gebonk op de zolder

1 0 0
                                    




           

Mijn ouders en broer zijn niet thuis als ik terugkom van mijn werk. Er leek vandaag geen einde te komen aan het afwassen en opruimen van borden en kopjes.

     Rikki duwt met zijn kop tegen mijn been en likt aan mijn hand. Ik aai over zijn vacht.

     Het is zo warm dat ik alle ramen en deuren tegen elkaar openzet. Rikki smeert hem meteen als ik de verandadeuren opengooi. Hij rent rondjes door de tuin en springt in de kleine vijver achter ons huis.

     Ik kijk naar buiten. De lucht wordt steeds donkerder.

     Mijn iPhone maakt een tingelend geluid. Mijn vriendin Mari stuurt een appje.

Ben met mijn ouders naar het Louvre geweest.

                                                           Ik ben zó jaloers, app ik terug.          

Heb heel veel foto's voor je gemaakt.

                                                           Bedankt. Stuur je alvast iets?

Hier hangen meesterwerken.

                                                           Hou op. Ik ga bijna dood.

Ik heb nog ander nieuws!

Olaf komt morgen naar Parijs!

                                                           O, ja? Wat doen?

Mij opzoeken natuurlijk. Love-Love-Love!

                                                           Is het nu aan?

Nog niet.

                                                           Maar als hij helemaal naar Parijs komt?

Ik hou je op de hoogte.

Wat doe jij behalve met Sneepie in de duinen lopen?

                                                           Hij heet Ben.

Wanneer dump je die depressieve gozer?

Je bent geeneens verliefd op hem.

Die knul zit achter je aan, hoor.

En zeg straks niet, dat ik je niet gewaarschuwd heb.

                                                           Bedankt voor de bezorgdheid.

Okay.

Mijn ijsje komt eraan.

Spreek je later!

I love you 4ever.

                                                           Love you2.

Ben heeft zwart haar dat sluik voor zijn ogen hangt en hem de bijnaam Sneepie heeft bezorgd. We hebben afgesproken dat we gewoon vrienden zijn. Verder niets. Waarom is het zo moeilijk voor anderen dat te geloven? Nou, tien keer liever Ben dan die Olaf met zijn haviksneus. Wat een griezel. Niet zijn uiterlijk, want zo lelijk is hij nou ook weer niet. Maar zijn uitstraling geeft me de griebels. Volgens mij klopt er iets niet met die gast. En wat zat hij op te scheppen over zijn schatrijke familie, toen we hem bij een superleuke strandtent in Zandvoort, ontmoetten. Hij ging al snel achter Mari aan met haar lange blonde haar. Kennelijk is zij zijn type. Nou, hij is echt niet mijn type, hoor.

     Wat mijn type dan wel is?

     Ik vind zo'n gespierde jongen leuk die eruit ziet als een surfer met een warrige kop blond haar. Zoiets als Daniël dus. Hij hoeft niet volmaakt te zijn, begrijp me niet verkeerd, maar ik zoek naar die klik die ons verbindt.

Nog geen tien minuten later begint het hard te waaien. Mijn moeder had gelijk over het weer.

     De gordijnen wapperen als spoken in de nacht. Ik roep Rikki naar binnen en doe de glazen deuren naar de veranda dicht. De wind wordt heviger en de regendruppels vallen uit de lucht, alsof iemand een gigantische regendouche heeft aangezet. Een felle flits verlicht de donkere hemel, een zwaar gerommel volgt.

     Rikki begint te janken.

     'Stil maar, Rikki. Niets aan de hand. Alleen maar onweer.' Ik aai hem over zijn kop.

     Weer een flits. Twee seconden later klinkt er een luide donderknal en het wordt zo donker dat ik een lamp aandoe.

     Rikki springt op en begint onrustig heen en weer te lopen. Opeens klinkt er kabaal in de slaapkamer van mijn ouders. De hond zakt laag door zijn poten, zijn nekharen staan overeind en hij begint te grommen.

     Als ik niet al zenuwachtig was, dan ben ik het nu wel.

     'Rikki, rustig. Alsjeblieft,' smeek ik.

     Boven heb ik de ramen ook opengezet. Misschien is er iets omgevallen door de wind. Ik pak de hond bij zijn nekvel en trek hem mee de kamer uit. Hij heeft echter niet veel aanmoediging nodig en sjeest direct de trap op. Midden op de overloop blijft hij staan. Langzaam open ik de slaapkamerdeur van mijn ouders. Rikki rent naar het balkon en gromt.

     Ik zet het omgevallen bijzettafeltje overeind en sluit de balkondeuren. Op de vloer ligt een spoor van regenwater, dat is gek.

     Weer een lichtflits, deze keer onmiddellijk gevolgd door een akelig krakend geluid; blikseminslag. Rikki rent de trap af. Beneden in de huiskamer blaft hij.

     Dan hoor ik gebonk op de zolder. Ik staar naar de waterdruppels op de vloer en probeer te slikken, maar mijn tong voelt als schuurpapier.

     Weer een flits en een keiharde donderslag.

     De kleine plasjes water lopen door de gang en ook naar de zoldertrap. Zo luidruchtig mogelijk stamp ik de trap op en volg het waterspoor. Ik gooi de deur met een smak open.

     'Hallo? Is daar iemand?'

     Mijn hand tast naar het lichtknopje. Het licht gaat niet aan. Zijn de stoppen doorgeslagen?

     Een vreemde tinteling schiet tot mijn kruin.

     'Hallo?'

     Geen antwoord.

     Een felle flits verlicht de zolderkamer. Ik zie een fractie van een seconde de rekken vol kostuums van de plaatselijke toneelvereniging, die daar kris kras gestald staan. Daar zou iemand zich makkelijk tussen kunnen verbergen, besef ik. Er verschijnt kippenvel op mijn armen.

     Ik knipper met mijn ogen.

     De donder rolt dreigend met veel kabaal over het dak van het huis heen en de kamer wordt opnieuw verlicht. Daarna wordt het stil.

     Griezelig stil.

De LichtdragerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu