"Sneller!" riep ik aanmoedigend. Gale was geen atleet maar kon heel snel sprinten. Een grote groep doden zat achter hem aan. "Gale!" krijste ik uit. Een mannelijke zombie pakte zijn arm vast en trok hem naar beneden. Gale was te vermoeid om tegen te spartelen. De hele bende ging rond hem staan. Hij werd omsingelt door hen. Dit was zijn einde. Het laatste sprankeltje hoop zonk zo naar mijn schoenen. Ik kon hem niet meer helpen. Ik hoorde zijn laatste pijn kreet die door de menigte galmde terwijl ik het uitschreeuwde. "Olli, ga weg bij die deur!" brulde Aaron tegen me. Hij pakte mij bij mijn middel vast en trok me weg van de loodzware deur. Ik wou dat hij me losliet, maar dat deed hij niet, dat was hij ook niet van plan. Er rolde een traan over mijn wangen. Een traan dat me liet realiseren dat het klaar was met Gale. Dit mocht niet zijn einde zijn. Hij verdiende dit niet na al wat hij gedaan had voor ons. Hij was onze leider, mijn liefste broer.Ik opende mijn ogen. Weer die verschrikkelijke herinnering van Gale. Elke keer weer opnieuw, er komt geen einde aan. Met veel moeite kwam ik uit mijn bed. Naast me lag Aaron nog te slapen in zijn eigen bed. Ik strompelde naar de keuken om even alleen te kunnen zijn. Ik zette me neer op het aanrecht. Alles kwam weer terug. Het begin van deze oorlog, de mensen die ik ben verloren en Gale. Al twee maanden is hij weg van deze wereld en al meer dan zes maanden zitten we vast in dit vervallen huis. We kunnen niet ontsnappen uit deze tijd. Dat wist ik al vanaf het begin.
Ik plaatste mijn handen naast mijn lichaam. Aaron kwam in de deuropening staan. Hij keek me medelevend aan. Want hij wist waarom ik hier zat. Hij kwam voor me staan en knuffelde me troostend. Snikkend keek ik hem aan. Eigenlijk zou ik een hekel moeten hebben aan hem. Maar Aaron deed het om me te beschermen, hij liet alleen Gale daarvoor in de steek. Hij staarde recht in mijn betraande ogen. Zijn donkere ogen gleden naar mijn lippen. Hij kwam met kleine schokjes dichterbij. "Waarom hield je me eigenlijk tegen?" vroeg ik zodat ik hem kon tegenhouden. Hij ademde traag door zijn neus. "Ik kan het je niet vertellen, het is iets tussen mij en Gale." zei hij rustig. Ik verhief mijn stem: "Hij is dood, dus je kan het wel." Hij kneep zijn ogen tot spleetjes. "Genoeg, Olivia!" bromde hij agressief. Aaron liep met stevige passen de kamer uit. Weer iemand die ik langzaam kwijt raak.
Lena kwam de keuken in, afkeurend. Ze was klein en had een spierwitte huid. Helemaal het tegenovergestelde van mij. "Hou op met te doen alsof je iets geeft om hem." begon ze. "Zowel Aaron als Gale."Ze hield haar kin hoog zodat ze me kon aankijken. Ik nam haar vast bij haar keel en duwde haar tegen de kast. Het gebeurde allemaal binnen enkele seconden. Maar ze keek niet verbaasd, net alsof ze wist dat ik dit ging doen. Ik liet haar los en zette een paar stappen richting de uitgang van de keuken. "Ga je me ook voeren aan de doden zoals je deed bij Gale." Spuwde ze naar mij. Waar kwam dat vandaan.
Ik slikte. Ze staarde me uitdrukkingloos aan, alsof ze niets had gedaan. Ze ging te ver, na dat ik haar lange tijd had moeten verdragen kon ik het niet meer verdragen. Ik maakte mijn hand tot een vuist en sloeg haar recht in haar gezicht. Ze zakte neer op de grond. Ik dook naar haar toe en sloeg een tweede keer op dezelfde plek. Mijn tweede slag veroorzaakte een bloederige wonde naast haar oog. Ik wist niet wat me bezielde, maar het voelde wel goed. Ze krapte met haar nagels in mijn hals. Haar actie was maar suf in tegenstelling van de mijne. (De mijne was geweldig!) Ik gaf haar nog een klap in haar gezicht. Ik voelde twee handen rond allebei mijn armen. Het waren alleen niet die van Lena. Jason trok me bij Lena weg zodat ik haar niet meer kon aanraken, maar ik zag haar nog. Aaron stond naast Jason. "Wat is er gebeurd?" vroeg Aaron ernstig. Ik hield mijn mond. "Olivia viel me aan omdat ik haar de waarheid vertelde." kreunde Lena alsof ze pijn had. Ik spuwde naar haar omdat ze haar bek moest houden. "Genoeg, Olivia!" riep Aaron. "Jason, help Lena!" beval Aaron. Jason gehoorzaamde met een knikje en liet me los. Aaron moest weer laten zien dat hij de leider was. Hij keek me boos aan terwijl hij mijn hand vast nam. Hij sleurde me uit de keuken en ging de trap op. De eerste ruimte die hij zag ging hij binnen. Hij sloot de deur achter me dicht als een galante heer. Daarna bekeek hij me van kop tot teen. Zijn blik die op me bleef rusten, bezorgde me kippenvel.
Hij zuchtte diep uit. "Lena is niet je vijand." zei hij op een rustige toon. "Ik weet dat ze soms vervelend kan doen maar ze is één van ons. Ze helpt ons. We hebben al genoeg problemen aan ons hoofd, dit kan er niet nog bij." ging hij verder. "Het spijt me." Mompelde ik gevoelloos en met afkeer in mijn stem. "Dat moet je niet tegen mij zeggen, maar tegen haar." mompelde hij kortaf. De frons op zijn voorhoofd verdween niet en het maakte me zorgen. Ik hield mijn mond, misschien was het slecht als ik mijn grote mond tegen hem opzette. Desnoods stond hij altijd voor mij klaar. Ik kwam dichter bij hem. Het voelde eigenlijk wel goed om bij hem te zijn. Hij bleef me nu boos aankijken. Alles spatte uit elkaar. Ik probeerde oogcontact te maken. Maar hij weigerde terug te kijken alsof hij er moest voor vechten om het niet te doen. Hij verdween uit deze lege kamer.
JE LEEST
Love in the Apocalypse
ParanormaleDe wereld is bezet door een afschuwelijk zombievirus. Op aarde lopen er al meer doden dan levenden. Veel mensen denken dat de duivel hier achter zit. Maar dit is een grote fout van de mens zelf, die we misschien niet meer kunnen recht zetten. In...