeds tussen de bomen in onze tuin staat en in het niets verdwijnt als ik naar je kijk. En ook waarom je verdween nadat je me uit de sloot redde. Dat was jij toch?'

Een ernstige blik verschijnt op zijn gezicht. 'Ik wilde je alleen beschermen, nog niet officieel ontmoeten.'

'Wat bedoel je?'

Hij slikt. 'Op dit moment kan ik niet alles vertellen. Wat ik wel kan zeggen, is dat de cirkel gaat beginnen. Het is zover.'

'Cirkel? Wat voor Cirkel? Waar heb je het in vredesnaam over?'

'Ik ben hier omdat ik je hulp nodig heb met iets.'

'Mijn hulp?' piep ik.

In de gang klinken voetstappen. Hij kijkt op, alsof hij ervan schrikt. 'Binnenkort zie je me weer. Dan zal ik meer vertellen.' Dan verdwijnt hij in het niets.

Mijn deur gaat langzaam open en mijn moeder kijkt naar binnen.

'Zit je met iemand te bellen? Moet je niet slapen?'

'Ik had een nachtmerrie,' verzin ik snel.

'Alweer? Wil je erover praten?'

Ik schud mijn hoofd.

'Doe dan maar gauw het licht uit en probeer weer te slapen, schat.' Ze sluit de deur achter zich.

Als ik mijn moeder zou vertellen dat ik bijna dagelijks een jongen in de tuin zie staan, belt ze de politie. En als ik zeg dat hij naast mijn bed stond en licht uitstraalde, stuurt ze me vast naar één of andere therapeut. Dat kan ik haar niet kwalijk nemen. Wie vindt dit nou normaal?

Ik ga weer liggen en staar naar het plafond.

Dan denk ik aan het moment dat ik de blonde jongen voor de eerste keer zag.

De LichtdragerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu