Het was donker, ik rende door het bos. Ik vluchtte voor iemand, ik keek telkens achterom; om te kijken of die achter me aan zat. Ik keek weer om, en toen ik me omdraaide rende ik tegen een boom aan, en ik zag alles weer voor me.
"Caine, kom eens je opa en oma begroeten!" riep mn moeder. Ik zette de tv uit, en riep terug:"Ik kom al mam!" Ik rende naar beneden, en zei:" Hey opa Kees en oma Trien, hebben jullie cadeautjes voor mn 12e verjaardag meegenomen?" Kees zei lachend:" Hahaha, tuurlijk Caine." Ik zag mn moeder in de achtergrond bestraffend haar vinger heen en weer zwaaien. Ik negeerde haar en trok opa en oma mee naar de woonkamer, waar de taart was. " Willen jullie taart?" vraag ik. " Tuurlijk willen wij taart!" zei Trien. Een paar minuten later zaten we met zijn allen aan de taart, gezellig te praten. Toen opa zei:" Het is tijd voor je cadeau Caine." Hij gaf me een klein pakketje. Ik scheurde het papier eraf en keek erin, het was een Zwitsers zakmes! Het cadeau dat ik wilde hebben. Ik zat net op de bank te kijken wat er allemaal in het zakmes zat, toen er heel hard op de deur werd geslagen. Trien zei dat ze wel open zou doen, ze liep naar de deur, en even later hoorden wij een gil. Toen kwam d'r een man binnenlopen, hij was lang en had een litteken onder zijn oog, dat moeilijk te zien was door zijn zwarte pet. Hij vroeg:" Wie is Caine? Ik moet hem meenemen ben ik bang." Ik zei dat ik het was. En toen begon hij eng te lachen en liep op mij af. Ik was bang en wou weg, dus stak ik mijn hand vooruit en opeens lag hij tegen de muur aan. Ik keek verwonderend naar mijn handen, maar toen rende ik naar de deur, daar lag oma, dood op de deurmat. Dus rende ik weg van die man, van opa en mama. Ik rende 2 uur achter elkaar tot ik in het bos kwam en tegen die boom aanrende.
Toen ik bijkwam keek ik recht in het gezicht van een meisje van een jaar of 14, ze vroeg:" Hoor jij bij de zwarte man?" Ik keek verbaasd om me heen, en viel bewusteloos.
Toen ik wakker werd, dacht ik geluiden te horen, ik wou recht overeind gaan zitten, maar Emma hield me tegen. Ze fluisterde:" Blijf zitten, er lopen mensen langs. Ze hebben dezelfde jassen als de zwarte man!" Ik schrok bij de gedachte dat hij zo dichtbij was. Ik wou iets aan Emma vragen, maar op dat moment voelde ik iets in mijn buik. Ken je dat gevoel dat je in je buik krijgt als je in de vrije val van een achtbaan zit, nou dat voelde ik op dat moment. Toen het weg was vroeg ik:" Wat was dat?" Ik keek om me heen en zag dat we op een heel andere plek waren, dan in het bos. Het was op een berg, met heel veel groen. Emma antwoordde op mijn vraag:" We zijn geteleporteerd, we zijn nu in Schotland. En ja ik kan teleporteren, en jij kan waarschijnlijk ook iets." Ik keek haar raar aan, want ja, je hoort net wel dat je van Amerika opeens naar Schotland bent gegaan. En dat met teleportatie. Ik dacht na over wat ze zei, dat ik waarschijnlijk ook iets kan. Bedoelde ze veters strikken... Nee dat niet, oh ja, ik had die enge man die me wou ontvoeren naar achteren gegooid met mijn..., ja met mijn wat eigenlijk. Ik vertelde haar wat ik met die man had gedaan. Ze antwoordde:" Dan heb je telekinese, dan kun je dingen met je gedachten van hun plaats laten bewegen. Je moet eerst oefenen natuurlijk, ik heb er 9 maanden over gedaan om zo goed te teleporteren als nu!" Ik keek haar raar aan, dus ik had telekidinges, ik kon dingen met mijn gedachten van plek veranderen. Toen besefte ik opeens iets, " Hoe heb jij mij gevonden?" vroeg ik. Ze antwoordde:" Ik had opeens een raar gevoel in mijn buik, en ik teleporteerde naar jou toe. Dus ik weet niet hoe het kwam, maar ik weet wel dat die mensen ons willen pakken, en dat er meer van ons zijn". " Dat klopt" zei een stem achter ons..

JE LEEST
On the run
PengembaraanCaine wordt 12 en heeft speciale krachten, alleen wordt hij achterna gezeten door mensen die hem weg willen. Samen met Emma en Maarten gaat hij op de vlucht voor ze, en hij wil zijn opa en moeder vinden natuurlijk.