Proloog

49 1 0
                                    

Hij was kalm, sereen. Zijn ogen waren dicht en hij stond midden in het zwart. Zijn huid straalde licht uit en hij was prachtig in zijn witte tuniek. De zeidde fladderde rond zijn zei en streelde zijn blanke huid.

Ze liep langzaam naar hem toe, genietend van zijn rust.

‘Hoeveel houd je van mij?’ Vroeg ze, haar handen strekkend naar zijn gezicht. Haar vingers gleden over zijn wang, zijn dichte ogen en bleven rusten onder zijn kin.

‘Zoveel.’ Hij gleed een paar meter van haar af en strekte zijn armen. Zijn handen werden doorboord met spijkers, zijn polsen vastgebonden met touw.

‘C-Clint?’ Ze begreep het niet. Dit was niet echt, de glans bleef, zijn ogen bleven gesloten en zijn uitdrukking was nog steeds kalm en liefdevol. Ondanks dat stroomde het bloed uit zijn handen, via zijn armen naar zijn gewaad die rood kleurde in de duisternis.

Achter hem rees een kruis uit de duisternis op. Zijn voeten werden eveneens door spijkers doorboord en vastgezet aan het hout.

Zijn ogen bleven gesloten.

Hij bleef vaag lachen.

Scheef lachen.

En verdween.

SMOKEWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu