Sam

14 3 0
                                    

Het meisje dat mij heeft gered, met de naam November, komt mij bekend voor. Ik denk dat ze op mijn school zit. Wat zou zij hier doen? Ze zei dat ze ergens maar ook nergens naar toe ging. Zou ze zijn weggelopen? Ik kan zo snel niks anders bedenken dus ik ga er vanuit van wel. Dat is ook een triest verhaal. Er moet vast veel aan de hand zijn want je loopt niet zomaar weg. Hoe dan ook, ben ik blij dat ik haar heb ontmoet. Ze is mooi, en niet alleen van buiten.
"Op welke school zit jij?" Vraag ik haar, ik wil het gewoon zo graag weten.
"De campus hier verderop."
Dat is mijn school. Ik zit daar ook.
"Echt waar? Ik ook!"
"Toevallig. Zeg, ik ga eens naar huis, kun je het veilig houden of zal ik je ergens afzetten?"
Ik stamel. Ze klinkt wat bot, afwezig vooral. Ik neem het haar niet kwalijk. Ze had andere plannen dan het leven redden van een jongen die ze niet kent.
"Ik red me wel, ga maar", zeg ik
"Wacht", zegt ze en ze trekt haar tas open en haalt er een briefje uit. "Hier heb je mijn nummer, bel me als je veilig thuis bent en ook als je me nodig hebt." Dus toch niet bot.
"Bedankt", zeg ik.

Het was JuliWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu