Chapter 4

500 27 3
                                    

Een warme hand aait mijn voorhoofd. “Opstaan, lieve Amy,” fluistert mama, “vandaag moet je weer naar school.” Ik kreun een beetje. Eigenlijk wil ik helemaal niet naar school maar ik weet dat het moet, dus ik knik. “Mamaaaaaaaaaaaa!!! Ik wil cornflakesss!” gilt Lia. Mijn moeder loopt de trap af. Met tegenzin sta ik op, wrijf in mijn ogen en geeuw. Ik neem een lichte skinnyjeans en een wit blouseje uit mijn kast. Wanneer ik de radio aan gezet heb, stap ik onder de douche. Na vijf minuutjes kom ik er vanonder en kleed me aan. Ik stap in mijn bordeaux All Stars. Snel poets ik mijn tanden en doe mascara op. Voordat ik naar beneden loop, bekijk ik mezelf nog even in de spiegel. Lelijk. Ik moet opschieten want ik mag niet te laat op school zijn dus ik trek mijn zwart vestje aan. Vanuit mijn linkerooghoek zie ik mama nog een appel in mijn tas steken. Ik geef haar en Lia een kus op de wang en loop naar mijn fiets. “Bye!” roep ik nog terwijl ik richting school fiets. Na tien minuutjes fietsen, rijd ik de laatste bocht om. Hijgend fiets ik door de donkerblauwe poort en zet mijn fiets op slot in de rekken. Ongeveer twee meter links van me staat Ashley, een vriendin van me. “Hey Ash!” lach ik. Ze lacht terug en groet me. Twijfelend ga ik bij haar staan. Er ontstaat een dodelijke stilte.

Caitlin, Emily, Bruce, Mitch en Jason rijden gezamenlijk het schoolplein op. Hét populaire groepje van school. Ze zijn irritant, behalve Mitch. Hij is een hele lieve jongen maar wilt er gewoon bij horen, denk ik. Met de anderen praat ik nauwelijks. Triiiiing. Ashley zit in een andere klas dus ik vraag of ik haar in de pauze zie. Ze knikt alleen maar en loopt richting het lokaal waar ze les heeft. Helemaal alleen wandel ik naar lokaal H107, wiskunde. Met een zucht ga ik op mijn vaste plaats, naast David zitten. Hij is een aardige jongen, redelijk verlegen. Mijn gedachten dwalen af naar Sheila. Ik mis haar.

“Amy!” Ik schrik. “Wat is het antwoord?” vraagt meneer Wilson. Twijfelend kijk ik naar mijn blad en zeg dat ik het niet weet. Hij zucht. Wanneer de les afgelopen is zegt hij dat ik even tot bij hem moet komen. Iedereen verlaat het lokaal en ik loop naar zijn bureau. “Gaat alles wel goed met je, Amy?” vraagt hij bezorgd. Ik knik vaag en loop het lokaal uit. Terwijl ik naar de aula wandel, loop ik ‘het’ groepje tegen het lijf. Ik probeer hen te ontwijken maar ik hoor ze lachen en praten. “Nu zij weg is loopt ze helemaal alleen”, giechelt Emily. Zij? Zij heeft een naam. Mijn beste vriendin, Sheila.

RecoveryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu