een pratende kast

0 0 0
                                    

           

 

Voor de tiende keer in de afgelopen drie uur sta ik naar mijn kast te gapen.

 

     En dan durf ik het.

 

     Ik leg voorzichtig mijn hand tegen de kastdeur. De wereld begint meteen te draaien.

 

 

'Laat haar naar mij...'

 

 

Ik trek als door een wesp gestoken mijn hand terug, wankel naar mijn bed en laat me op het voeteneinde vallen. Mijn mond is zo droog als de woestijn. Hoe kan dit? Hoe kan ik een stem uit de kast horen komen?

 

     Toch is het alsof een soort magische kracht aan me trekt. Ik moet het nóg een keer doen. Ik rol mijn bed af en loop naar de kast.

 

     'Wie ben jij? Zit er iemand in?' fluister ik.

 

     Mijn rechterhand gaat aarzelend omhoog en weer naar beneden. Misschien haalt Nick een grapje met me uit; zit er een verborgen camera en een luidspreker in mijn kast en maakt hij stiekem een opname voor lachen met homevideo's.

 

     Ik leg mijn hand op het hout. Mijn hoofd tolt.

 

 

'Laat haar naar mij luisteren. Daniël is vervloekt omdat de lichtsteen gestolen is. Wees niet bang om hem te helpen. Je krijgt steun uit een onverwachte hoek.'

 

 

Ik laat me weer op mijn bed zakken en zucht diep. Wist ik maar wat ik moest doen. Eventjes een lichtsteen uit de Grote Kerk stelen is toch helemaal niet mogelijk? Hoe moet ik die stenen vloer openbreken? Daar heb ik de kracht niet voor. En over welke steun heeft de kast het? Ben? Moet ik Ben soms om hulp vragen?

 

 

Heden, 27 juli

 

 

Het is zeven uur 's ochtends. Mijn moeder, die in de keuken bezig is, steekt haar hoofd om de hoek van de deurpost als ik de trap af loop. 'Wat ben jij vroeg op?'

 

     'Ik moet naar mijn vakantiebaan in het verzorgingshuis, mam.' Is ze dat alweer vergeten?

 

     'Vandaag wordt het buitengewoon heet en het gaat ook nog regenen en onweren,' ratelt ze terwijl ze het keukenraam wagenwijd openzet. 'Hebben die oudjes geen last van de warmte?'

 

     In de gang trek ik mijn sneakers aan. Dan hoor ik een hels kabaal. Met één sneaker aan mijn rechtervoet hobbel ik snel naar de keuken terug.

 

     Ik hap naar lucht. Wat doet die enge vogel hier?

 

     Mam staat met haar rug tegen de koelkast aan gedrukt te gillen. De plantenpotjes met tuinkruiden liggen in stukken gebroken op de vloertegels. Rikki leunt met zijn voorpoten tegen de rand van het aanrechtblad. Hij gromt en blaft naar de zwarte vogel, die haastig naar het raamkozijn hopt. Met een paar krachtige slagen van zijn vleugels vliegt hij het luchtruim in.

 

     Mijn vader komt in zijn onderbroek de trap af.

 

     'Koest!' roept hij streng en hij trekt de hond de keuken uit. Rikki gaat languit op de stenen vloer in de gang liggen en staart zo te zien verontwaardigd voor zich uit. Pap chagrijnig en mam hysterisch. Het is tijd om zo snel mogelijk te maken dat ik wegkom. Ik ren de trap op en stuif mijn slaapkamer in.

 

     Abrupt sta ik stil.

 

     Mijn bed is vol gestrooid met roze en lila bloemblaadjes en middenin prijkt een zachtgroene envelop.

 

     Voorzichtig pak ik een handvol blaadjes en ruik eraan. Een kruidige zoete geur vult mijn neusgaten.

 

     Dan maak ik de envelop open. Op mijn armen verschijnt kippenvel.

 

 

Oh, Shenna,

 

Wees toch niet bang. Help me. Voordat het te laat is.

 

Daniël.

De LichtdragerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu