Angel//r.t.

163 5 2
                                    

Ik stap uit mijn vaders auto. Mijn wit kleedje met kleurrijken bloemetjes valt tot aan mijn knie als ik rechtsta. Ik trek de grote strik achteraan mijn kleedje terug in zijn vorm. Met mijn witte schoentjes stap ik de trappen op. Ik klop aan en zwaai naar mijn vader die wegrijd. Mijn moeder doet al snel open. Ze glimlacht. Een vreemde man komt langs mijn moeder staan. Mijn ouders hebben me altijd geleerd om beleeft te zijn dus glimlachte ik maar schattig en lief. "(J/n), kindje, ik heb je zo gemist"
Mijn moeder trekt me in een zachte en warme knuffel die ik haar terug geef. Als ze terug trekt gaat ze een beetje aan de kant zodat ik binnen kan, met mijn pastel roze koffertje met de laatste kleedjes in die ik nog liggen had bij mijn vader. Ik loop een beetje aarzelend de hal door. Ik loop door een witte deur en kom dan gelukkig de woonkamer binnen. Mijn moeder en de vreemde man volgen mij.
"(J/n), dit is zack, zack dit is mijn dochter"
Ik glimlach beleeft en schud zijn hand.
"BILL!"
Roept de man.
Ik kijk de 2 mensen voor me vragend aan.
Dan hoor ik voetstappen. Er verschijnt een jongen rond mijn leeftijd voor me.
"Bill dit is (j/n), (j/n) dit is bill mijn zoon"
Ik glimlach vriendelijk.
"Hey"
Zeg ik lief.
"H-h-hey"
Stotterd hij.
Hij ziet er gefrustreed uit.
"Bill, waarom toon je je nieuwe zusje haar kamer niet?"
De jongen knikt.
"V-volg m-mij m-m-maar"
Een stotter probleem dus.
Ik volg de jongen. Ik pak mijn zware koffer en draag hem met moeite de trap op. Normaal zoude paul of maria dat doen voor mij, de bediende. Maar mama vond het een goed idee om me naar hier te laten verhuizen voor enkele jaren. Ik werd te verwend en ik moest nu eenmaal voor mezelf leren zorgen. Voordat ik ging verhuizen naar hier had ik nog nooit van derry gehoord.
Maar de mensen hier leken tot nu toe vriendelijk. "H-hier i-is het"
Zegt de jongen als hij naar een witte deur wijst. Mijn naam staat op een licht roze plaatje die op de deur hangt. "Bedankt"
De jongen knikt en laat me dan alleen.
Ik open de deur.
De kamer is heel mooi ingericht. Helemaal mijn stijl. De muren waren heel licht roze en alle meubels waren wit. Sommige hadden kleine bloemetjes als details op hun, net zoals mijn bureau.

Als ik het laatste kleedje in mijn kast hang doe ik de grote kast dicht en val ik neer op het bed.

"(J/n)!"
Hoor ik mijn moeder roepen.
Ik gooi de lakens af me en loop naar onder voor het ontbijt.
Ik loop de witte trap af. Maar dan kom ik voor 2 deuren te staan. "D-die"
Hoor ik een stem achter me zeggen. Ik draai me om en zie Bill staan. Hij wijst naar de linkse deur. Ik glimlach en knik voordat ik de deur open duw.
Ik loop de keuken in met Bill.
"Ga zitten"
Ik knik en ga aan tafel zitten.
Bill gaat tegenover me zitten.

Het was absoluut niet stil aan tafel. En dat was ik niet gewoon. "Misschien kunnen jullie elkaar beter leren kennen?"
Bill knikt.
"M-maar niet v-vand-"
"Hoezo niet vandaag?"
Onderbreekt zijn vader hem kwaad.
"I-i-ik h-heb af-afgesproken m-met de losers"
Ik giechel zacht.
De Bill kijkt me kwaad aan.
"Sorry"
Mompel ik.
"Je kan haar gemakkelijk meenemen, dan kan ze de stad herkennen en heeft ze ook ineens een paar vrienden erbij."
Zegt zack geïrriteerd.
"Ik wil niemand tot last zijn, we kunnen elkaar morgen wel leren kennen"
Zeg ik om het voor bill op te nemen.
En ik wil helemaal niet mee met hem, hoe ongemakkelijk zou dat wel niet zijn.
"Maar Bill vind dat helemaal geen probleem hé?"
Zegt zack aandringerig.
"Eigenl-"
"Hé Bill?!"
Onderbreekt zijn vader hem.
Bill zucht.
"Oke"

Er word geklopt op mijn kamerdeur.
"Ja?"
Dan opent iemand de deur.
"M-mijn vrienden k-k-kunnen er elk m-moment zijn, k-kom j-j-je?"
Ik knik.
Ik wil de deur uitlopen als Bill voot me gaat staan.
"J-je g-g-gaat toch n-niet d-dat a-aan doen, j-je ziet e-er m-mooi uit, m-maar w-we g-gaan z-zwemmen."
Ik kijk naar mijn mooi pastel geel kleedje.
Ik haal mijn schouders op.
"Ik heb er zo nog honderde dus als ik er eentje verniel is het niet zo erg."
"O-o-oke"
Ik wandel samen met Bill naar onder.
Daar staat mijn moeder.
Ze houd een licht roze regenjas in haar handen.
Als ik naar haar wandel geeft ze hem mij en doe ik hem aan.
Hij past perfect.
"Jullie gaan met de fiets dus let goed op de weg en op Bill, ik wil niet dat je verloren loopt"
Ik knik en rol mijn ogen.
Dan gaat de bel.
"D-dat z-z-zijn ze, l-let v-v-vooral niet o-op de j-jongen m-met de b-b-bril."
Ik giechel en knik.
Ik voel me een beetje nerveus.
Als Bill de deur opent zie ik 4 jongens en 1 meisje staan.
Een kleine jongen kijkt geïriteerd naar een jongen met een bril.
De jongen met de bril is heel hard aan het lachen. Het meisje kijkt me glimlachend aan. "J-jongens d-d-dit is (j-j/n)"
De 2 jongens stoppen met praten en kijken me aan.
"Hey, ik ben bevery"
Zegt het meisje.
Ik glimlach.
"Hey"

Ik neem mijn fiets van het gras op.
"Fietsen met een kleedje?"
Ik kijk op.
Ik zie de jongen met de bril staan.
Ik rol mijn ogen en haal mijn schouders op.
Stiekem bloos ik ook.
Hij is schattig.
Volgens mij zag hij dat, want uit het niets zei hij met een knipoog;
"De naam is richie tozier, angel"












small story//finn wolfhard,richie tozier,mike wheeler.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu