small story//finn wolfhard,richie tozier,mike wheeler.

millie bobby brown's sister//f.w.

Je bent 14.
Je bent de zus van millie, maar je bent het omgekeerde van millie.
Millie is altijd sociaal, jij niet.
Millie is altijd vriendelijk, jij niet.
Millie is bekend, jij niet.
Iedereen vind millie lief, jou niet.
Millie is perfect, jij niet.
●•●•●•●•●•●•●•●•●•●•●•●•●•●•●•●•●•●•●•
Je word wakker door een prachtig gezang.
Dat vond iedereen toch.
Maar je vond het fucking irritand.
Jij: MILLIE!
het gezang stopt even, maar daarna gaat het nog luider verder.
Jij: AAAAAAH!
je hoord millie lachen.
Het is niet dat je millie haten, of andersom.
Je had een hele goede band.
Maar jullie hielden er gewoon van om elkaar zo hard mogelijk te irriteren.
Je staat op.
Je doet de deur open en loop naar onder.
Je ziet millie helemaal klaar aan de tafel zitten.
Jij: waar zijn mama en papa?
Millie: weg, en de cast komt straks.
Jij: yeeey.
Zeg je sarcastisch.
Millie: dus ga je klaarmaken, of moet ik je outfit klaar leggen?
Jij: nee!
Zeg je snel.
Millie moet lachen.
Je lacht mee.
Dan ga je naar boven.
Je kijkt door je kast met kleren.
Dan neem je kleren en ga je naa de badkamer.
Nadat je gedoucht bent kleed je, je aan.
Je doet je haar in een messy bun en je doet lichte makeup op.
Dit heb je aan.
(Meerdere keuzes)
A

