Info Je bent 14 jaar. Je was al lang verliefd op finn. Maar hij heeft sins kort een vriendin. Zei haat je. En jij haar. Ze doet vanalle dingen wanneer finn niet kijkt en geeft jou dan de schuld. Je hebt er nog niets van tegen ginn gezegt.
*beep beep beep* Vandaag weer een leuke dag met finn en zijn lieve vriendin, sophia. Je staat op en doucht je en poetst je tanden. Je kleed je aan. Je doet je school uniform aan.
Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.
Je gaat naar onder en je eet. Je hoord de bel gaan. Jij: bye, ik gaan naar school! Mama: dag schatje. Papa: veel plezier. Veel plezier? Hoe kan school nu plezier zijn? Zeker wanneer je met sophia op school zit. Je doet de deur open. Daar staan finn en spohia te zoenen. Jij: kunnen we niet? Spohia rolt met haar ogen. Sophia: sorry not sorry. Sophia en finn waren een van de populairste op de hele school. Je was liever niet zo populair. Je wandelt samen naar school. Finn en sophia praten over vanalles. Je was altijd het 3de wiel als je met sophia en finn omging. Maar als je niet met hun omging was je alleen. Soms was je dat liever. Juist wanneer je aankomt op school. Stapt finn naar zijn groepje. Je wilt finn volgen maar sophia laat je struikelen. Je valt met ke gzicht op de grond. Je was die soort acties wel gewoon. Sophia: pas op waar je loopt. Ze loopt naar finn. Je staat recht. Geweldige start van de dag. Je gaat naar binnen. Je doet je locker open. Je wilt je boeken erin leggen. Als iemand je op de grond duwt. Je staat recht. Je ziet sophia en haar barbiepoppen. Jij: dankje, kun je me dan nu alleen laten? Sophia lacht. Sophia: natuurlijk eleven. Waqrom zei ze dat? Oh, shit mijn neus. Ik voel en ik kijk naa mijn hand. Mijn hand hangt vol bloed. Wat nu? Je loopt naar de badkamer van de school. Voor je binnen gaat bots je tegen iemand op. Je kijkt en het is finn. Jij: hey. Finn: wat is er gebeurt met je neus?! Jij: gewoon gevallen. Ik zie sophia naar ons toe komen. Jij: i-ik moet weg. Finn: waar g- Je lootp weg naar de badkamer. Je kijkt in de spiegel. Je doet je jas uit en je ziet dat er blauwe plekken zijn op je armen van het vallen en andere dingen die sophia heeft gedaan. Je verzorgt je neus en gaat naar de les. *les skip* Het was middag. Je ging alleen aan een tafel zitten. Je had geen zin om met finn ofwie dan ook te praten. Al was finn wel je beste vriend maar sophia heeft alles verandert. Sophia komt naar je toe. Ze hoid een glas met water voor zich. Je kijkt rond haar. En dan gooit ze het glas water in je gzicht en op je kleren. Op dat moment heb je er genoeg van. Je slaat sophia op haar neus. Je wilt haar nog eens slaan maar je voelt dan je word tegengehouden. Je draait je om en je ziet finn. Finn trekt je naar de hal. Finn: what the fuck was dat?! Jij: misschien moet je, je fucking vriendin eens onder controlen houden?! Finn: wat bedoel je. Het volgende wat eruit kwam had je niet willen zeggen. Jij: misschien laat ze me elke keer dat jij niet kijkt struikelen en geeft ze me blauwe plekken. Je doet je jas uit. Jij: en slaat ze me een bloedneus. Je wijst naar je neus. Jij: en gooit ze water over mij. Je wijst naar je kleren. Jij: ik had er genoeg van finn. Finn: ik wist niet dat je zo kon liegen, ik vertrouwde je. Jij: zie dat is waarom ik het je niet wou vertellen! Finn: je zou nog een klap bij mleten krijgen voor zo dingen te verzinnen. Jij: doe dan! Jij: die ene kan ik toch nog aan, ik ben het toch al gewoon! Nooit gedacht dat finn het echt zou doen. Finn slaat je op je wang. Jij: ik dacht dat jeijn beste vriend was, maar blijkbaar dacht jij daar anders om. Je loopt door de deur naar buiten. Je loopt langs de straten. Finn pov Wat heb ik juist gedaan?! Ik kan mezelf nu zo hard slaan! Ze had niet mogen liegen. Maar ik had haar zeker niet moeten slaan. Dan komt iemand naar me toe. Ik ken hem niet. Finn: wat moet je?! Jongen: ik ben, ben en ik moet je iets laten zien. Finn: wat?! Ben houd zijn telefoon voor mijn neus. Het is een video met alle beelden van (j/n) en sophia. Elke keer dat sophia jou sloeg of iets deed. Finn: ik ben je zo dankbaar ervoor, als je ooit iets nodig hebt ben ik er maar ik moet nu echt dringend iets doen. Ben: oke. Ik loop naar sophia. Finn: SCHIJNHEILIGE BITCH! sophia: wat is er babe? Finn: DOE NU NIET OF JE VAN NIETS AFWEET! iedereen kijkt naar ons. Finn: JE HEBT (J/N) ZO VEEL KEER PIJN GEDAAN! sophia: ZE VERDIENDE HET! finn: NEE, JIJ VERDIENT HET, HET IS UIT TUSSEN ONS!! sophia: nee babe asjeblieft. Ik was de enige reden waarom sophia populair was en dat wist ze maar al te goed. Ik storm de school uit. Ik loop door de straten. Ik hoor iemand huilen. Ik ga op het geluid af. Al het geluid alleen maar erger word zie ik (j/n) op een bankje zitten. Ze heeft haar knieën opgetrokken. Ik ga langs jaar zitten en sla een arm rond haar. Ik duw haar tegen mij. Jou pov Ik voel iemand een arm rond me heen slaan. En mij tegen zichzelf heen trekken. Ik barst in tranen uit. Het kan me niet schelen wie die persoon is. Na 10 minuten van gehuild te hebben. Trek ik me terug. Ik stop met huilen. Ik kijk op en ik zie finn langs me zitten. Jij: kom je me nog een klap geven, of nee beter zeggen hoe dat ik lieg?! Finn: het spijt me zo erg, ik heb alles gezien van een jongen. Jij: het is toch te laat je bent met sophia. Finn: niet meer, nadat ik had uitgevonden wat ze gedaan had heb ik het uitgemaakt met haar. Jij: wie gaan nu haar barbiepoppen spelen? Finn: ik denk niet dat iemand no haar barbiepop wimt zijn. Je moet lachen. Finn: het spijt me zo, zo erg, kun je me vergeven? Jij: natuurlijk. *2 maanden later* Jij en finn aijn terug beste vrienden. Jij en finn zijn op een zaterdag namiddag in het park. Je loopt langs finn. Je gaat zitten. Je eet je ijsje op en finn die van hem. Finn: mag ik die van jou eens proeven? Jij: ja natuurlijk. Je geeft finn je ijsje. Maar wat hij dan doet brengt je in shock. Hij zoent je. Na een paar srconden gezoent te hebben. Trek je terug. Je kijkt in zijn ogen. Finn: lekkere smaak. Finn geeft je ijsje terug. Dan zitten jullie nog op het bankje en praten over wat er gebeurt is. Finn: wil jij dan nu mijn vriendinnetje zijn? Jij: natuurlijk. Je geeft finn nog een zoen. En dan wandelen jullie samen naar huis hand in hand.
