Het is 8 uur. In de morgen. Je denkt nu vast, "wat doet zij zo vroeg al op het perron?" Nou, dat zal ik je zeggen. Ik vertrek. Ik weet niet naar waar, ik weet niet hoelang. Misschien kom ik zelfs wel niet eens meer terug. Mijn ouders zullen zo wel wakker worden. Dan komen ze beneden en vinden ze mijn brief en gaan ze bellen. Ze doen maar. Ik heb een nieuw nummer. Dan gaat papa weer drinken en is mama weer weg en wanneer ze terug komt is papa stomdronken en ruikt zij naar een of andere gigolo die ze ergens in een steeg is tegengekomen. Mijn ouders, het zijn net 2 pubers. Ik doe alles thuis. Ik kook, ik doe de was, ik poets, ik doe alles. Altijd. Behalve boodschappen doen. Die doet mama. Zodat ze genoeg drank mee kan nemen voor papa, zodat zij hem zat kan voeren en dan op stap kan gaan. Het is net alsof ik een alleenstaande moeder ben van die volwassen kinderen. Ik denk niet dat iemand van 16 zo hoort te leven. Veel vrienden heb ik ook niet, op Jessica na. Jessica is mijn beste vriendin, en het licht van mijn leven. Zonder Jessica... ik weet niet hoe ik er aan toe zou zijn. Haar ouders geven mij vaak eten mee. Ik mag me bij hen douchen als bij ons het doucheputje weer verstopt zit en zij geeft me zelfs kleren wanneer ik alles weer eens niet krijg gedaan. Het is raar. Ik doe alles thuis en ik stel mezelf constant teleur. Ik ben de enige die íets doet en in mijn ogen (en die van mijn ouders waarschijnlijk ook) doe ik het nog verkeerd. Jessica is ook de enige die weet wat er staat te gebeuren. Of toch een soort van. Eigenlijk helemaal niet. Ze denkt dat ik naar een tante in Frankrijk ga. Het enige wat niet gelogen is, is dat ik weg ga voor onbepaalde tijd. Ik schaam me voor mezelf. Ze geeft me alles en ik vertrek. Zie, ik stel mezelf weer teleur. Ze hadden me Teleurstelling moeten noemen in plaats van November. Het trekt allebei op niets. Wie noemt zijn kind nu November. Ik had liever Berta geheten. Nee. Grapje. Toch niet. Hoe dan ook, ik ga weg en ik weet niet naar waar.
JE LEEST
Het was Juli
RomanceHet is een warme zomerdag in Juli. De 16-jarige November staat op het perron, klaar om te vertrekken en niet meer terug te komen. Klaar om de pijn te verlaten. Sam is 17 en doodongelukkig. Hij wilt voor de trein springen. Verstrooid en alleen baant...