B

C

Dan loop je naar je kamer.
Je ploft op je bed neer en neemt je laptop.
Je besluit om netflix te kijken.
Wanneer je, je hoofdtelefoon wilt opzetten, gaat de bel onder.
Je hoord millie die idereen binnen laat.
Maar je was niet zo sociaal.
Je had wel al verschillende keren met de cast gesproken en samen afgesproken.
Maar je bleef liever helemaal alleen.
Je had stiekem een crush op finn, maar hij vond je toch niet leuk.
Niemand vond je leuk.
het was altijd millie dit, millie dat, millie, millie, millie.
Je ouders ook.
Het was nooit (j/n).
Je zet je serie op.
Finns pov.
Millie laat ons binnen.
Ik loop met de andere naar de woonkamer.
Jammer dan (j/n) er niet was.
Ik had stiekem een crush op haar.
Maar dat mocht niemand weten.
De enige die het wist was noah.
Ik ga op de bank zitten.
Millie: dus de golden globes huh?
Noah: volgende week al.
Caleb: niet te geloven.
Sadie: inderdaad, ik heb mijn kleedje al.
Dan praten ze verder.
Maar ik ben niet echt aan het luisteren.
Ik zit met mijn gedachtes bij (j/n).
Gaten: huh finn?
Finn: nee ik ben niet op haar!
Dan beginnen ze te lachen.
Sadie: we hadden het over dat we een ijsje gingen eten.
Millie: bij wie zat jij?
Ik keek naar noah.
Hij had het door.
Noah grijnst naar me.
Noah: zat je weer bij je gedachtens bij (j/-
Finn: noah!
Millie: wat?! Ben je op mijn zus?!
Sadie: finnie heeft een cru-ush! Finnie heeft een cru-ush! Finnie heeft een-
Finn: STOP!
ik ben nu heel rood.
??: wat een lawaai, ik versta echt letterlijks niets van mijn serie, met mijn hoofdtelefoon op.
Ik kijk en zie (j/n).
Gaten: we hadden het over dat finn een crush op-
Finn: we gaan een ijsje eten, zin om mee te gaan?
Ik hoor de jongens 'oooh' zeggen.
Ze glimlacht.
Jij: ja natuurlijk.
Dan loopt ze terug naar boven.
Millie&sadie: finnie heeft een cru-ush, finnie heeft een cru-ush! Finnie heeft een cru-ush!
Ik rol mijn ogen.
Finn: gaan we nu nog?
Gaten: hij kan niet wachten.
Caleb: we zouden lover boy hier niet langer moeten laten wachten op zijn date.
Finn: het is geen date, trouwens jullie zijn er.
Noah: vind je wel jammer he?
Ik rol mijn ogen.
Dan staat iedereen op.
Ik loop naar de deur en doe mijn jas aan.
Jou pov.
Ik loop snel naar onder.
Daar staat iedereen al klaar.
Ik neem mijn jas en doe mijn schoenen aan.
Omdat iedereen al buiten staat te wachten moet ik snel zijn.
Ik heb 1 schoen al aan.
Mijn jas heb ik aan.
Dan doe ik de andere schoen aan.
??: lukt het?
Ik kijk op en zie finn.
Ik moet grinniken.
Jij: hulp zou welkom zijn.
Hij wandelt naar me toe en knielt voor me neer.
Hij neemt mijn veters vast en bind ze.
Dan staat hij terug op.
Finn: zo.
Jij: thanks.
Je hoord gegiechel.
Je kijk op en ziet iedereen staan.
Noah: mooie foto.
Hij laat zijn telefoon zien met een foto waarop finn mijn veters aan het binden is.
Ik glimlach op de foto.
Finn: durf die foto erop te zetten en-
Jij: ik vermoord je.
Millie: oeeeh je maakt elkaars zinnen al af.
Ik begin te blozen.
Ik kijk naar finn die ook aan het blozen is.
Jij: zullen we nu gaan?
Iedereen knikt.
*even later*
We komen aan bij het kleine ijssalon.
Iedereen gaat binnen.
Iedereen gaat zitten.
Jij: hey!
Iedereen kijkt.
Millie: wat?
Jij: moet ik op de grond zitten?
Ik zie iedereen grijnzen, behalve finn.
Noah: ga op finns schoot zitten.
Ik rol mijn ogen.
Jij: oke.
Ik loop naar finn en ga op zijn schoot zitten.
Als ik ga zitten voel ik hem verschieten.
Gaten: damn.
Caleb: nooit gedacht dat ze het echt zou doen.
Jij: ze zit hier.
Ze moeten lachen.
Ik voel finns handen naar mijn heupen gaan.
Hij laat zijn handen rusten op je heupen.
Je verschiet maar laat zijn handen daar gewoon liggen.
Millie: ijsjes tijd!
*even later*
Je zit nog steeds op finns schoot.
Jullie ijsje is op en nu zijn jullie aan het praten.
Finn zijn handen liggen nog altijd op je heupen.
Je voeld zijn armen rond je middel gaan.
Hij knuffel je middel.
Dan legt hij zijn hoofd op je rug.
Jij: ben je moe?
Finn knikt.
Gaten: en (j/n), kom je mee naar de golden globes?
Je knikt nee.
Sadie: awh, waarom niet?
Jij: waarom wel?
Finn: je zou mijn date moeten zijn.
Ik hoor de jongens 'oooooh' zeggen.
Jij: w-wat?
Finn ziet zo rood als een tomaat.
Jij ook.
Finn: a-als je wil?
Je knik.
Jij: oke.
Finn glimlacht.
Je glimlacht terug.
Caleb&gaten: zoenen! Zoenen! Zoenen! Zoenen!
Jij: ugh, als we deze kant opgaan wil ik hier niet meer zijn.
Je staat op en loopt weg.
Finns pov.
Ze staat op en loopt weg.
Finn: wauw, goed gedaan.
Zeg ik sarcastisch.
Ik sta op en loop achter haar aan.
Ik zie haar op de grond tegen een muurtje zitten.
Ze staart voor zich uit.
Ik ga langs haar zitten.
Jij: ik denk niet dat ik nog als je date zou moeten gaan.
Finn: waarom niet?
Zeg ik telzurgesteld.
Jij: waarom zou je zelfs met mij willen gaan?
Finn: geez, zie je het dan niet? Ik hou van je.
Zeg ik iets kwader.
Jij: niet doen.
Finn: ma-
Ze neemt mijn gezicht tussen haar 2 handen.
Ze kijkt me diep in de ogen.
Jij: van mij houden doet toch alleen maar pijn, en waarom zou je jezelf pijn willen doen?
Ik antwoord niet.
Jij: precies.
Ik krijg tranen in mijn ogen.
Ze laat mijn gezicht los en geeft een kusje op mijn wang.
Dan loopt ze weg.